Bij een automaat wordt de veer bij het dragen constant opgewonden d.m.v. een rotor die het opwindmechanisme aandrijft, dit in tegenstelling tot een zgn “handopwinder”.
Bij de meeste automaten draait die rotor volledig vrij rond (360° beweging). Bij een “bumper”- of “hamerautomaat” is de rotor beperkt in z’n beweging en wordt hij begrensd door twee veren. Telkens de rotor tegen zo’n veer “botst”, slingert hij terug tot tegen de andere veer. De bewegingsvrijheid is hier beperkt tot zo’n 320°. “It Bumps”, vandaar “bumper-automaat” of in het Duits “Hammer-automat”.
Op zich een goed en efficiënt mechanisme (de wrijving op de rotor-as wordt immers “verbeterd” door de actie van de veren. Nadeel was echter dat de veren al eens durfden afbreken, waarna ze in het werk terechtkwamen.
Op volgende site kan je zien hoe zo’n werk in elkaar zit
Bij een automaat wordt de veer bij het dragen constant opgewonden d.m.v. een rotor die het opwindmechanisme aandrijft, dit in tegenstelling tot een zgn “handopwinder”.
Bij de meeste automaten draait die rotor volledig vrij rond (360° beweging). Bij een “bumper”- of “hamerautomaat” is de rotor beperkt in z’n beweging en wordt hij begrensd door twee veren. Telkens de rotor tegen zo’n veer “botst”, slingert hij terug tot tegen de andere veer. De bewegingsvrijheid is hier beperkt tot zo’n 320°. “It Bumps”, vandaar “bumper-automaat” of in het Duits “Hammer-automat”.
Op zich een goed en efficiënt mechanisme (de wrijving op de rotor-as wordt immers “verbeterd” door de actie van de veren. Nadeel was echter dat de veren al eens durfden afbreken, waarna ze in het werk terechtkwamen.
Op volgende site kan je zien hoe zo’n werk in elkaar zit