Deze zwarte jaren 50’er mag niet ontbreken; een sterrenhemel
Ik heb deze citizen die zijn chroomlaag serieus verloren was, eens de tijd genomen hem volledig naar messing te schuren en hem dan met de hard gekookte ei in een zak Patina te geven.
Vind hem best cool uitzien en als ik hem aandoe krijg ik er soms complimenten en vragen over.
De zongebakte wijzerplaat doet het ook goed, lekker verkleurd waardoor hij in elk licht wel iets anders eruitziet.
Patina
Voor diegenen die niet van veel lezen houden zeg ik maar meteen: sla dit over of kijk alleen naar de plaatjes, want dit wordt een ’long read’.
Voor de plaatjes die ik als voorbeeld bij dit artikel heb geplaatst zijn foto’s gebruikt die in de loop der tijd van horloges in mijn verzameling door mij zijn gemaakt.
Leuk draadje, dit. Er is natuurlijk al in eerdere draadjes gepost over dit onderwerp, maar dat is eenvoudig met een linkje terug te vinden en dat is al gedaan. Het nieuwe en aardige aan dit topic vind ik vooral dat het er niet alleen om gaat om je al of niet mooi gepatineerde horloge te showen.
Hier gaat het ook om de vraag: Is het wel patina of is het schade? Ik wil daar graag nog de volgende vraag aan toevoegen: is het verantwoord of zinnig om er wat aan te doen?
Zo gaaf vind je ze zelden. Hier hoef je dus echt niks aan te doen. Koesteren en af en toe dragen.
De relevantie van aantasting en smaak
Patina of schade? Dat blijft mijns inziens een arbitraire vraag. Wat de een beschouwt als patina, veroorzaakt door gebruik en de tand des tijds, ziet een ander als schade door water, breuk, krassen, enz. Veroorzaakt door onverantwoord of verkeerd gebruik of ongeval. Het blijft in de meeste gevallen een kwestie van mening, interpretatie en smaak. Waarbij vooral smaak natuurlijk bepaalt of je het mooi of aanvaardbaar vind of niet. Hiermee hangt ook de vraag samen of je de ‘aantasting’ wenst te restaureren en tot op welk niveau. Onzichtbaar, dus terug naar nieuwstaat of ‘aanvaardbaar’, ‘mooi oud’ of helemaal niet want zo is ie geworden en de tand des tijds moet je zijn (haar?) gang laten gaan… Dat bepaalt ieder voor zich. Het is jouw horloge.
Krasjes en blutsjes in de kast. Wat vlekjes op de wijzerplaat, een iets beschadigde maar nog wel originele kroon. Mooi oud.
Ik bevind mij zelf bij voorkeur in het ‘mooi oud’ tussengebied. Bovendien gaat het bij mij bijna altijd om sowieso door de meeste horlogeliefhebbers als oude meuk beschouwde goedkope opknappertjes, zelden of nooit om kostbare collectors items. De vraag wordt ook weer anders bekeken als er sprake is van koop of verkoop van een horloge. Is het een kostbaar horloge? Is het een simpel klokje? Is het een wrak? Is het ‘hersteld’ ‘gerestaureerd’ ‘opgeknapt’ of gewoon ‘verkloot’? Dat is voor een ieder verschillend. Bepaal echter wel voor je zelf waar je grenzen liggen in de beoordeling. De prijs die je er voor vraagt of er voor moet betalen speelt daarbij natuurlijk ook geen geringe rol.
