NA Omanido's Subdelta Quattro

Zo hee dat zijn strakke foto’s. Kan zó op je insta!

1 like

Het maximale in vlakke posities is vaak tussen de 300 tot 320 graden [ wel gemeten met de juiste lift angle! > meeste meten standaard met 52 graden maar vele kalibers hebben tegenwoordig 50 of 51 graden ]. De minimale amplitude in vlakke positie is meestal 250 graden. Als je dan op 275 tot 285 graden zit in vol opgedraaid minus ongeveer ½ uur looptijd dan zit je optimaal. 300+ is een kul verhaal en zorgt eerder voor grotere afwijkingen tussen de posities. Een iets lagere amplitude geeft juist een veel constanter lopend gangbeeld.

5 likes

Hebben we dat ook weer uit de wereld. Iedereen roept altijd dat hoge amplitudes goed zijn en lage slecht. Bedankt voor je uitleg.

1 like

Diverse Eta uurwerken worden standaard afgeleverd met een amplitude van ten minste 310 graden.

1 like

Mooi; tekst, foto’s en het genot!!!

1 like

Geloof dat u de techniek, die met amplitude bedoeld wordt, niet goed begrijpt.

Het maximale is vaak 310 graden en niet ten minste!

1 like

U citeert mij half. Ik zag een Eta uurwerk met een amplitude van 310, en een paar andere met 315 graden amplitude. Dat bracht ik onder woorden.
:wink: Maar waar u wel gelijk in hebt: ik heb er de ballen verstand van.

Maar een iets lagere amplitude is minder resistent tegen onverwachte krachten van buitenaf (snelle bewegingen/schokken).

Wat bedoel je trouwens met gangbeeld? deze term heb ik nog niet eerder horen vallen. Als je een kleinere afwijking in amplitude bedoeld gemeten ten opzichte van verschillende posities ben ik alles behalve overtuigd waarom een iets lagere amplitude wenselijk is.

1 like

Met gangbeeld bedoel ik de verhouding in amplitude tov de gemeten afwijking.
Een amplitude in verticale posities rond de 250 tot 260 is en horizontaal circa 290 tot 300 graden, dit vind ik persoonlijk optimale waarden. Zeker bij een automaat wil de slipveer na verloop van tijd iets meer weerstand geven in vol opgewonden stand en dan kan er anders een risico op prellen ontstaan.

Het probleem dat ontstaat bij horloges met een kompas is verschil in gang nauwkeurigheid doordat de spiraal ongeveer 3x de spiraal dikte nodig heeft als ruimt tussen de kompas pennen [ de maat 3x is mij ooit bij een Breitling training geleerd > ga vaker bij verstelbare kompaspennen iets kleiner zitten ].

Als deze ruimte te groot of te klein is dan is het verschil in gang nauwkeurigheid tussen horizontaal en verticaal duidelijk zichtbaar en kunnen de COSC waarden niet gehaald worden. Bij bepaalde merken test ik ook altijd de gang na 24 uur en dan is een te grote ruimte in het kompas vaak de oorzaak van teveel achter lopen na 24 uur. Dus een hoog amplitude dat behaald wordt door een anker dat “scherp” afgesteld is [ met weinig rust ] zie ik liever niet. Ga veilig zitten en houd van een iets lagere maar constante amplitude waardoor de gang nauwkeurigheid beter is.

4 likes

Beste,

Bedankt voor je uitgebreide uitleg! hier heb je inderdaad gelijk in, de kompas pennen spelen een steeds grotere negatieve invloed bij het ademen van de veer bij een hogere amplitude. Hier had ik niet bij stil gestaan.

1 like