Afgelopen zaterdag was horlogevriend @Basvg bij mij op bezoek om bij te praten. Super gezellig en er werd voornamelijk over horloges gekletst natuurlijk. Nieuwe vondsten, leuke resultaten van opknapacties om aan elkaar te laten zien en, zoals bij Bas inmiddels gebruikelijk als ie langskomt, komen er wat wat leuke horlogegeschenkjes op tafel en vindt er een uitwisseling van spulletjes en onderdelen plaats.
“Kan jij hier nog iets mee? Ja? OK, neem maar mee”
“En dit? Nee, daar heb ik ook niks meer aan. Nee? Goed, dan geef ik ’t wel weer eens aan iemand anders, in de kliko kan altijd nog”. En zo ging Bas aan het eind van de middag weer naar huis met meer spullen dan waar ie mee gekomen was en bleef ik achter met twee ‘nieuwe’ (project) horloges en een horloge wat ik al in de collectie had waarbij Bas een service aan het uurwerk had gedaan. Maar cosmetisch moest er nog wel het een en ander verder aan opgeknapt worden. Daarover later een ander verhaal…
Eén van Bas’ speciale interesses is wekker horloges. Daarvan had hij er dan ook een tweetal bij zich. Niet de redelijk bekende Pontiac wekker met AS 1931 uurwerk zoals die waar André de @Vouwfietser in oktober 2019 al eens over schreef:
Foto @Vouwfietser uit dit topic:
En ook niet een bij verzamelaars populair model zoals mijn eigen Russische Poljot met het sterk aan het AS uurwerk verwante 2612.1 kaliber. Kijk maar op de plaatjes en zoek de verschillen:
Bas bracht twee exemplaren mee, beiden met een redelijk onbekend merk op de wijzerplaat.
Een ‘Pontifa’ en een ‘Avantic Grand Luxe’, met onder de 6 op de dail nog de vermelding ‘Consul Swiss made’.
Ik neem voor het gemak maar even aan dat de onbekende Avantic uit de Consusl stal afkomstig is.
Van Pontifa vond ik een vermelding Bij Mikrolisk:
Bij Avantic gaf Mikrolisk niet thuis, maar bij Consul vond ik het volgende:
Over het Pontifa horloge ga ik het hier verder niet hebben. Die moet nog helemaal worden opgeknapt en het is veel leuker om er een verhaal over te schrijven als ie weer helemaal klaar en netjes is.
Over de Avantic / Consul heb ik wèl een verhaal en dat komt verderop in dit topic.
Bas had een verrassing: ik mocht kiezen welke van de twee wekkers ik wilde behouden, de andere bleef dan bij hem. Ik koos voor de Pontifa. Die was technisch al redelijk in orde en ‘restaureerbaar’, een eventuele service kon Bas dan later altijd nog voor mij uitvoeren.
De Avantic was een ander verhaal en een behoorlijke uitdaging. Die zou Bas weliswaar behouden, maar ik wilde wel proberen om een aantal problemen op te lossen en zo het ding een opkalefater te geven. Cosmetisch gezien was het horloge nog net geen wrak, maar wel zwaar gebruikt. Afgeleefd is misschien een beter woord.
Bas had wel het uurwerk, uit dezelfde familie als de hierboven beschreven AS 1931, al onder handen gehad en dat functioneerde (weer) prima, ook het wekkertje knorde er desgewenst vrolijk op los. Het ding mocht bij mij blijven logeren voor wat nuttige cosmetische chirurgie.
Want het ding was wel een vat met problemen. Het grootste probleem was de achterkant. Bas vertelde dat, nadat hij het horloge weer wilde monteren na de service, hij er met geen mogelijkheid meer de caseback op terug kon plaatsen. Het paste gewoon niet! Om het uurwerk te beschermen had hij er, heel creatief, tijdelijk een plexy horlogeglaasje op geklemd. Best een aardige oplossing, een soort ‘poor mans see through caseback’.
Ik ben er de zondag erna mee aan de slag gegaan en ging op zoek naar enige logica bij deze wat wonderlijke constructie van de caseback. Naar mijn eerste indruk volstrekt overbodig en slechts dienende om iets wat makkelijk kon ook moeilijk uit te voeren.