Het onderscheid tussen schade en patina
Een aantal ‘aantastingen’ zijn naar mijn mening geen patina: scheuren, breuken en diepe krassen in zowel glas, kast als (vooral) op de wijzerplaat zijn vaak het gevolg van een vorm van ongelukken of onoordeelkundig gebruik. Schade dus. Zichtbare roestvorming door water of andere vloeistof inwerking vind ik ook schade. Roestvorming en ernstige oxidatie binnen in vind ik altijd schade. Dat kan veroorzaakt zijn door een ongeluk, maar ook door ondeskundig gebruik. Ik ben eens in zee gaan zwemmen met een mooie oude (toen al) vintage Enicar dresser en het resultaat was rampzalig. Einde kobaltblauwe wijzerplaat! Einde uurwerk! Einde Enicar! Verzachtende omstandigheid: ik was 21 jaar en wist ik veel! Pas zo’n 30 jaar en een verzameling van meer dan 500 vintage vulpennen later werd ik door het horlogevirus gebeten. En ook dat is al weer een flinke tijd geleden. De vintage vulpennen hebben me wel geholpen in het opbouwen van enig besef met betrekking tot patina, schade, restauratie en herstel, het is daarna ook niet bij die 500 pennen gebleven. En toen kwamen ook nog de horloges…
Vlekjes op de wijzerplaat. De chroom laag op de losse bezel was zó afgesleten dat het mooi leek om die helemaal door te polijsten tot op het messing base metal. De roestvlek bij de seconden wijzer is jammer, maar ja de tand des tijds…
Voorbeelden van echte patina vind ik slijtageplekjes en verkleuringen in het metaal van de kast door langdurig en-of intensief gebruik; kleine krasjes en doffe plekjes in het (plexi)glas. Van die slijtage waaraan je kan zien dat een horloge een leven heeft gehad. Kleine putjes en krasjes in de kast zijn redelijk te herstellen, mits de vorm van de kast en de ‘plating’ als het om niet-RVS gaat, niet verloren gaat. Vaak is het zinnig je af te vragen of herstel wel relevant is. Zo als ie is, is ie misschien gewoon mooi oud. Een horloge waarvan de doublé laag is afgepoetst of waarvan de scherpe hoeken van een RVS kast zo ver zijn gepolijst dat ze afgerond zijn is m.i. schade, geen patina en daar had ‘herstel’ misschien beter helemaal niet plaatsgevonden. Ernstig aangetast chroom kan naar mijn mening wel zodanig gepoetst worden dat een deel van het onderliggende base metal, vaak messing, zichtbaar wordt. Bij een oud horloge heeft dat ook wel zijn charme, hoewel je dat niet echt meer als patina kunt beschouwen. Diepe putten en zwarte pitten in de kast, met name in het zichtbare bovengedeelte is naar mijn mening geen patina maar schade als gevolg van vuil, zweet en zeer intensief gebruik. Het horloge van opa, die altijd in de fabriek heeft gewerkt is in die conditie dan nog aanvaardbaar, want verbonden met emotionele waarde aspecten. Echter, een horloge wat zo wordt aangeboden op bijvoorbeeld een (online) veiling is gewoon oud en vies en dan meestal niet meer aanvaardbaar als draagbaar of verzamelwaardig horloge.
Perlon schade. Wat te ver uitgepolijst waardoor ook de inscriptie in de caseback vrijwel verloren is gegaan. Een soort van jammer compromis.
De smaak gestuurde herstelbaarheid
Een aardig voorbeeld van ‘schade’ vind ik ingevreten sporen van perlon bandjes op een stalen caseback. Dat had voorkomen kunnen worden door betere hygiene van de drager. Het is soms te herstellen of te maskeren door zorgvuldig polijsten, maar als daardoor inscripties verloren gaan moet je ‘t niet doen, dan is het middel erger dan de kwaal.
Gescheurd of gebarsten glas vind ik schade. De oorzaak kan divers zijn, meestal een ongelukje, maar het is bijna altijd te herstellen d.m.v. een nieuw glas. Kan dat niet, bijvoorbeeld bij een gesigneerd glas (Omega, Pontiac) of een bijzonder in facet geslepen glas (Seiko) dan is dat een typisch geval van jammer, maar ook dan kan er vrijwel altijd nog wel een niet meer helemaal authentiek vervangend glas op. Als het om een niet gesigneerd gewoon rond plexi glaasje gaat en het is niet eenvoudig 100% gaaf te polijsten gaat er bij mij vrijwel altijd een nieuw glaasje op. Plexi met een spanring, mineraal- en saffierglas is meestal werk voor professionals omdat daar een speciale pers voor nodig is.
Gebarsten glas. Moeilijk te vervangen want het heeft een stalen spanring. Moet wel gebeuren want het is wel een mooi horloge.
Totaal afgesleten kroontje, maar onvervangbaar door de speciale vorm. Laten zitten dan maar, draagt bij aan het mooi oud gevoel. Wel lastig opwinden.
Een versleten kroon is vaak te vervangen. Gesigneerde kronen valt niet altijd mee, je moet er maar een tijd correct exemplaar voor zien te vinden. Lukt dat niet dan is een nieuwe correct gevormde ongesigneerde kroon te prefereren boven een oude kapotte, tenzij de vorm merk specifiek is en daardoor niet te vervangen.
Hier toont zich de moeilijkheid bij het herstellen of restaureren van een horloge. Er is altijd meer dan één mogelijkheid. Het is moeilijk daarover te beslissen en daardoor een hoogst individueel en toch ook vooraL smaak gestuurd probleem.
Verkleurd. Nicotine? Zou zomaar kunnen. Misschien rookte de opa van de vorige eigenaar wel heel veel Javaanse Jongens.
