Werd wel weer eens tijd voor een serviceverslagje, dus maar even achter het toetsenbord gekropen. Slachtoffer is deze keer een kleine stalen Tissot “tank” die getuige de serienummers op het uurwerk en de kast uit ongeveer 1938-1939 stamt. Serienummer van de kast is iets hoger; ik vermoed dat uurwerken in batches op voorraad gemaakt werden waardoor er wat verschil zit tussen kast en uurwerk, je ziet dat heel regelmatig bij Tissot’s uit die tijd.
Deze keer voor de verandering niet vergeten een paar “voor” foto’s te maken, dus daar beginnen we maar mee. Het geheel ziet er nog redelijk netjes uit; glaasje is wat bekrast, maar gelukkig niet gebarsten. Helaas (of gelukkig, de prijs was daardoor bijzonder gunstig) doet het uurwerk het niet. Ik heb gelijk al een vermoeden dat de veer gebroken is, geen enkele weerstand bij opwinden.
De kast is van het stofdichte type; de achterzijde van de kast heeft een binnenkast waar het uurwerk in geklemd zit, en de voorzijde van de kast valt daar overheen. Even je nagel achter het randje en je klikt de helften uit elkaar. Vervolgens trek je voorzichtig aan de kroon het uurwerkje uit de achterkast, Stift verwijderen is bij deze kasten dus niet nodig.
Uurwerkje is een telg uit de gestandaardiseerde reeks manufactuurwerken van Tissot uit die tijd, in dit geval een iets minder gangbare, een kaliber 19.4. De kalibernummers staan hier overigens voor de diameter van het uurwerkje in mm. Opvallend zijn de fraaie chatons waar de lagerstenen in zitten; iets wat ze bij de jongere kalibers hebben laten vervallen.
Wijzerplaatschroefjes los, wijzers en wijzerplaat eraf. Meteen zicht op de fraaie afwerking, perlage op een plek waar niemand het ziet, achter de wijzerplaat.
Uurwerk op de klem en tonkloof verwijderen zodat de veerton eruit kan.
Veerton geopend; op het eerste gezicht lijkt de veer niet gebroken. Meestal is een veer namelijk gebroken direct na het oog waar de tonarbre in zit.
Maar dat is dus gezichtsbedrog, het middelste stuk ligt er wel degelijk los in.
Ik heb nog een voorraadje NOS veren van allerlei Tissot kalibers, ook voor de 19.4. Helaas wel een blauwe veer dus niet echt bruikbaar om een mooie amplitude te bereiken, maar ik kan in elk geval even testen of het uurwerk lopen wil.
Veer in de ton en ton weer in het uurwerk, opwinden… en jawel hij loopt, dat is goed nieuws.
Amplitude weliswaar volkomen hopeloos, dus werk aan de winkel.
Helaas blijkt meteen weer dat je altijd moet blijven opletten; als ik de balanskloof van het uurwerk afhaal heb ik even niet in de gaten dat het oplegvlak waarop ik de kloof beet heb erg smal is. Net als ik de balans opgetild heb klapt de kloof tussen m’n pincet vandaan. Door de klap slaat de balans ongeveer twee keer om de kloof heen zodat de spiraal in een kluwen om de kloof gewikkeld op tafel ligt. AAARRGGHH daar is de spiraal zeker niet beter van geworden. Ik reageer m’n frustraties even af op m’n Chinese hoofdloep en ga al grommend de schade bekijken.
Na de kluwen ontward te hebben en de spiraal van de kloof gehaald is dit waar ik het mee moet doen. En daar word ik niet blij van. Hoe vlak de veer voor de klap was weet ik overigens niet, had ik niet gecontroleerd.
Niet mijn favoriete klus dus, maar toch maar aan de slag. Na de nodige kwartiertjes trekken, twisten en strijken heb ik weer iets wat ergens op lijkt. De spiraal is weer vlak en het hart valt netjes in het hart van de lagersteen in de kloof.
Spiraal weer op het balanswiel. Dit moet in de juiste positie omdat er anders niks klopt van de beat error, en helaas heeft dit uurwerk een vaste pitonhouder, dus even bijstellen is er niet bij.
Normaal teken je daarom voordat je de spiraal van de balans haalt de positie van de piton af op het balanswiel, maar bij zo’n enorm verbogen spiraal heeft dat totaal geen zin, er klopt toch niks meer van.
Dus maar even op het oog de hoek waar hij moet zitten ingeschat en de spiraal op het balanswiel geperst.
Balans weer op het uurwerk en ziedaar hij loopt weer, al is de beat error inderdaad niet al te best. Dus inschatten welke kant hij op moet, balanskloof er weer af en ophangen op de prikker. Vervolgens een oude oliegever in het spleetje van de kraag steken en een fractie verdraaien.
Vervolgens de balans weer op het uurwerk en het resultaat bekijken. Deze procedure herhalen tot het ergens op lijkt (of totdat je hysterisch gillend door het huis gaat rennen, whatever comes first ) Ik heb geloof ik een keer of 10 die balans eraf gehad. Normaal probeer ik altijd op 0.1 ms of lager uit te komen, bij een vaste pitonhouder vind ik alles onder 1 ms mooi genoeg.
