Wat gebeurt er als een automaat "vol" zit?

Vraag ik me al een tijdje af. Als de veer van een automaat geheel opgewonden is (wat zeker bij bijvoorbeeld een Miyota 8203 uurwerk niet ondenkbaar is, die kun je ook met de hand opwinden), en je beweegt het horloge, blijft dan gewichtje dat heen en weer bewegen? Zit er een doorslipmechanisme ergens?

Hoe werkt dat?

Er zit dan inderdaad een mechanisme in dat tegen overmatig opwinden bescherming biedt.

Het probleem van overwinden werd door Perrelet al ontdekt. Deze heeft daarop destijds al een systeem ertegen bedacht.

Bij de 2892-A2 hoor je een klikje als je opwindt nadat de veer volledig opgewonden is. Dat is van de beveiliging.

Bij een handopwinder zit de opwindveer vast aan de veertrommel, als hij volledig is opgewonden,kan je niet verder draaien.
Bij een automaat slipt de veer door in de veertrommel als hij volledig is opgewonden,dank zij een andere vorm van de veeruiteinde.
Je kan dit merken als je het automatische horloge hanndmatig opwind, want dan kan je door blijven draaien tot je een ons weegt.
Groet Chris

Overigens kunnen handopwinders dat ook hebben. Ik kan doordraaien wat ik wil zonder dat ik iets kapot maak. Scheelt een hoop ellende.

het doorslippen van de veertrommel is overigens altijd enigszins delicaat. De smering op dat punt is erg belangrijk! een te dun vet geeft verassend weinig gangreserve.

Bij servicen van een automaat dient eigenlijk altijd de veer vervangen te worden.

Hubert

Ik was hier eigenlijk ook benieuwd naar.
Afgelopen weekend heb ik de Nacht van Gulpen gelopen. Een wandeling van 70 km.
Dan moet hij toch wel “vol” hebben gezeten.

Met hoeveel continue beweging zou het maximum bereikt zijn?

Aha, zo’n horloge ben ik zelf nog niet tegengekomen.
Weer iets geleerd:D

De slippende veer heet, hoe kan het ook anders, een slipveer. Niet te verwarren met een slibtong! Voor mij is het overigens ook nieuw dat er een mechanisch horloge is waarbij gebruik wordt gemaakt van een slipveer. Wellicht heeft de tonhaak losgelaten uit de veerton, waardoor het lijkt dat de veer oneindig op te draaien is. Mocht het toch anders zijn: let me know!!!
gr. ruud

Beste Ruud,

Nee, in een handopwinder ben ik nog nooit een glijdende bride tegengekomen. Hier kan een afgebroken haak de oorzaak zijn, maar ook het breken van de laatste omgang of het loslaten van de zwaar belaste ‘vaste’ bride komt nogal eens voor.

En Hubert heeft gelijk wanneer hij schrijft dat de smering van zo’n glijdende bride een delicate zaak is (hiervoor bestaan speciale smeermiddelen). De beste remedie is, naast een vervanging (en dan wordt die smering toch weer belangrijk), de veer vooral niet uit de ton te halen wanneer dat doorglijden verder goed functioneert.

Met vriendelijke groeten,
Robbert

Het gaat in dit geval om een de JLC Reverso Grandes. Deze hebben een opwind beveiliging. Ik heb de veerton in m’n handen gehad, maar weet niet meer precies hoe het zit/werkt. Kan zo snel ook niet iets over vinden.

Beste rikw,

Die zou er inderdaad moeten zijn. Ik kan er helaas ook niets over vinden, maar ik vermoed dat de veer een speciale bride heeft die zich in een halfronde uitsparing in de tonwand vastzet en bij een bepaalde overspanning naar de volgende uitholling schiet. Zo’n soort constructie werd ook wel in automaten toegepast. Nadeel van zo’n systeem is dat de tonwand dikker moet zijn en dat daardoor de werkzame diameter van de veerton en daarmee de beschikbare gangreserve afneemt. Volgens mij wordt dit systeem alleen al om die reden in moderne uurwerken niet meer gebruikt.

Is het calibernummer van het bewuste horloge bekend?

Hartelijke groeten,
Robbert

Hoi Robbert,

In mijn geval is het caliber 878 van JLC. Ik heb het volgende stukje gevonden: " The winding mechanism is equipped with a clutch which engages when the movement is fully wound, similar to an automatic watch. "
Er zitten in dit caliber (voor JLC Reverso Grande GMT) twee veertonnen en komt tot gangreserve van 8 dagen.

Groeten, Rik

Beste Rik,

Da’s dus een heel nieuw achtdaags caliber, waarvan ik inderdaad geen verdere details heb. Wat precies met die ‘clutch’ (koppeling) wordt bedoeld weet ik niet, maar dat dit een glijdende bride is lijkt mij onwaarschijnlijk; per slot van rekening heeft dit werk twee veertonnen die voor een optimale gangreserve qua veerspanning redelijk synchroon moeten blijven. Ik vermoed dat er een soort ontkoppelpalletje in het opwindmechanisme zelf zit.

Eh… een smaakvol, maar prijzig klassiek speeltje overigens! Maar absoluut een fraai stukje techniek voor de échte liefhebber.

Hartelijke groeten,
Robbert

Hoi Robbert,

Het model is al een paar jaar op de markt… En fraaie techniek is het zeker! Nog steeds een glimlach als ik er naar kijk. Ik heb het elders [1] nagevraagd en kreeg de volgende antwoorden:

most handwinding watches have some sort of protection.
Typically, the trick is in the barrel where the mainsping lies.
the more you wind the main spring, the more it gets tight around its axis. the other end of the mainspring usually has a caracteristic shape which will allow it to get stuck in a small notch on the inner side of the barrel wall.
so, you wind, the sring gets smaller, but its end is stuck in the little notch. you wind more, the spring gets even smaller(i.e. more compressed) and at some point, this pull the other end with jumps out of the notch. Then the spring decompresses a bit, and the loose end of the spring will eventually jump back in the notch and the spring is back in position with a bit less tension.

EN

When JLC launched the Septentieme in 2001, it was (I believe) the first HW movement with a slip spring, which prevented overwinding. The 8-day series of shaped and round movements since then have all incorporated this. Most other HW watches have a “stopper” mechanism that gets tight and prevents further winding, although it can be pushed and broken.

[1] http://horomundi.com/forums/main/read.php?15,6334,6334#msg-6334

Beste Rik,

Die uitleg is precies zoals ik beschreven heb: min of meer halfronde uitsparingen in de tonwand (die daardoor dikker moet zijn dan gebruikelijk), die de veer loslaten wanneer hij over het maximum toelaatbare wordt opgewonden en de glijdende bride zoals die bij praktisch alle “normale” automaten wordt toegepast.

Citaat: “most handwinding watches have some sort of protection.”

Dat is wel wat overdreven gesteld: een echte beveiliging als hierboven omschreven wordt zeer zelden toegepast in handopwinders. De enige “beveiliging” tegen overwinden en het “prellen” (aanslaan) van de ankervork tegen de ellips dat daarvan het gevolg is (de balans beschrijft dan een te grote amplitude) is veelal een pal die een geringe terugdraaiing van de veerton toestaat. Dat is natuurlijk geen echte beveiliging tegen veerbreuk en het resultaat is dat bride en tonhaak alle krachten moeten opvangen.
Overigens: in tegenstelling tot de ouderwetse blauw(textuur)stalen exemplaren zijn moderne veren uitstekend bestand tegen metaalmoeheid en breken daardoor zeer zelden. Dat gebeurt meestal alleen maar na mishandeling door een reparateur die meende de veer te moeten verwijderen en niet beschikte over het juiste gereedschap (deugdelijke verenwinders). Een minuscuul knikje is dan al voldoende de veer binnen de korste keren precies op die plek tot breken te bewegen. Daarom roep ik altijd: dergelijke zelfsmerende veren laten zitten wanneer verwijderen niet perse noodzakelijk is!

Hartelijke groeten,
Robbert