I dare you......ik daag jou uit

Laat ik nou ook nog een aantal (semi) klassieke auto’s hebben. :laughing: Al laat ik het sleutelen eraan vaak over aan m’n pa. :sunglasses:

Heb ook even overwogen om de rode 516 in m’n verhaal te noemen, is ook een van de toppers, alleen was de zoektocht minder spannend. :grin:

7 likes

Eigenlijk best wel veel Tissot aanhangers hier op het forum.
En zo te zien ook verdiend, want ze hebben heel goeie horloges gemaakt. Raar dat het merk de sterrenstatus
nooit kreeg die Omega wel verworven heeft.
Ze lagen oorspronkelijk dicht bij elkaar in de groep van mr Swatch Hayek.
Longines, Tissot en Omega 3 fantastische merken.
Omega consumentenlieveling en prijsfűhrer.
Longines in de schaduw en Tissot meest bereikbaar.
Dat is mijn idee (maar ben een leek, geen marketeer en geen strateeg :roll_eyes::sunglasses:)

Een mooi verhaal Wilco, dank voor het delen!

3 likes

Ben dr nog niet klaar voor…:grin:
Dussssssss…
:wink:

1 like

Dank voor de uitnodiging @wbcoupe. Het verbaasde me eerlijk gezegd niet echt dat de vraag kwam; ik heb dit mooie topic gevolgd en zag langzamerhand de forumgenoten aan bod komen die wat dichter bij me staan. Ik ben wat druk momenteel, maar ga er zeker over nadenken, en kom er in de komende dagen op terug :smiley:.

6 likes

Top, leuk dat je de uitdaging aanneemt, ik kijk ernaar uit. :grinning:

1 like

Verzamelen

Hoewel ik al een paar keer op prachtige bijdragen van andere HF leden in dit geweldige topic heb gereageerd, was ik er nog niet echt aan toegekomen om mijn uitdaging hier toe te voegen, hoewel ik daartoe al door @Lena76 was uitgenodigd. Ik ga dat dan nu maar eens doen. Ik begin gewoon met schrijven en zie wel wat er van komt. Ik heb er van te voren een beetje op zitten broeden en ben bang dat ik nu al weet dat het een heel lang verhaal gaat worden, met veel plaatjes en niet persé allemaal van horloges. Dus ga er maar lekker voor zitten.

Er zijn diverse thema’s in dit topic. Het begon met het verzoek om te vertellen wat je favoriete of ‘grail’ horloge is en hoe je daar aan gekomen bent. Al snel breidde dat uit tot de vraag ‘hoe ben je gekomen tot je belangstelling voor horloges’. Ik ga proberen daar mijn persoonlijk antwoord op te geven.

Het begon bij mij helemaal niet met horloges. Het begon bij mij met Verzamelen. Met een grote V.
Niet het onderwerp of het thema van de verzameling is belangrijk bij mij, maar het verzamelen als zodanig. Dat heeft ernstige consequenties. Het is de ultieme, meest gevaarlijke en meest ingrijpende vorm van Het Virus. Net als bij Griep met al zijn ingewikkelde varianten is het Virus Horlogeritis slechts een van de vele varianten van het Virus Collectionaris.

Ik ben geboren in 1949. Als klein jongetje ging ik , net als veel andere kinderen in de jaren 50, dingen ‘sparen’. Suikerzakjes. Niet zo maar in een doosje of een plakboekje, nee vele albums vol. Van die grote joekels met spiraalbanden. Ik herinner me nog de typische geur van de gluton lijm waar ik alles mee inplakte. Op kleur; op plaats; op land; zakjes; wikkeltjes. Die zakjes waren niet altijd helemaal leeg, dus die plakboeken werden na enige tijd echt plakkerig van de suikerrestjes. Daarna kwamen de sigarenbandjes, de lucifermerken, de Engelse sigarettendoosjes, Croydon met de vliegtuigplaatjes, Captain Grant met de schepen. Albums vol. De boekjes van Hus Beschuit met de auto- en nummerbord plaatjes. Zo begon het. Ze zijn allemaal weg.
Belangstelling verloren, weggegooid of weggegeven aan jongere vriendjes. Kwijtgeraakt met verhuizingen.

Maar het werd erger. Alle Prisma Pocket deeltjes van de boeken van Captain W.E. John over de vliegende held Biggles.


(prentje van het web… ik heb ze niet meer.)

Ik was 12. Ik las me suf. Later, ik was met 19 jaar net op kamers gaan wonen, bleek dat mijn moeder mijn Biggles boekjes allemaal had weggegeven aan een volkomen onbekend jongetje. Ik was woest! Dat was eigenlijk de eerste keer dat ik mij realiseerde dat het niet alleen maar om die boekjes ging, maar dat het geheel ook nog een meerwaarde had. Het was een collectie. En die was door mij opgebouwd. Dat was iets persoonlijks. De verzameling was meer dan het object.

