Dat zijn volgens mij alleen de versies met het uurwerk voorzien van onderstaand FQF logo toch?
Nee, heeft te maken met oa assemblage werkelijk in Geneve ipv Zwitserland. Die bovenste die je toont heeft overigens geen Poinçon de Genève.
De verschillen:
De Fleurier Quality Foundation (FQF) en het Poinçon de Genève (Geneva Seal) zijn beide prestigieuze keurmerken in de horlogewereld, maar ze verschillen in criteria, oorsprong, en wat ze garanderen. Hier is een overzicht van de belangrijkste verschillen:
1. Oorsprong en historie
• Fleurier Quality Foundation
• Opgericht in 2001 in Fleurier, Zwitserland.
• Ontstaan uit een samenwerking tussen merken zoals Chopard, Bovet, en Parmigiani Fleurier.
• Gericht op het bieden van een objectief en modern kwaliteitslabel.
• Poinçon de Genève
• Geïntroduceerd in 1886 door het parlement van Genève.
• Specifiek voor horloges die in Genève zijn gemaakt.
• Gericht op traditionele horlogemakerij en de promotie van Genève als horlogemakerscentrum.
2. Regio en exclusiviteit
• FQF:
• Open voor horloges geproduceerd in heel Zwitserland.
• Geen regionale beperking.
• Poinçon de Genève:
• Alleen beschikbaar voor horloges die zijn gemaakt en geassembleerd in het kanton Genève.
3. Criteria voor certificering
• Fleurier Quality Foundation:
• 100% Zwitserse productie: Alle onderdelen en assemblage moeten in Zwitserland plaatsvinden.
• COSC-certificering: Het uurwerk moet de nauwkeurigheidstest van het Contrôle Officiel Suisse des Chronomètres doorstaan.
• Chronometrie-test: Een simulatie van dagelijks gebruik wordt uitgevoerd (Fleuritest-machine) om prestaties in echte omstandigheden te garanderen.
• Esthetiek: Strikte controle op afwerking en vakmanschap van de componenten.
• Duurbaarheid en betrouwbaarheid: Inclusief testen op schokbestendigheid en weerstand tegen magnetisme.
• Poinçon de Genève:
• Traditionele afwerking: Uiterst strenge esthetische eisen, zoals Côtes de Genève en gepolijste schroeven.
• Technische kwaliteit: Onderdelen moeten voldoen aan precieze afmetingen en specificaties.
• Assemblage in Genève: Niet alleen productie, maar ook assemblage en afwerking moeten in Genève plaatsvinden.
• Nauwkeurigheid wordt getest, maar er zijn geen specifieke simulaties van dagelijks gebruik zoals bij de FQF.
4. Doel en focus
• FQF: Gericht op een moderne en brede benadering van kwaliteit, die zowel technische prestaties als duurzaamheid in de praktijk test.
• Poinçon de Genève: Sterke nadruk op traditie en vakmanschap, met een focus op de esthetische en technische perfectie van het uurwerk.
5. Toepasselijkheid en zichtbaarheid
• FQF: Minder bekend dan het Poinçon de Genève en wordt vaak gebruikt door kleinere merken die zich willen onderscheiden met een allesomvattend kwaliteitskeurmerk.
• Poinçon de Genève: Bekender en wordt exclusief gebruikt door prestigieuze merken zoals Vacheron Constantin, Roger Dubuis, en Cartier voor hun Genèvese modellen.
Samenvatting
• De Fleurier Quality Foundation combineert traditie met innovatie en benadrukt prestaties in echte gebruiksomstandigheden.
• Het Poinçon de Genève richt zich op traditie, esthetiek en vakmanschap, specifiek in Genève.
Beide labels zijn een teken van uitmuntendheid, maar elk heeft zijn eigen focus en doelgroep.
Mooie samenvatting. Ik vind het nog altijd jammer dat Patek Philippe Poinçon de Genève niet meer gebruikt, zoals voorheen.
Zal wellicht te maken hebben met de tijd die erin gaat zitten? Ik begreep bij VC dat zo’n 30% van de tijd in de afwerking van het uurwerk gaat zitten.
Had destijds volgens mij niet zozeer te maken met de afwerking, maar meer met de gebruikte materialen. Het was een hele tijd niet toegestaan om silicium onderdelen, zoals de balansveer (Spiromax) te gebruiken. Dat is nog niet zo heel lang toegestaan door het Poinçon de Genève.