De aanvaardbaarheid van de wijzerplaat
Krassen, weggepoetste cijfers en indices e.d. op een wijzerplaat vind ik altijd jammer en eigenlijk ook altijd een vorm van schade, want dat had bij oordeelkundige behandeling voorkomen kunnen worden. Soms is het herstelbaar, maar al snel komen we dan in een heel specifieke discussie terecht, namelijk die van de opnieuw opgemaakte of overgeschilderde wijzerplaten, de zgn. ‘redials’. Dit is een discussie apart, die zich beweegt tussen buitengewoon deskundig en vaak kostbaar vakwerk van specialisten tot de soms zelfs potsierlijke producten uit de Indiase ‘Mumbay Special’ industrie.
Een typische Mumbay Special wijzerplaat.
Ik wil me hier beperken tot mijn basis standpunt: het bijna altijd uitsluiten van veruit de meeste redails als aanvaardbaar voor het originele of correcte uiterlijk van een horloge. Dat houdt dus ook in dat ik een horloge wat een behoorlijk aangetaste wijzerplaat heeft niet gauw zal kopen. Eentje met een mooi gepatineerde wijzerplaat dan weer wèl. Daarmee is de cirkel dan ook weer keurig rond. Want wat is dan wel echte en acceptabele patina?.
Voor mij deze dus wèl.
Het meest specifieke patina gevoelige deel van een horloge blijft dus toch de wijzerplaat. Ik zal proberen (nog steeds geredeneerd vanuit mijn eigen inzicht en opvattingen) samen te vatten wat ik doorgaans wel en soms niet meer aanvaardbaar vind. Doorgaans en soms omdat het altijd weer om een glijdende schaal gaat. Het ene horloge is het andere niet.
Mijn algemene standpunt over wijzerplaten is: Afblijven! Maar hieronder volgt toch een lijstje:
- Verkleuring of verbleking door licht. Bijna altijd wel mooi. Niks aan doen.
Het eenvoudige Ancre (Ruhla) penanker horloge van mijn eigen Opa. Was ooit echt blauw. Mooi uitgebleekt.
- Verkleuring of vlekken door nicotine of chemicaliën. Soms aanvaardbaar, want van Opa geweest en die rookte nou eenmaal twee pakjes per dag. Heel vaak niet, want van een onbekende en onherstelbaar en vooral vies. Héél voorzichtig proberen te reinigen met schoonmaakmiddeltjes. Trial and error. Voor je ’t weet zijn er lijntjes en tekstjes weg. God zegene de greep, en anders was het toch al foute boel. Had je ‘m maar niet moeten kopen.
Dit was (is) een zeldzame LePhare Automaat. Lettertjes weggepoetst….
- Kleine spotjes of vlekjes. Als het een zekere regelmaat of patroon heeft vind ik het vaak wel mooi. Bijv. ‘tropical’ of kleine over de plaat verdeelde vochtvlekjes of ‘sterrenhemel’ op een zwarte of donkerblauwe plaat. Niks aan doen.
Vlekjes. Niks aan doen.
- Craquelé. Vaak mooi (vind ik). Mits geen hele afgebrokkelde stukken lak. Niks aan doen.
Gecraqueleerde lak op de wijzerplaat zie je vaak bij vintage Russische horloges.
-
Verkleurde of ontbrekende of afgebrokkelde lume. Vaak niks aan doen. Tand des tijds. Bij Radium gezondheids issues! Oppassen en afblijven. Opnieuw aanbrengen van lume op wijzers alleen als je (of iemand) het heel goed kan in de tijdscorrecte goede kleur. Het hoeft geen licht meer te geven! Vaardigheid is hier essentieel. Niet vaardig? Niet doen!
-
Krassen. Zoals reeds gezegd, meestal een gevalletje jammer maar helaas. Bijna altijd onherstelbaar en dus onaanvaardbaar als verzamel item. Bijwerken zie je vrijwel altijd en vaak is het resultaat erger dan het was. Dan moet je beslissen hoe erg je ‘t vind en het desnoods zo laten. Met heel veel geluk een vervangende identieke wijzerplaat zoeken en vinden van een donor exemplaar is ook een optie.
Krassen. Onherstelbaar.
- Afgebroken bevestigingspootjes. Er zijn speciale plakdingetjes voor. Kan soms wel, soms niet. Ik ben er niet gek op, want de lijm tast misschien de onderdelen van je uurwerk aan.
- Losse en verdwenen indices en merkjes. Als je geluk hebt vind je identieke exemplaren van een donor horloge. Lijmen is buitengewoon kritisch en heel riskant. Soms werkt schellak, cyano-acrylaat is te doen als je zo’n vaste hand hebt dat je op de vierkante halve millimeter kunt werken, maar pas op, als het misgaat is de schade onherstelbaar.