Het leven ging verder. Ik maakte, eerst met mijn vader samen, later met vriendjes, heel graag en heel veel muziek. Ik had al vanaf mijn 6e jaar leren gitaarspelen van mijn vader. Hij kon goed jazzviool en gitaar spelen. Ik mocht het ook eens proberen. Die viool vond ik niks, de gitaar werd - en is nog steeds- een passie. Met mijn vader speelde ik zigeunermuziek, tango’s en nummers van Django Reinhardt. Ik was Django, pa was Stephan Grapelli. Klassiek gitaar les hield ik maar een paar jaar vol, zo saai! Maar toen kwam de Rock&Roll! En de Blues! En de Beatles! En Radio Veronica. En bandjes. (bèndjes! Geen tapejes). Van verzamelen kwam even niks. Ja toch wel, in mijn hoofd verzamelde ik alles. Ik kende al die nummers uit mijn hoofd, ik kende alle akkoorden. Ik kon alles uit mijn hoofd spelen. Noten lezen hoefde ik niet. Dus al gauw kon ik geen noot meer lezen en heb dat tot mijn latere spijt ook nooit meer goed geleerd. Maar toen. Ik kreeg het oude Braun platenspelertje van mijn vader. Bakeliet met een plastic armpje en een kristal element. En daar ging ik! Grammofoonplaten. In vele jaren daarna heb ik me suf gekocht aan grammofoonplaten. Niet alleen popmuziek, maar vooral veel Blues en Flamenco muziek. Daarnaast toch ook veel klassiek, ik ben thuis opgegroeid met de Nocturnes van Chopin en de Moldau van Smetana, de symfonieën van Beethoven en Mozart. En Bach. Mozart en Bach vond ik maar niks, de magie daarvan ging ik pas veel later ervaren, toen ik een beetje volwassen werd en beter ging luisteren. De werkelijke magie was en is nog steeds voor mij echter: The Blues. Want dat kon ik zelf ook. Ik was 16! Sturm und Drang! Meisjes! Liefdesverdriet. 15 verschillende mondharmonica’s! Ja daar gaan we weer. Ik wilde ze gewoon allemaal hebben. Alle toonsoorten, Bluesharp, Chromatisch. Met die mondharmonica’s is iets eigenaardigs gebeurd. Ik ben ze allemaal kwijtgeraakt en ik heb geen idee hoe. Ik verhuisde nog al eens van kamer in die periode rond mijn 20ste en daar zal wel eens het een en ander zijn weggeraakt. Net als een hele doos vol met mijn mooiste Blues LP’s. Daar was ik wel erg verdrietig over.

Verzamelen dus. Ik had toen ik een jaar of dertig was, ik was toen al een tijdje samen met iemand die later Mevrouw Lexaf werd, meer dan 600 LP’s, een dikke HiFi installatie en een Revox G36 Taperecorder (ik deed het niet voor minder) met aan opgenomen muziek een equivalent voor nog wel zo’n 500 LP’s. En vier gitaren. Een 12 snarige EKO, gekocht op mijn 15e van mijn eerste vakantiewerk centjes, later een hand gebouwde Spaanse, ter plekke bij een meester gitaarbouwer in Granada verworven. Nog 2 andere klassieke gitaren, een Aria en een Ibanez. Ik heb ze nog steeds. In de loop der tijden kwamen er nog meer, waaronder een zelfgebouwde basgitaar (omdat ik een echte niet kon betalen als middelbare scholier en later een Höfner basgitaar met een viool-vormige kast, jawel: Paul McCartney had er óók zo een. Dat ding heb ik ooit verkocht in een vlaag van verstandsverbijstering. Daar heb ik nog steeds, na bijna 50 jaar, spijt van. De zelfgemaakte basgitaar heb ik aan een vriendje verkocht en was een half jaar later ter ziele (de gitaar, niet het vriendje). En daarna kwamen er nog een aantal andere… Ja, een collectie dus. Mijn favorieten: Een zeldzame Fender Squier Showmaster elektrische gitaar, die ik voor 60 (!) euro ooit op een Koninginnedag markt heb gekocht en een elektro akoestische Ibanez Jumbo prototype, waarvan er voor zo ver ik weet maar hoogstens 10 bestaan. Aan die Squier Showmaster heb ik eindeloos gesleuteld en die kan nu dus praten. Wel eens naar J.J Cale geluisterd? Dat dus.

Ik ben er nu een beetje overheen, maar er was een periode waarin Mevrouw Lexaf regelmatig riep: Je gaat toch niet nòg een nieuwe gitaar kopen he?