Patek gebruikt het Patek Philippe Seal
Er is zeker een verschil qua afwerking tussen een 1.96 en 3.96. Onder de loupe is de anglage bij de eerste clean en bij de tweede vol verticale sporen.
Gezien deze uitspraak waardeloos is zonder plaatje…
Dit is het verschil tussen een handmatig nagepolierde en een niet nader bewerkte machinale afschuining.
Dit is overigens de Qualité Fleurier.
Wel gepolijste chamfers, niet de zwanenhals regeling van de Poinçon de Genève.
Mooi, maar daar vragen ze ook wel wat voor.
Doen ze allemaal, niet?
Vind je dat nog steeds? Ik vind de huidige LUC 1860 en de Alpine Eagle zalm met kleine seconde begerenswaardig. Ook de samenwerking met Hodinkee van afgelopen weer bekoort me wel, net als overigens het LUC model waar dat volgens mij van is afgeleid. Van de horloges die hier werden gepost voor jouw reactie (jaren geleden) had ik nauwelijks weet, maar inderdaad zijn dat geen modellen waar ik warm voor loop, diplomatiek gezegd.
Werkelijk prachtige plaat. I less eerst op die datum tegen en gaandeweg kan ik het steeds beter hebben totdat ik nu niet meer zeker weet of de kleien seconde nu wel zo’n verbetering was. Misschien ben ik ook weer even zalm-af. Dit is in ieder geval een lustvolle blik waard.
Zonde van zo’n mooi horloge. Zouden er wel wat meer van in het wild mogen zijn.
Ja.
Elke eenvoudige LUC is verneukt omdat de kleine seconde te dicht op de centrale as staat, wat de hele plaat uit balans trekt.
Er is een model waar de kleine seconde op half acht staat, maar die is weer verneukt wegens een lelijke datum op drie, en de rest van de LUC collectie is pure kermis.
De Alpine Eagle is met 41mm te groot, heeft PCL, en ik vind de beste ontwerpen met een geïntegreerde bracelet gewoon verschrikkelijk lelijk. Dat zijn voor mij echt je reinste plebejersbakken.
Ik maak daarin twee uitzonderingen: een Credor Kuon en een Credor Locomotive. De rest? Tja.
Terug naar Chopard: Nee. Gewoon nee.
Sorry man.
Ik was gewoon benieuwd. Ik snap in principe je probleem met verkeerd geplaatste kleine secondes wel, maar zeker bij de LUC 1860 ervaar ik volstrekt geen onbalans. Voor mij mogelijk een van de stijlvolste huidige interpretaties van traditionele dress. Nog eens verder door deze thread bladerend was ik wel nog verrast dat ik mogelijk steeds meer voor de ‘normale’ (met datum) Alpine Eagle begin te voelen tov de kleine seconde. Misschien brengt een legere dial dan toch meer balans. Er zijn wel Chopards waarbij ik onbalans ervaar met de kleine seconde. Bij de LUC XPS Forestier en Officer en de Qualité Fleurier niet en op deze manier begint het me te dagen dat het verschil wellicht zit in de combinatie van de kleine seconde met een sector layout. Hoe het centrale en concentrische deel van de wijzerplaat interacteren met de kleine seconde geeft volgens mij het visuele fundament dat ik nodig heb. Verder kijkend naar de Flying Tourbillon vind ik het dan toch net weer jammer dat de uitsnede de laatste concentrische cirkel in hapt, terwijl erboven toch gewoon nog ruimte is.
Je afkeer van de integrated bracelet lijkt me echt iets persoonlijks. De Alpine Eagle is voor mij een van de goede voorbeelden, maar ik ben het met je eens dat het logischer zou zijn ze juist kleiner te maken omdat ze doorgaans zo groot dragen. Wat ik minder begrijp is je uitzonderingen voor deze Credors. Nu moet ik de eerste Credor nog zien die mij echt bijblijft en enthousiast maakt. Die locomotief was vast voor Dietrich, maar van de Dietrich-versie wordt ik blijer. Ik vermoed dat Credor gezien het marktsegment meer verfijning biedt. Die eerste porseleinen wijzerplaat lijkt weinig mis mee en ik ken zo gauw geen tweede. Ik vind ze allebei gewoon niet zo spannend geloof ik. Ik vroeg me wel af hoe de Kuon een integrated bracelet is: zit zowel het gepolijste en brede geborstelde deel van de lug vast aan de kast? (Maar dat is natuurlijk hier off topic.)