De metamorphose van dit horloge van wrak tot beauty vond ik zo geslaagd dat er wel een apart topic aan gewijd mocht worden.
In februari dit jaar kocht ik op de Zweedse Tradera site een lotje horloges. Op de gok, want er stond niets bij over de werking en eventuele defecten. Maar daar was de prijs ook naar.
Zo kwam het spul binnen
In dit postje gaat het over het horloge links onder. Een Atlantic Automatic.
Deze dus
Een wrakje, kun je wel zeggen. Je zou ‘m op de Rikketik in de grabbelbak laten liggen, voor 5 euro vind je al wat mooiers.
Even inventariseren:
- Een ernstig geoxideerd en buitengewoon vies kastje.
- Een gescheurd /gebarsten plexiglas.
- Het kroontje ontbreekt.
- De wijzerplaat lijkt nog heel, maar is ook wel vies.
- Het uurwerk loopt niet.
- Het kan door de ontbrekende kroon ook niet met de hand worden opgewonden.
- Bij schudden hoor je een hoop gerammel; er zit iets erg los.
Na openen van het horloge door de muurvast zittende caseback - met het mooie Atlantic vignet - er af te schroeven, kwam de eerste echte verrassing: De buitenste rand van de rotor lag los in de kast (zie de rode pijltjes). De binnenste rand ( zie de groene pijltjes) zat nog op het asje vast. Nog nooit eerder gezien zo. Een in twee delen gebroken rotor. Helaas heb ik er geen foto van gemaakt, dus heb ik maar even een schematisch plaatje van het internet geplukt.
In eerste instantie kreeg ik een sterk kliko gevoel bij dit wrak. Ik had echter niks te verliezen, dus ging ik maar proberen er wat van te maken. Misschien kon de hele automaat module er wel af en zou hij nog een tweede leven kunnen krijgen als handopwinder.
Het alternatief was om te proberen een nieuwe rotor te vinden, misschien m.b.v. een donor uurwerk.
Om te beginnen eens kijken om wat voor uurwerk het gaat. Gelukkig is dat goed te zien; links naast de balans staat: AS 1581.
Daar heb ik een roze Ranfft pagina van, dus alle gegevens zijn bekend. Best een uurwerkje op leeftijd: Ranfft geeft een productie jaartal van ca. 1960. Een kleine Aha Erlebnis: oorspronkelijk als handopwinder ontworpen in 1955.
Het is wel een chique werkje, dat gaat waarschijnlijk geld kosten. Een rondje spitten op de Baai bevestigt dat. Complete uurwerkjes zijn er vrijwel niet en als er al wat te vinden is worden ze in losse onderdelen te koop aangeboden voor belachelijk hoge prijzen. Dat is me het horloge niet waard.
Ik besluit dan maar te gaan voor de optie: modificeren tot handopwinder.
Eerst moest het uurwerk uit het kastje worden gehaald en het kapotte glas er uit. Meevallertje: het opwind kroontje was weg, maar het asje stak er nog in! Dat leek niet afgebroken, er zat nog schroefdraad op. Dus: eerst het asje er uit en er een passend kroontje voor gezocht. Ik heb gelukkig een leuk voorraadje kroontjes en al snel paste er een op de schroefdraad. De tigue met de kroon er op er weer ingestoken. Volgende meevaller: het uurwerk liet zich nu goed met de hand opwinden en begon onmiddellijk te lopen! Ook de tirette schakelde en zowel het wijzerverzet als de datum werkten zoals het hoort.
Inmiddels had het kastje al zo’n twintig minuten in de ultrasoon reiniger in de schoonmaakvloeistof lekker liggen soppen.
Toen ik het er weer uit haalde kwam er nog een positieve verrassing: nu al het vuil er af was, hield ik een vrijwel onbeschadigd en glanzend rose gold 20 mu verguld kastje in mijn handen. Verwaarloosde gold plating heeft toch nog vaak wat oxidatie vlekken, maar een zacht poetsdoekje met een mild poetsmiddel deed hier wonderen: het kastje werd weer glimmend, vrijwel krasloos, met enkel aan de uiteinden van de lugs wat slijtplekken waar het messing door de goudlaag heen piepte. Aanvaardbaar voor een horloge van ruim 60 jaar oud.
Nu moest ik op zoek naar een nieuw glas: dat viel tegen. Ik vond in mijn voorraadje wel een passende maat, maar in de Atlantic zat een glas met een goudkleurige spanring en daar heb ik er maar heel weinig van. Een ‘gewoon’ glas paste wel in de kast, maar sloot dan niet goed aan op de wijzerplaat. Uiteindelijk lukte het om de originele spanring in een ander passend nieuw glaasje te persen en met die combinatie bleef het uurwerk mooi strak in het kastje zitten.
