Kort samengevat heb je m.n. de Zwitsers en de niet Zwitserse uurwerken.
De bulk van de Zwitserse automaten is op basis van de ETA 2824, een doorontwikkeling van de eerste gekogellagerde automaten van Eterna.
Die wordt in diverse afwerkingen/kwaliteiten geleverd. Prijs hangt van de afwerking en van de eventuele extra werkzaamheden van de fabrikant af.
Dit is een soort van werkpaard.
Een stapje hoger op de ladder heb je de ETA 2892-A2, een nieuwer ontwerp, met het grote voordeel dat het zeer dun is, waardoor er met gemak modules (bijv. chronograaf/eeuwige kalender) op geplaatst kunnen worden.
Ook dit uurwerk wordt in verschillende kwaliteiten etc. geleverd. Het is duurder dan vergelijkbare 2824’s.
De 2824 en 2892 zijn de uurwerken die in de grootste volumes worden gebouwd.
Verder heb je nog allerlei automatische uurwerken van kleinere fabrikanten, waarvan kwaliteit en finish uiteenloopt van geweldig (bijv. Breguet, Jaeger LeCoultre) tot gewoner.
Kijk je buiten Zwitserland, dan heb je bijv. de Japanners (Seiko, Miyota), de Duitsers (Glashuette Original, Lange & Sohne) en de Chinezen.
Waar de Chinezen m.n. lagere kwaliteit bieden (er worden echter ook pogingen gewaagd om betere kwaliteit en afwerking te bieden en zelfs betaalbare tourbillons te maken), daar hebben de Japanners low-budget (de Miyota’s, de Seiko 7s26 serie), gemiddelde kwaliteit (de Seiko 7s35 uit m’n hoofd) en high-end (Seiko’s Credor-serie, de Grand Seiko). De Duitsers richten zich met name op de high-end horloges. Dat heeft er ook mee te maken, dat de loonkosten in Duitsland zo hoog zijn, dat low-end productie onbetaalbaar zou zijn.
Bovenstaande is heel grof weergegeven.
De weging/beoordeling van een uurwerk hangt af van veel factoren, het basis-ebauche is daar maar één van. Ik persoonlijk vind de bewerkingen, aanpassingen en afstellingen veel belangrijker dan wat het basis-ebauche is. Ik merk wel op, dat voor velen een “manufacture”-uurwerk, dus door het horlogemerk zelf gemaakt uurwerk, als een pre wordt gezien.
Over de finish: