Gisteren werd een horloge gepresenteerd van GPHG Challenge Watch Award 2024 winner Jiro Katayama, en naar mijn mening een zeer hoge kans maakt om in 2026 de GPHG weer te winnen, dit keer met: Otsuka Lotec No. 9
Voor zover ik weet, beschikt het horloge over een combinatie die nog nooit eerder in de horlogegeschiedenis is samengebracht: jumping hours + teruglopende minuten (rewinding minutes) + tourbillon + hour striking (uur slagwerk) + gangreserve, en dat alles in slechts 13 mm dikte . Qua design heeft het horloge een uitgesproken industriële esthetiek, en binnenin bevindt zich het speciaal voor dit model ontwikkelde in house SSGT-kaliber.
De naam werd volgens Katayama als volgt gekozen:
“De naam van het kaliber, ‘Cal. SSGT’, komt van de manier waarop de complicaties laag voor laag op de hoofdplaat zijn gestapeld, net zoals sushi laag voor laag wordt gepresenteerd op een houten bord, de sushi geta. Daarom heb ik de uitdrukking Su-Shi-Ge-Ta afgekort tot Cal. SSGT.”
Wat mij het eerst opviel aan dit kaliber was de vraag hoe al deze complicaties überhaupt konden worden aangedreven door slechts één enkele barrel (energiereservoir). Want toen ik de technische details bestudeerde, zag ik dat het een gangreserve van 42 uur had, terwijl een gemiddelde barrel onder normale omstandigheden hooguit 12 uur zou moeten kunnen volhouden met dergelijke complicaties.
Hoewel de volledige technische details van het horloge nog niet openbaar zijn gemaakt, viel mij boven het excentrisch geplaatste tourbillon een zeer klein kogellager (ball bearing) op. Uit verder onderzoek ontdekte ik dat hiervoor een speciale samenwerking is opgezet met MinebeaMitsumi, een van ’s werelds belangrijkste producenten van kogellagers.
Mocht u zich afvragen wat kogellagers zijn en waarom ze belangrijk zijn:
Kogellagers zorgen ervoor dat twee onderdelen niet door wrijving langs elkaar bewegen, maar dat ze via een kooi waarin twee ringen rollen, kunnen draaien. Dit vermindert de slijtage van tandwielen door wrijving, maakt het mechanisme duurzamer en verlaagt het energieverbruik. Daarom kwam ik tot de conclusie dat Katayama hiermee naar een vorm van energiebesparing heeft gezocht, en eerlijk gezegd vond ik dat geniaal. Want normaal gesproken gebruiken zelfs de topmerken in de haute horlogerie kogellagers uitsluitend voor de rotor, en daarbuiten is het uiterst zeldzaam.
Katayama ging echter nog een stap verder en koos voor een veel slimmere oplossing: hij betrok de kogellagers niet zomaar ergens vandaan, maar van MinebeaMitsumi. Totdat dit horloge verscheen had ik eerlijk gezegd nog nooit van deze producent gehoord. Uit mijn onderzoek bleek echter dat dit bedrijf normaal gesproken lagers maakt voor apparaten met microntoleranties, zoals cameralenzen en medische instrumenten, en géén onderdelen levert aan horlogemerken. Met andere woorden: Katayama vond zijn steun niet in de Japanse horlogewereld, maar in de Japanse industrie. Bovendien plaatste hij in het horloge een van de kleinste kogellagers ter wereld, met een diameter van slechts 1,5 mm, terwijl ze normaal gesproken een diameter van 7–8 mm hebben.
Vrienden die gewend zijn om een lager in de rotor van hun horloges te zien, zullen bij dit horloge versteld staan van het verschil in formaat wanneer ze kijken naar het lager aan het uiteinde van de brug boven het excentrisch geplaatste tourbillon. Daarnaast ben ik van mening dat het grote aantal lagers in vergelijking met normale horloges opnieuw bedoeld is om energie te besparen en de duurzaamheid te vergroten.
Verder speelden naar mijn idee ook de keuze voor een frequentie van 3 Hz in plaats van 4 Hz, een systeem van veermechanismen, en een op de Unitas 6498 gebaseerde barrel een belangrijke rol in dit energiebesparende concept.
In de designtaal van het horloge bevindt de tourbillon zich los van het midden, dus offset onderaan, en fungeert tegelijkertijd als secondewijzer. De centrale schijf daarentegen is retrograde: de minuten worden voortbewogen via een veer die zich naar achteren spant en met een “rewinding” techniek vooruitgaat. Wanneer de wijzer de 60 bereikt, laat de veer los en springt hij terug naar het begin.
Bij het punt aan de rechterzijde, gemarkeerd met “power”, kon je met behulp van een kleine hendel de resterende energie in de veer (mainspring) aflezen. Bovenaan gaf een andere schijf het uur weer. Onder deze schijven waren op een logische manier lichtgevende blokken geplaatst, die de industriële esthetiek versterkten en bovendien het contrast tussen dag en nacht verhoogden, waardoor de leesbaarheid aanzienlijk verbeterde.
Daarnaast liep bovenaan een staafachtige lijn in een spiraalvorm rondom de hele kast en vormde zo een baan. Bij de hour striking complicatie, waarbij ieder uur een slag klinkt, sloeg de hamer op deze baan en produceerde een industrieel klinkend “ding”.









