Executive samenvatting: BxLxH zou niet boven de 39x12x46 uit moeten komen. Lugs moeten niet zodanig buigen dat ze onder de kastbodem uitkomen. Je dikte mag nooit meer dan 1/3 van je diameter zijn. En 22mm lug width heeft niemand nodig.
Dit zijn m’n comfortabele horloges:
Tikje minder comfortabel:
De les die we er uit kunnen trekken:
- Soms is een grote kast met een platte achterkant net zo comfortabel als een kast waarvan de lugs om de pols heen lopen.
- Over het algemeen is kleiner beter, maar wie oplet ziet dat de Smiths en Nomos die minder comfortabel zijn ook maar 36mm groot zijn. De reden dat ze oncomfortabel zijn voor mij bestaat uit de lange, naar beneden buigende lugs die in de pols prikken. Mijn pols is plat, overigens, en 18,5 cm van omtrek.
- Hoe dunner, hoe comfortabeler. In principe is mijn 10mm GS Quartz exact dezelfde kastvorm als de 12mm GS Spring Drive. De eerste is comfortabeler.
- Kortere lug to lug van zo’n 43-47mm is het fijnst.
Grote uitzondering? Geen flauw benul waarom die Mühle Glashütte comfortabel is. Ding is veel te groot met z’n 41x13x50mm grootte. Evengoed, als je dan 13mm dik wilt zijn, zorg dan dat je dat niet in een 36mm kastje doet.
Nog één ding: Ik merk dat sommige horlogebanden qua draagcomfort bij een horloge kunnen “passen”. De ene band is de andere niet, en een band die lekker zit op een horloge met een lug to lug van 46mm kan net verkeerd zitten op iets van 48 of 44mm.
Van mijn exen was dit overigens veruit de meest comfortabele stalen:
Jammer dat het saffier zo spiegelt. Als Hamilton AR coating had aangebracht op de onderzijde van het saffier was hij nooit weg gegaan.
Dit was ook een genot:
37mm titanium is fantastisch. Jammer dat hij me toch niet zo aansprak omwille van de schijf boven het papier.
Voor je uurwerken betekent dit dat een 6L35 altijd te prefereren is boven een 4r35 of een 6R35 uurwerk van Seiko, dat een 289x uurwerk van ETA altijd boven de 2824 serie te prefereren is, etc etc.
Tot slot nog dit: Je moet een uurwerk kiezen wat bij je kast past. Of een kast maken die om het uurwerk wat je hebt past. Hoe mooi ik hem ook vond omwille van de lugs, de knurled bezel en de wijzers, dit kan natuurlijk niet:
Die datum, zo plompverloren midden in die kast, kan niet. Die kleine seconde die te hoog zit kan ook niet. Junghans doet hetzelfde, maar ook Patek heeft er een handje van om Calatrava’s af te leveren waarbij de kleine seconde complicatie te dicht op de centrale as staat.
Er zijn duizenden horloges, ook schaamteloos dure, die gewoon een te klein uurwerk in een te grote kast prutsen. Eén schoolvoorbeeld is de nieuwe Mark XX van IWC:
Dat ze een RAF Pilot uitbrengen met een Duitse wijzerset is krankjorem, maar die fout maken ze al vier generaties. Dat ze een RAF Flieger van meer dan 36mm uitbrengen is al dubieus, maar dat ze er een 40mm Flieger-stijl horloge van maken waarin de Datum veel te ver naar binnen staat is natuurlijk onvergeeflijk.
Dit horloge had maximaal 38mm mogen zijn en het had een stel RAF Style wijzers moeten hebben. Nu is het gewoon een gestripte Big Pilot.
Nog zo’n voorbeeld:
Datum staat te ver naar buiten, kast is slab sided en te hoog voor z’n diameter.
Doe dat allemaal niet. Horloges moeten in proportie zijn. De oplettende burger zal zien dat ik alle vormen van onbalans uit m’n horlogeverzameling heb verbannen, met uitzondering van de Mühle Glashütte, maar die lossen het op door een soort sectoren te ontwerpen op de wijzerplaat, waardoor het net lijkt alsof het een acceptabel ding is.
Evengoed, als de Mühle geen emotionele waarde voor me had was ie ook pleite.



























Ik weet alleen niet of 
















