Even kort vraagje:
Om te bepalen of een klok een beetje goed zit is de belangrijkste maat de lug-to-lug afstand.
Wanneer dit groter is dan doorsnede van je pols dan is de klok eigenlijk te groot voor het mooi, want dan steken de lugs buiten je pols.
Maar is dit nu de maat van het centrum van de lugpen (of bij doorboorde luggaten het gaatje dat aan de buitenzijde van de lug zichtbaar is) tot het centrum van de lugpen aan de andere zijde of de afstand van de rand van de lug tot de rand van de andere lug (dus de werkelijke buitenmaat van de klok).
Ik denk het tweede, maar de eerste maat is ook wel belangrijk, want dat is de afstand waar de beide einden van de band omlaag gaan langs je pols.
En om de discussie niet te lang te maken: natuurlijk zijn er ook andere factoren die bepalen of een klok op je pols past zoals de vorm van de lugs en van de kast, maar dat is nu even niet de vraag.
Lug to lug is officieel de afstand tussen de springbars.
Waar het ons eigenlijk omgaat is die paar mm extra. Dus over de volledige lengte (werkelijke buitenmaat).
Ik denk dat iedereen dat ook meet wanneer er naar gevraagd wordt.
Ik vind de term weinig logisch als het inderdaad vanaf bandaanzet is gemeten. Ik ging eigenlijk uit van de absolute afstand tussen de uiteindes van de lugs.
Maar ook dat kan, afhankelijk van het horloge en de bandaanzet, weinig zeggen: op bracelet draagt de Citizen Orca ondanks de lug2lug bescheiden en de Stowa seatime door de endlinks bijzonder groot.]
Ik pak zelf altijd wat er door het merk zelf aangegeven word. Meestal zet ik er ook nog wel iets bij idvv, draagt groot of draagt lekker klein ondanks… Mocht dat niet te vinden zijn, pushpins erin, digitale meetlat erbij, en dan pak ik inderdaad ook bandaanzet tot bandaanzet. Vervelend eigenlijk dat hier de meningen over verdeeld zijn/iedereen wat anders denkt en hier niet één richtlijn over is
Er is geen consensus over. Maar het meest zie je lug to lug gebruikt voor de totale “lengte” van het horloge. Kast inclusief beide lugs. Voor het andere zie je soms “springbar to springbar” aangegeven.
Ik ga voor de eerste methode.
Vaak is er wel een tekening van het horloge te vinden met de maten. Dan is het niet voor interpretatie vatbaar
N.B. Pushpin is een typisch Nederlandse kreet. In de Engelstalige wereld is dit een pushpin:
Internationaal wordt hierbij toch eigenlijk altijd wel bedoeld de totale lengte van het horloge, dus niet van pushpin naar pushpin en ook niet diagonaal. Dat is volgens mij ook hetgene waar we naar kijken bij een nieuwe aankoop om te bepalen of het horloge niet te groot is voor de bovenzijde van onze pols. Diagonaal meten heeft daarbij geen zin want dan is alles een paar mm groter.
Verschillende leveranciers gebruiken hiervoor de Engelse bewoording Height of Length.
Een kast met iets te grote lug 2 lug op een smalle pols
kun je alsnog compenseren door een padded voorgevormde polsband
op die manier zit hij toch strak maar loopt de band niet schuin
onder de lugs weg. ( blijft cirkelvormig )
Ik hanteer bij “lug-to-lug” de totale afstand, dus vanaf het ene uiteinde van de Lug naar het andere uiteinde van de lug… die maat geeft aan of het horloge niet te groot is voor je pols… de “pin-to-pin” afstand zet ik er altijd bij… dat is dus de hartafstand van de puchpins, die is over het algemeen 3-5 mm kleiner…