Vervolgens heb ik eens goed gekeken naar de conditie van de wijzerplaat. Eigenlijk viel dat best mee en de volgende meevaller diende zich aan: Wat zich liet aanzien als een vervuilde wijzerplaat bleek voornamelijk loszittend vuil te zijn dat zich met wat Rodico en een zacht grammofoonnaald borsteltje goed liet verwijderen. De goudkleurige cijfers en markers waren wat dof. Die heb ik heel voorzichtig met een met watten bekleed tandenstokertje gepoetst zodat het er weer glanzend goud(kleurig) uit ging zien. De wijzers waren nog in orde, zij het dat er nog wat lumeresten op zaten die ik volledig verwijderd heb. Bij dit type horloge vind ik gelumede wijzers niet zo belangrijk, dus die mochten van mij ‘leeg’ blijven. Staat ook netjes op een horloge dat meer ‘dresswatch’ dan wat anders is. De vrolijke onbeschadigde rode secondewijzer, die het horloge dan toch net weer wat sportiever maakte, was een bonus.
Al doende had ik, nadat ik de brokstukken weer tot één geheel had samengevoegd een werkend en bruikbaar horloge.
Het liep, zelfs redelijk op tijd, maar ik realiseerde mij dat een servicebeurt toch geen overbodige luxe zou zijn.
Het niet meer werkende, want niet meer functionele middelste deel van de rotor had ik voorlopig gewoon laten zitten. Van de ‘edele delen’ van een horloge blijf ik liever af. Met mijn instabiele rechterhand, ook wel bekend als knoffelpoot, moet ik geen horloges uit elkaar halen en ze zeker niet weer in elkaar zetten, dan gaat er onvermijdelijk van alles stuk. Dat echte horlogemakers werk laat ik daarom liever aan anderen over. Met het in mijn voorraadje gevonden testkroontje had ik geluk, dat paste in één keer op het kastje. Een tiretteschroefje vastdraaien kan ik ook nog wel zelf. Daarna: caseback er op, opwinden, schakelen, datumwissel op 12 uur, alles deed het.
Toch zat het incomplete horloge me niet lekker. Het was tenslotte een automaat en het moest eigenlijk ook een automaat blijven. Dit is het punt in het verhaal waar horlogevriend @Basvg het toneel betreedt. Toen wij elkaar een paar maanden geleden spraken vertelde ik hem over de kreupele Atlantic en Bas zou Bas niet zijn als hij niet onmiddellijk aanbood om te proberen dit probleem op te lossen. Hij dacht wel aan een nieuwe rotor te kunnen komen. Zo gezegd zo gedaan. Bas nam het ding mee naar huis. Er was geen haast bij en daarna viel het project een beetje stil. Er gebeurden veel belangrijker hele andere dingen in ons leven. Bas ging verhuizen en ondergetekende en Mw. Lexaf werden voor het eerst Opa en Oma! Ik had hier en daar ook nog wel een ander horloge om te dragen, dus de Atlantic kon wachten. Bas ging zijn nieuwe huis inrichten en Mw. Lexaf en ik togen naar Zürich om ons eerste kleinkind te knuffelen.
Aan de gemankeerde Atlantic had ik al een paar maanden niet meer echt gedacht. Totdat afgelopen zondag de Rikketik beurs aanbrak en Bas en ik elkaar troffen bij de gtg van horlogemaatjes aan de koffietafel van de beurs in Houten. En oh verrassing: Bas bracht een geheel geserviced en van een gerepareerde (!) rotor voorziene Atlantic automaat voor me mee. Hoe hij dat met die rotor voor elkaar gekregen heeft moet ie me nog eens goed uitleggen.
Zo doende zit ik daarom hier vandaag dit stukkie te schrijven, met aan de pols een mooi gerestaureerde vintage rose gold Altantic automaat. Ter gelegenheid van de voetbalgekte van een oranje bandje voorzien…
Ik realiseer me dat er inmiddels wel erg veel tekst is ontstaan, dus ga ik verder met wat vers gemaakte foto’s van deze verlate, niet meer zo nieuwe, aanwinst onder het motto: van Wrak tot Beauty!
Ik besluit met: Hulde voor Bas’ hulp, vriend- en vakmanschap en ik hoop dat ik jullie op HF weer met dit verslag heb mogen vermaken.
Het verhaaltje is weer klaar, ik ga vanmiddag nog even een uurtje tijd besteden aan een poging tot het tot leven wekken van een van de afgelopen zondag op de beurs gescoorde horloges. Daar komt dan misschien weer een verhaaltje van.
Tot een volgend avontuur!
Lex