Eerst moest maar eens het niet goed passende, want te brede bandje er af, want anders viel er sowieso niet goed met het ding te werken.
Het viel mij op dat in de binnenrand van de kast, aan de kant van de twee kronen, een uitsparing zat. Op het dekseltje bevond zich een nokje van vergelijkbare vorm. Het rare gaatje aan de andere kant van het deksel kon ik ook niet goed thuisbrengen. Had iemend er een gaatje ingeboord? Of had er iets aan vastgeschroefd gezeten? Een soort klankbuisje of veertje voor de wekker misschien? De conclusie: het nokje moest in de uitsparing van de kast vallen en het gaatje kwam dan in de buurt van de plaats waar het wekkerhamertje of klepeltje zou moeten zitten. Het klankbuisje of wat het ook was geweest was er niet meer, maar dat zou volgens mij niets afdoen aan het functioneren van het wekkermechaniekje in het uurwerk.
v.l.n.r: Uitsparing in de kast, nokje in de binnenkant van het deksel, en rechts ‘waar de klepel hangt ? ! ’
We hadden hier dus te maken met een wat moeilijk geconstrueerd klem/klik deksel, zoveel was al duidelijk. Maar kloppen, duwen, persen, draaien en wat nog meer… de wonderlijk gevormde (misvormde?) caseback bleef niet vast zitten. Met name de binnenzijde van het dekseltje leek nogal verbogen en mishandeld. Was er misschien iets zodanig verbogen dat er geen ‘klik’ meer mogelijk was? Ik probeerde het dekseltje voorzichtig draaiend in de bankschroef wat krapper te maken. Te krimpen als het ware. En wat gebeurde er: door de spanning in de bankschroef sprong het bovenste
deel met de langwerpige gaten los van het onderste deel met het kleine gaatje erin. Een helft viel op de grond. Geen probleem: het kwartje viel óók! Het inmiddels losse onderste deel klikte nu feilloos op de kast, als je het nokje positioneerde over het uitsparinkje. Klik! Dicht! Het deel met de langwerpige gaten dan? Opeens viel er wéér een kwartje! Het was een klankkast! Met klankgaten. Die versterken het geluid. Daarom heeft bijvoorbeeld een viool of een gitaar óók gaten! Op het buitenste dekseldeel stonden wat streepjes gekrast en op de kast eveneens. Streepjes uitgelijnd… even drukken… ja hoor! Klik! Vast! Het deksel probleem was opgelost. Nu nog iets doen met dat gaatje. Het waarschijnlijk verloren gegane onderdeeltje wat met een schroefje of klinknageltje in dat gat had gezeten was natuurlijk niet meer op te sporen, maar dat gat moest wel dicht. Waterdicht zou dit oude beestje waarschijnlijk sowieso niet meer worden, maar een gat in de caseback ging me iets te ver. Een klein plat schroefje er in prutsen leek me een oplossing. Schroeven zou niet gaan, maar een schroefje met een brede platte kop zoals een schroefje waarmee je een kroonrad vast zet zou ik er met een druppie acrilaatlijm wel op kunnen zetten.
Even graven in een van de bakjes met slooponderdelen:
Een kroonrad schroefje! Een afgebroken exemplaar met een héél klein stukkie schroefdraad er nog aan. Precies wat ik nodig had. Even vloeken in de kerk… Lijm… Schroefje er op… Gaatje dicht.
Vóórdat ik aan het schroefjes lijmen ging moest er eerst nog iets anders gebeuren. Het dekseltje was om de een of andere reden nog al mishandeld en gedeukt. Misschien omdat men geprobeerd had met een hamer (?) de beide dekseldelen van elkaar los te maken? Er moest daarom ook nog wat uitdeukwerk plaatsvinden. Nu heb ik daar niet echt geschikt gereedschap voor, maar al improviserend , met een slotbout met bolle kop als aambeeldje in de bankschroef en een klein hamertje kreeg ik er toch wat verbetering in.
Daarna nog wat polijstwerk op mijn Unimat 1 speelgoed draaibankje en het dekseltje ging er weer een beetje normaal uitzien.
