Zaterdag arriveerde eindelijk - na tijden op een boot - het nieuwe ruitje voor mijn vintage Citizen. Uit Zuid-Afrika nota bene, maar wel een helemaal NOS onderdeel van Citizen, uit de jaren '60. Niet te geloven, alleen het moet nog wel even op mijn klokje passen…
Ik heb eens ergens gelezen dat de klassieke horlogestijl naar de vaantjes ging met de introductie van het platte mineraalglas, en ik snap wel wat daarmee wordt bedoeld. Krassen krijg je namelijk toch wel, maar die zijn dan meteen niet meer te repareren. En plat, ja dat is een kwestie van smaak, maar er gaat wat mij betreft niets boven de speling en de breking van het licht op een bol horloge’glas’.
De Crystal Seven serie van Citizen had een unieke uitstraling wat dat betreft. De hardheid van het glas werd gecombineerd met een prominent uiterlijk, waardoor een opvallend en extravagante moderne stijl ontstond. En dat moet vast een heel knappe look geweest zijn, maar na 60 plus jaar heeft ook deze ruit zijn beste tijd wel gehad. En das nou weer zonde van de mooie sunburst dial die eronder zit!
Goed. Vandaag dus de Citizen even uit elkaar en een nieuw venster geplaatst. Dikke plaat met een mooie facetrand eraan. En in mijn geval een zilverkleurige ring. Een enorme zoektocht op internet ging eraan vooraf, want zoiets heeft de horloge boer op de hoek niet meer op de plank liggen. En het onderdeelnummer weet hij ook echt niet meer…
Maar wat denk je: het past! En wat een geweldig gezicht is dat! Althans, IMHO…