Ik ben momenteel met een snek uurwerk bezig maar krijg hem niet lekker aan het lopen.
Als ik hem vol opwind dan loopt hij aardig, maar zodra de veer iets in kracht afneemt dan is een kleine beweiging al genoeg om te stoppen.
uurwerk goed schoongemaakt
de tappen heb ik gepolijst
stenen en tapgaten zijn schoon en vlak
de balans is naar mijn idee goed afgesteld (hij tikt mooi en regelmatig)(maar wel langzaam)
veer zelf heeft voldoende kracht en heeft voldoende lengte.
Graag zou ik willen weten of de veer op een bepaalde voorspanning gezet moet worden of is het voldoende als ik de ketting zonder voorspanning op de veerton haak en dan het uurwerk opwind. Ik bedoel krijgt hij dan voldoende veerspanning?
Tevens zou ik graag wilen weten wat het gemiddelde tikgetal is van zo’n snek uurwerkje en wat ik eraan kan doen om hem iets meer gang te geven.
Ik werk veel met deze uurwerken, in ieder geval geef ik de stenen van het anker een filmpje olie, zeer belangrijk voor een mooie uitslag.
De tappen van het anker helemaal niets, ook zeer belangrijk.
Inderdaad moet je het horloge van voorspanning voorzien, het rad hervoor zit in de meeste gevallen aan de wijzerplaatzijde.
Houdt hierbij 3 tot hooguit 5 slagen aan om de ketting mooi op te spannen.
Ook is er veelvuldig in deze horloges geknoeid, sluit dus nooit uit dat een voorganger wellicht met de balans / belansveer heeft geknoeid, ook zou ik de kloof goed bestuderen, deze zijn dijkwijls verbogen of de lagerstenen zijn gebarsten/beschadigd.
kijk daar heb ik wat aan.
Ga het vanavond uit proberen.
Wel nog een vraagje hoe je de voorspanning uitvoert. Ik kan een tand of 5 verdraaien maar dan is de spanning te groot. Is hier ook een trucje voor?
Ps. gaat u toevallig naar de rikketik zondag a.s.?
Hallo,
Mario schreef dat de voorspanning drie tot vijf slagen zou zijn maar dan ben ik bang dat de hele veerspanning al in de voorspanning gaat zitten. Als je de ketting om de veerton hebt gewonden en het andere eind zit om het sneklichaam en de ketting zit strak dan geef je maximaal een halve slag voorspanning. Waarom het werkje niet goed loopt kan ook liggen aan de veer. Als het goed is dan is het sneklichaam aangepast aan de veer. Op een snekkenbank werd de veer opgespannen en d.m.v. de kracht van de veer werd een beitel in de snek gedreven en dan paste die veer alleen bij die snek. Past de ketting wel goed in groef van de snek? Is de ketting wel soepel genoeg? Staan de tapgaten van de snek wel goed tegenover elkaar? En ook de rest van de tapppen? Sucses!
Groeten Martin Meijer
ongelofelijk wat een kennis hier toch zit. Een tijdje geleden wist ik niet eens wat een “snek” was.
En nu zomaar in detail onwijs gespecialiseerde kennis die gedeeld wordt !
Het doel van een forum in optima forma. Chapeau voor de “reageerders” !
Hallo,
Joseph Johnson heeft in Liverpool gewerkt tussen 1796 en 1830. Als het een zilveren kast is dan kan je aan de hand van de zilvermerken het juiste jaar zien.
Groeten Martin Meijer.
Ik vind dezeuurwerken ook erg fascinerend.
Van de Joseph Johnson uurweken heb ik er nu twaalf waarvan er een viertal klaar zijn en mooi lopen.
Op mijn website staan nog meer voorbeelden. http://www.123pocketwatch.com/erik/main.html
info:
The firm of Joseph Johnson operated from about 1795 until shortly before 1880, although the manufacture (as opposed to importation) of watches seems to have ceased in the 1850s. They traded from Church Street, Liverpool, initially at Nos. 26/27 (some watch movements give No. 25, which was presumably the factory) and later from Nos. 48/49. The firm was somewhat unusual by British standards in that, while various family members headed the concern over the years, the name ‘Joseph Johnson’ was retained throughout. They were active exporters and many watches went to North America or even further; mine, which dates from about 1823, spent much of its life in New Zealand, although it may have been taken out by an emigrant in the 1860s.
Johnson’s serial numbers are difficult to interpret; there are indications that a series consisting of very large movements designed for pair-cases ran up to about 1830, reaching 10,000 or so, while later movements (of slightly slimmer calibre) had a separate numerical series which regained the five-figure mark in the early 1840s.
Het uurwerk begint nu eindelijk aardig te lopen. Ik heb de volgende actie uitgevoerd:
schoonmaken alle losse onderdelen in een Elma oplossing met een L&R cleaning machine
-tappen polijsten
-controle op kromme tappen
-controle op kromme of beschadigde tanden
-tapgaten controle
-elk los tandwiel bekijken en zien of deze goed tussen de platines loopt
-combinatie van de tandwielen controleren op soepel lopen
-fusee controleren en kijken of de ketting soepel afrolt
-polijsten anker
-balansas controleren op kromme tappen en deze polijsten
-kijken of de balans en het anker goed ingrijpen
-juiste positie bepalen voor balans (plateau steen)
-samenstellen uurwerk en testen “gang” zonder veerspanning maar met klein schroevendraaiertje
-veerton monteren en ketting eromheen leggen
-veer op voorspanning zetten
-en hij loopt
Ik moet hem nu nog uit elkaar halen en de overige onderdelen plaatsen zoals de kast houder en de balansstopper.