Het onderste dekseltje met het ingelijmde schroefje op de juiste plek op de kast: Klik! Het bovenste deel met de ‘klankgaten’ daar boven op: Klak! Klaar! Weliswaar met een niet meer functioneel deel met de ‘resonantiegaten’. Ik neem dan maar voor lief dat ik het klokje niet meer zo luid zal horen luiden, omdat niemand meer weet waar de klepel hangt.
Maar… er is meer aan de hand! Het horloge heeft twee verschillende kroontjes. Naar mijn idee is dat niet zoals het hoort. Ik ga daarom op zoek naar twee passende wel gelijke kroontjes. Dat is een avontuur op zich want de asjes – één voor opwinden en wijzerverzet en de andere voor het opwinden en stellen van de wekker – zijn niet gelijk.
Kroontjes. Links: ervóór. Rechts: erna. Bovenste voor de wekker, onderste voor het horloge uurwerk
Ze hebben gelukkig wel dezelfde schroefdraad. Ook de tubes in de kast waar de kroontjes overheen moeten vallen zijn gelijk. Lang verhaal kort: twee passende kroontjes gevonden. Niet helemaal de goede goudkleur, maar het kan niet altijd kaviaar zijn. Kijk maar op de foto’s hier en daar.
Nog niet klaar. Omdat de asjes er toch uit moesten kon ook het uurwerk nog wel even uit het kastje. De wijzerplaat is véél groter dan het uurwerk, dus het ding gaat er aan de voorkant uit. De bezel met het glaasje komt makkelijk (iets té makkelijk) los. Twee schroefjes houden het uurwerk vast in de kast, dus die lossen we en het werkje kan er uit. Dan heb ik een los, vies, beschadigd, gekrast en afgeleefd horlogekastje in handen. Jammer, want het was oorspronkelijk 20 micron rose gold verguld. Het moet ooit een beauty van een horloge geweest zijn. Degene die het gedragen heeft is er niet lief voor geweest. Maar ik ga proberen te redden wat er te redden valt. Eerst in de ultrasoon, alle troep er af. Dan op de Unimat 1 al draaiend wat polijsten. Daarna nog een keer soppen in de ultrasoon. Uiteindelijk blijft er een schoon, nog steeds gehavend maar wel bruikbaar kastje over. Op de foto’s van het horloge is niet veel verschil van voor en na te zien maar in werkelijkheid is er nu toch, naast al het glimmende koper ook hier en daar nog wat echt goud wat er blinkt. Ach, sommige gerimpelde bejaarden zijn ook mooi oud!
Nog niet klaar? Nee, nog niet klaar. Het volgend probleem: een gebarsten glaasje. Het is echt een barst of scheur zo je wilt, dus er valt niks meer te polijsten.
Gebarsten glaasje. Niet meer te redden. Nadat ik deze foto maakte ben ik wel eerst mijn zwarte poetsklauwen gaan wassen!
Het glas heeft een flinke maat, 34,6 mm en in die range van 325 tot 350 heb ik niet zo veel plexy glaasjes in voorraad. Hopen dus maar. Bidden helpt niet want omdat ik ook al niet meer wist waar de klepel hing moest ik toch al de kerk verlaten voor het Hosanna los barstte.
Glaasje zoeken. Bingo! Een zakje 346, met wel 3 glaasjes er in! (geen grappen over het merk alstublieft!)
Maar… wel ‘lentilles’, dus nogal plat. Voorzichtig wordt er een exemplaar in het kwetsbare, want hele dunne bezeltje geprutst. Geprutst want een lentille glas heeft vrijwel geen opstaande rand en kan dus niet met de Bergeon glazenklem gezet worden. En… nee hoor, niet bingo. Het glaasje blijkt een fractie te plat. De seconden wijzer (waarover verderop nog iets) loopt vast op het glas. Ik heb nog één kans: ik heb ook nog een wat hoger zgn.’punaise’ glas. Maar wel een tiende mm kleiner. Als dat maar blijft zitten. The Force is with me. Klik. Past! Bezel derop, klik. Alle wijzers draaien. Maar het bezeltje zit erg los. Dun randje, slijtage, als ik het beet pak draait het los over de kast. Wat te doen?