- Beschadigde wijzers. Vervangen als je identieke kunt vinden. Soms overschilderen als je het héél nauwkeurig kunt (verdunde modelbouwverf). Strekken en bijbuigen als je het durft en kunt.
- Gebarsten email. Jammer, maar niks aan te doen. Tand des tijds. Grote afgebroken stukken: niet aanvaardbaar. Er is herstel email lak, maar meestal verkleurt dat in redelijk korte tijd en ziet er dan ook erg beroerd uit.
Samengevat: bij wijzerplaten geldt in 90% van de gevallen: Afblijven! Het lijstje suggereert misschien dat ik al die werkjes allemaal zou kunnen uitvoeren, maar niets is mindere waar. Ik spreek vanuit hele slechte ervaringen en grote frustraties!
Wat nog meer
Ik zou nog wel een tijdje door kunnen gaan maar ik geloof dat ik hier best wel wat aspecten heb genoemd waarvan ik hoop dat ze een bijdrage kunnen leveren aan de patina discussie.
Banden heb ik buiten beschouwing gelaten omdat die bijna altijd vervangbaar zijn. Met metalen banden heb ik sowieso niks dus als iemand daar iets aardigs over wil vertellen in het kader van mooi oud, herstel en restauratie laat ik dat graag aan diegene over.
Als ik al eens een (vintage) horloge vind met een nog mooie originele merkband dan laat ik ‘m er bijna altijd wel opzitten, metaal zowel als leer. Rekbandjes gaan in de kliko, tenzij vintage Amerikaans art deco rolled gold. Bracelets gaan er bij mij toch af, want ik heb niks met staal. Als ze origineel zijn en nog mooi, bewaar ik ze, anders verkoop ik ze of geef ik ze weg.
Origineel leer, bij het horloge geleverd, mag blijven, mits nog helemaal gaaf. Ouwe leren bandjes gaan in de kliko. Mooie nieuwe lederen bandjes maak ik eigenlijk het liefste zelf.
De moraal van dit verhaal: mooi oud is niet lelijk! Ter afsluiting daar als laatste plaatje nog een voorbeeld van. Mijn vader had er net zo een (of iets wat er erg op leek) toen hij in 1947 in Engeland bij de RAF zijn officiersopleiding volgde. Of dat ook een Titus of een Damro was weet ik niet zo. Ik kan het me niet herinneren, want pas twee jaar later werd ik geboren….
Twee mooi oude horloges in de military style waarvan ik me kan herinneren dat mijn vader er een had uit zijn tijd in Engeland bij de RAF
Dank voor het (vooral veel) lezen en een beetje plaatjes kijken.
Lex
Een heerlijk relaas, ik kan patina waarderen, dat zeker.
Een Climmerickje erbij;
De een vind het niets, de ander wordt verblijd,
Wat patina van schade onderscheidt,
Ze geeft correct de tijd weer,
En ademt de tijden van weleer,
Geen ouder-dom maar ware Leef-tijd
Om maar niet te zeggen… vintage nieuws
Oei, zit wel nog een vieze schrijffout in zie ik nu, die ik niet meer verbeterd krijg.
Daar is @lexaf erg gevoelig voor, excuses.
Beste Clim, @Climholland, Ik stel de waardering die jij voor mijn taal expertise hebt hogelijk op prijs!
Maar ik denk dat je mij overschat en je zelf te kort doet, want tenzij ik nu zelf een blinde vlek heb, zie ik niks wat niet klopt aan jouw prachtige Climmerick! Welke schrijffout bedoelde je dan?
Laten we het maar beschouwen als patina op onze ziel. Jij ziet iets wat er misschien helemaal niet is, of ik zie iets niet wat ik wel had moeten opmerken. In beide gevallen zijn ook wij aan slijtage onderhevig.
Er heeft ooit eens iemand geroepen: “I am a Camera”.
( I Am a Camera is a 1951 Broadway play by John Van Druten[1][2] adapted from Christopher Isherwood’s 1939 novel Goodbye to Berlin , which is part of The Berlin Stories . The title is a quote taken from the novel’s first page: “I am a camera with its shutter open, quite passive, recording, not thinking.)”
Naar analogie daarvan zeg ik nu: "Wij zijn een horloge, we geven de tijd aan maar we lopen niet altijd even nauwkeurig ".
Deze verdient naar mijn bescheiden mening een mooi plekje hier ergens op het forum, anders dan alleen deze post.
Dank je wel!
Voor @Climholland:
Bij een taalfout denk je soms wel, verrek,
Is 't nou goed, of lul ik uit m’n nek?
Is 't nou met een dee?
Of is 't toch met dee tee?
Wie dit leest is dus niet altijd gek.
Met dt!