Beste Malus 65,
Ik had al in vrijdag plaatjesdag 01-02 met een flauwiteit gereageerd op uw mooie GP,en daar had ik natuurlijk veel smileys bij moeten plaatsen. Helaas ben ik wat ouderwets wat dat betreft. Gewoon dragen dus, en vooral op tv, aan tafel bij VI, gezeten naast Gijp. Dan kan het voetbalminnend publiek zien hoe een echt horloge er uit ziet. En ook hier hoort weer een smiley, anders krijgen we dat weer. Prachtig horloge.
Ik heb een gekker dan gek ervaring, gek en treurig tegelijk, die ik graag met u deel.
Het CWC G10 horloge, zie boven, heb ik omstreeks 1980/85 met veel andere merken, waaronder Lemania, IWC, Longines en Jaeger Le Coultre, van de Britse domeinen, via introductie, aangeschaft. Had ik die Lemania’s et cetera maar nooit verpatst, maar daar gaat het nu niet over. Ik was nog niet geïnfecteerd, laten we het daar op houden, anders doe ik geen oog meer dicht. Alleen de CWC heb ik behouden.
Toen ik nog in Groningen woonde ging er iets mis met de stift of met de kroon. Omdat ik van de hoed noch van de rand wist (daarom weet ik ook niet meer wat er precies mis was), heb ik het horloge naar een gerenommeerde juwelier in ‘Stad’ gebracht. Na een maand was alles weer OK. Ik weet ook niet meer wat ik voor de reparatie heb betaald.
Zeer kort na die reparatie weigerde de G10 dienst. Een nieuwe batterij mocht niet baten, dus batterij er weer uit voor alle zekerheid, horloge in de kast, en een Swatch om de pols.
Veel jaren daarna, ik woonde intussen in Zeeuws-Vlaanderen, nabij de wereldstad Hulst, werd ik ongeneeslijk geïnfecteerd door het horloge-virus. Ik bereikte de status van self-instructed-fool, de onderste sport van de ladder dus, maar voldoende hoog om zo brutaal te zijn om de kast van de CWC te openen. Ik had lang geleden al ontdekt dat er iets tikte van binnen na verwijdering van de batterij. Eenzelfde tikken als bij uw GP, maar hier nog raadselachtiger omdat de CWC een kwartsuurwerk heeft. Jawel, bij u waren de plaatjes verkeerd herplaatst, bij mij ontbraken zelfs de Werkbefestigungsschrauben 5101! Het caliber (ETA 555.112) werd op zijn plaats gehouden door de druk van het deksel op het batterijtje.
Op naar de juwelier in de wereldstad om een batterijtje te kopen, en om met het nieuwe batterijtje en met de pas verworven kennis te proberen enig leven in het uurwerkje te blazen. De medewerkster achter de balie ging het boven de pet, dus werd meneer, de eigenaar van de zaak, verzocht er bij te komen. Meneer zat te zelver tijd achter in de geheel lege winkel met zijn echtgenote een kopje koffie met een donut te consumeren, maar hij rukte zich los.
Of ik het oude, lege, batterijtje bij mij had. Nee, maar de omtrek van het batterijtje was 9,50 mm, zoals te lezen was in het caliber, en het caliber was ETA 555.112.
Of ik wel wist dat er duizenden batterijtjes bestonden, en dat het ondoenlijk was de juiste in voorraad te hebben. Nee, dat wist ik niet, maar één blik in de computer, met het juiste calibernummer er naast, zou toch helderheid in deze kunnen verschaffen? Neen, zo eenvoudig was het niet, en ETA 555.112 luidde geen bel.
Het merk CWC kende hij niet. Was het mischien Cortebert Watch Company, opperde ik. U merkt dat ik intussen wat kregel begon te worden, practical jokes liggen dan bij mij op de loer, daarom maar niet Cabot Watch Company genoemd. Neen, Cortebert was het zeker niet volgens de juwelier.
Is er mogelijkheid dit horloge te laten repareren? Neen, dit is een zogenaamd digitaal horloge met wijzers meneer, en dat soort horloges laten zich niet repareren. Weer wat geleerd.
O, er zit dus geen onrust in? (Hou je in Theo, ruzie is nergens goed voor) Meneer, dat heet in onze branche een balans. Het lesuuur was nog niet voorbij. Ik had gelezen dat in een wervend schriftje van Elsevier, Stijl-ABC mannen horloges, een goedbedoelde handleiding voor (uitsluitend mannelijke) nitwits zoals ik, het lemma onrust bij de O staat vermeld. Balans wordt niet genoemd. Het boekje gaat over mode en trend en de eigentijdse man die toch modern voor de dag wil komen, en soms over horloges, maar wat doet het er toe. Het dunne boekje kost E 8,95, te duur om de eigenaar cadeau te doen, maar ik kan de bladzijde met de O van onrust uitscheuren en deze hem alsnog aanbieden. Gauw de winkel uit ter zelfbescherming, en naar de HEMA schuin tegenover, waar ik binnen 45 seconden het goede batterijtje vond, in elk geval goed genoeg om mee te experimenteren.
Na enig streng kijken naar de Stopphebel en omgeving liep het horloge weer, althans buiten de kast. Elke horlogemaker in Zeeuws-Vlaanderen had die ontdekking kunnen doen, maar laat ik niet gaan zeuren. Omdat het caliber niet stevig in de kast zat door die ontbrekende schroefjes werkte het Stoppmechanismus, of het opheffen daarvan, waarschijnlijk maar half. Uittrekken of induwen van de kroon deed slechts het caliber heel miniem heen en weer schuiven, maar niet, of maar ten dele, de Stopphebel. Het kon niet anders dan dat die schroefjes door de Groningse horlogemaker waren ‘vergeten’ te herplaatsen, want daarvóór waren er geen moeilijkheden geweest. Het horloge hield er desondanks, na die ontdekking, na anderhalve dag mee op. Stof, stilstand, of opgedroogde olie of alle drie? Liever even kijken op het internet. Ik had ook al de batterijklemmen vernield trouwens. Beginnersfout, leergeld.
ETA 555.112 bleek vervangen door 955.112 E.O.L. (end of life). G.E. Clark leverde de ETA 955.112 voor E 31,01 inclusief transport, inclusief batterijtje. De schroefjes, zie foto, leverde Erich Gerlach voor E 14,00 incl. transport. Op de beurs in Houten, 2012, heb ik tevergeefs gezocht naar die schroefjes. Wel ben ik van kastje naar muur gestuurd.
De lichtgevende verf op de minutenwijzer liet een weinig los. De achterkant van de wijzer behandelen met Flexa hoogglans wit, voor binnen en buiten, ook van de HEMA, voorkwam verdere uitval.
De G10 loopt met het nieuwe caliber en met de twee schroefjes als een tierelier, en wijst na drie maanden twee secondes mis (vóór) ten opzichte van Mainflingen.
Twee horlogemakers in of uit de bocht. Eén halen twee betalen.