Ik ga gewoon toch even terug de kerk in om daar stiekem even te vloeken. En vervolgens pak ik een tandenstoker en breng op drie punten drie héle kleine dotjes cyanoacrylaat gel superlijm aan in het sponninkje van de kast. Niet eens zozeer om de bezel vast te lijmen, maar om als de lijm hard is de bezel wat steun te geven in de sponning. Hij kan als het moet er weer af.
Ziezo. Dat zit. Vloeken in de kerk is soms best lekker. Zeker als het helpt.
Nu nog een bandje. Het op zich zelf aardige donkerblauwe bandje wat Bas er aan gehangen had was iets te groot. De lug maat is 18,5 en het bandje 20mm en dan bloezen de randjes over de luguiteinden en dat vindt Ome Lexaf niet mooi. Dus moet er een ander bandje op. Ik heb nog iets in de vooraad standaard bandjes. Een iets breder uitgevallen 18mm. Precies de goede maat dus. Ook niet echt een super luxe ding, maar deze past en een zwart lizart print bandje staat wel bij dit door het leven gemerkte horloge, dat zo stap voor stap stukjes van zijn oude waardigheid terug begint te krijgen. Het is en blijft een oude man, maar voor zijn leeftijd gaat ie er toch nog netjes verzorgd en goed gekleed uit zien. Kwetsbaar, ‘but still going strong’. Bijna klaar.
Bandje: Past en staat netjes.
Glaasje: Past. Nieuw.
Bezel: Versleten, maar gefixeerd, dus die dondert er niet meer zomaar af.
Kastje: Gehavend, ‘geleefd’.‘Boeiend oud’ zullen we maar zeggen. Karakter!
Kroontjes: New old stock. Geel goud, niet rose, maar wel twee dezelfde.
Achterkant: Het blijft een raar ding. Zit goed vast en sluit behoorlijk. Gat gedicht, klepel weg.
Wijzerplaat: Vlekken, schade, krasjes, vuil. Is niks meer aan te doen zonder het erger te maken, maar geen probleem, dat noemen wij Paatinaa!
Maar dan: die seconden wijzer! Te kort! De seconden index zit aan de buitenrand. De rode cijfer index is voor de wekker. Het uiteinde van de wijzer zwerft daar ergens tussen in. Bovendien, als je goed kijkt, ziet die seconden wijzer er een beetje afgeknipt uit.
Zonde (ohhh alweer die kerk!) om dat te laten zitten.
Daarom, als laatste actie: op jacht naar een passende seconden wijzer. Gelukkig heb ik daar een bescheiden voorraadje van, dus met wat geluk gaat dat lukken. En dat gaat het ook. Hier doet zich het voordeel voor van een los afneembare bezel. Nu hoeft het glas er niet af of, nog erger, het uurwerk opnieuw uit de kast. Klik, bezeltje er af en de wijzertjes zijn bereikbaar. Met wat trial & error wat seconden wijzers uit de voorraad passen. Eerst maar het voorraadje new old stock. Nummer 3 reeds(!) is Bingo! Hoe is het mogelijk!
Juiste lengte, precies op de index.
Juiste gatmaat, blijft met licht aandrukken netjes op de as zitten.
Juiste buslengte, zit daardoor niet te dicht op de minutenwijzer.
Ook met de langere lengte blijft deze wijzer, na wat buigen, netjes vrij lopen van het glas.
Verkeerde kleur. Zilverkleur. Je kunt niet àlles hebben.
Maar, ik vind dat dit horloge met zijn ook al rode wekkerindex wel een rode seconden wijzer verdient. En dat is met een druppeltje rode modelbouw verf redelijk snel gerealiseerd.
Het is volbracht. Cést fini. It’s alive.
Hij mag weer terug naar Bas. Ik hoop dat ie er blij mee is.
Ter afsluiting nog even een nette serie van het voltooide klusje met natuurlijk de obligate polsfoto.
Ik hoop dat ik jullie weer een beetje vermaakt heb met dit horloge avontuur. Tot een volgende keer!
Lex