Goed, nu het uurwerk uit elkaar. Nog even alle steengaten uitpennen en de boel in de schoonmaakmachine.
Nog even een blik op het ingeslagen serienummer en kalibernummer.
Ook de balanskloof moet helemaal uit elkaar bij een uurwerk zonder schokprotectie.
Na de schoonmaak tijd voor de montage; raderen plaatsen, kloof erop en olie geven. De chatons zijn natuurlijk wel fraai, maar niet bijzonder handig bij het olie geven, je hebt toch wat minder zicht op de lagerstenen.
Maar even geïnvesteerd in een nieuwe veer. Die komen over het algemeen in een aluminium ringetje. Ik heb niet zulke goede ervaringen met direct uit dat ringetje in de veerton drukken, dat resulteert nog wel eens in vliegende veren, dus ik druk hem eerst even in de veerwinder, en van daaruit weer in de veerton. Veren komen voorgesmeerd, dus smeren is in principe niet nodig.
Ton weer dicht en in het uurwerk.
Opwindsysteem weer monteren. Normaal is dat het eerste wat ik doe bij montage van een uurwerk; bij deze kan dat niet omdat de opwindstift precies op de deling van de platine en tonkloof zit. De tonkloof moet er dus eerst op voordat de stift erin kan. Niet vergeten dat de tiretteschroef er wel in moet voordat de tonkloof erop gaat. (wat ik prompt weer vergat natuurlijk, rare oude rommel ook )
Tot slot de balans erop en kijken of ik m’n werk een beetje goed gedaan heb.
Ik zet het uurwerk op de timegrapher en wil de timing gaan aanpassen maar ik zie ineens iets heel vreemds, het uurwerk lijkt af en toe compleet op hol te slaan.
Ik kijk naar de amplitude en ik weet meteen hoe laat het is, hij is aan het prellen. Doordat moderne veren veel sterker zijn dan de oude blauwe veren hebben ze over het algemeen ook veel meer voorspanning. Als je dus een moderne veer met dezelfde afmetingen monteert als de originele loop je het risico dat de amplitude te hoog wordt en de impulse pin van de balans aan de achterkant tegen het anker klapt.
Oftewel, ik moet een dunnere veer hebben. Er zit niets anders op dan een ander te bestellen, alleen welke is natuurlijk de vraag. Ik waag even een berekeningetje aan de stijfheid van de veer en ga voor één maatje dunner, 0.085 in plaats van 0.09 mm
Een weekje later heb ik de veer in huis en blijkt de praktijk helaas weerbarstiger dan de theorie, hij prellt nog steeds. Dus nog maar een maatje dunner besteld, 0.08 mm.
De post laat zich niet van z’n beste kant zien deze keer, dus ik kan pas twee weken later weer verder. Deze keer is het wel goed en kom ik op een amplitude van ongeveer 270-280 uit wat prima is voor zo’n oud uurwerk.
Dus kan ik eindelijk met de montage verder.
Wijzerplaat en wijzers erop. Helaas heeft er ooit iemand een kras op de wijzerplaat gemaakt en gemeend dat dat met een lik verf wel beter zou worden. Ik heb niet het idee dat ik hier veel aan verbeteren kan, dus ik blijf er maar van af.
In tussentijd natuurlijk wel de tijd gehad om naar de kast te kijken. Kast mankeert niets aan dus maak ik alleen schoon. Kastje is van “Staybrite”, een in die tijd vrij nieuwe rvs legering die makkelijker vervormbaar was zonder te scheuren. Kastje is wel flinterdun. De binnenkast die het uurwerk op z’n plek houdt is volgens mij van messing o.i.d, gezien de kleur van de lichte oxideplekken die ik tegenkom.
Glaasje gepolijst en een nieuwe stofdichte Stalen kroon besteld. De kroon die erop zat is namelijk niet de juiste voor een stofdichte kast en was bovendien zo te zien verchroomd geweest dus m.i. niet passend bij een stalen kast.
Uurwerkje weer in de achterkast gedrukt.
Voorkast eroverheen. Ik zie nu in de reflectie dat ik de hoek linksonder nog niet goed genoeg gepolijst heb. Was me met het horloge in de hand nog niet opgevallen. Klusje voor als ik me nog eens verveel.
Ik leg het horloge voor de grap even op een weegschaal; 12 gram totaal. Kom daar tegenwoordig maar eens om bij een stalen herenhorloge.
Ik completeer het geheel met een distressed band van de Watchgecko en dan kan hij om de pols.
Grappig detail is trouwens dat de kast asymmetrisch is; hij ligt dus wat “naar je toe gekanteld” op de pols.
Het is met 21x34 mm maar een heel klein horloge naar huidige maatstaven, maar op mijn amper 16 cm pols kan het prima.
Ik ben nog niet zo heel bedreven in deze “oude meuk” maar gezien het feit dat ik daar inmiddels een aardige stapel van heb liggen zal ik er toch aan moeten geloven. Dit soort uurwerkjes zijn toch wel veel bewerkelijker dan bijvoorbeeld uurwerken uit de jaren 70. Al met al weer een leerzaam project.
Allemaal weer bedankt voor het kijken en @Floris155 bedankt voor de adviezen over veren en prellen.
Groet, Wilko