Verzamelen. Het houdt niet op. Ik was inmiddels ca. 25 jaar en fotograaf. Voor een kleine filmproductie die ik met een vriend maakte hadden we een pluchen pinguin nodig. Hoe het kwam weet ik niet meer maar vanaf dat moment kreeg ik van iedereen in mijn omgeving pinguins! Van pluche, keramiek, glas, kaarsvet, zeep, hout, chocola, staal, brons, porcelein, hout, kraaltjes, plastic, papier, zilver… je kan het zo gek niet noemen. Ik ging zelf ook enthousiast op zoek. Met Koninginnedag op de vrijmarktjes, de Verzamelaarsbeurs in Utrecht, de grote rommelmarkt in Temploux (BE) en de mega grote jaarmarkt in Lille. Er ontstond een Verzameling. Mijn favorieten: de pluchen pinguins van het beroemde pluchen beesten merk Steiff. Ze zijn zó mooi!

En het gaat gewoon door. Er komen schat ik, alleen al aan pinguins die ik ten geschenke krijg, zo’n 10 à 15 exemplaren per jaar bij. Ik heb twee vitrines voor de meeste pinguins, de rest staat overal in huis. Ik wil er eigenlijk graag een derde vitrine bij, maar dat mag niet van Mevrouw Lexaf. Dan kan ze niet meer lekker slapen. Die vitrines met meer dan 600 pinguins staan namelijk op onze slaapkamer. Je denkt misschien: wat ben je nou voor vent, bemoeit zij zich met jou verzamelingen? Ja! Gelukkig wel. Zij houdt mij in toom anders was het hier in huis helemaal niet meer om uit te houden. Discipline is leuk, maar je passies volgen is nog leuker. Zij houdt dat voor mij in evenwicht.

Er is nog veel meer. Sommige verzamelingen zijn statisch. Dat wil zeggen, er komt niets of nauwelijks meer iets bij. De vintage Matchbox autootjes die allemaal afkomstig zijn van de vrijmarkt op Koninginnedag.

De modeltreintjes.

Ach ja, de treintjes. Dat kwam zo. Ik werkte zo rond mijn 22ste als Steward / couchette rijtuig begeleider op de vakantietrein van de Bergland Express. In de winter naar Oostenrijk voor de wintersport en in de zomer naar de Italiaanse Rivièra. Daar heb ik Mevrouw Lexaf leren kennen. Zij werkte daar ook als Stewardess. We werden een Treinstel. De eerste model treintjes die ik kocht waren miniatuurtjes van de wagons waaruit die Bergland Express treinen werden samengesteld. Een vriend van me had ook nog wat wagentjes en locomotiefjes en rails. Een half jaar later hadden we samen bij zijn ouders thuis een miniatuur treinbaan van ruim 10 vierkante meter en hadden we meer dan 1000 gulden uitgegeven aan nieuwe wagonnetjes, locomotiefjes, rails, wissels, Faller huisjes en decormateriaal. Een paar jaar later ging ik verhuizen en belandden mijn model treintjes in een vitrine, waar ze nu nog steeds in staan. Kinderen die bij mij thuiskomen (kleinkinderen zijn er –nog- niet) vinden het fascinerend.
Nog steeds geen horloges en ook nog steeds geen vulpennen. Die komen nog… Later…

Zo rond mijn 24ste kwam ik na de klassieke 12 ambachten en 13 ongelukken terecht als leerling/assistent bibliothecaris bij de Rijksvoorlichtingsdienst (de RVD) in Den Haag. De RVD was onderdeel van het Ministerie van Algemene zaken. Internationaal meer bekend als ‘The Prime Ministers Office’. Als ex-fotograaf moest ik documenten en krantenknipsels op microfilm zetten en het microfiche archiefje wat daar bij behoorde verzorgen. Hoe saai ook, ik realiseerde me dat ik voor het eerst professioneel aan collectievorming aan het doen was. Ik behaalde door avondstudie mijn papieren als documentalist en later de nodige informatica diploma’s. Daarna kwam het omslagpunt naar het echte professionele werk. Ik kreeg de opdracht om het in die tijd nog niet inhoudelijk ontsloten archief van historisch Film en fotomateriaal – 6 miljoen 35mm nitraat bioscoopfilm en ruim een miljoen foto negatieven te inventariseren en er een ontsluitingssysteem voor te maken. Dat bleek uiteindelijk een klus voor 20 jaar. Buitengewoon boeiend, want er waren nog geen PC’s en geen Google en geen e-mail en geen Internet. Alle wielen moesten nog worden uitgevonden. Met hulp van ingenieurs van de TH Delft en experts van het Rijks Computer Centrum en een team van extern aangetrokken historici ontstond het eerste op vrije tekst te bevragen toegankelijk gemaakte media archief Ter Wereld! Dat archief en dat systeem bestaat nog steeds, nu wel in een zeer gemoderniseerde en geavanceerde vorm bij het wat nu het ‘Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid’ in Hilversum heet. Samen met het beeldmateriaal van de NOB/NOS, de collectie van de Stichting Film en Wetenschap uit Amsterdam, en het materiaal van het Nederlands Omroepmuseum is daar het leeuwendeel van het Nederlandse documentaire bewegend beeld materiaal ondergebracht. Twee belangrijke deelcollecties: al het door de Nederlandse Staat geconfisqueerde Duitse propaganda filmmateriaal dat zich na de bevrijding in 1945 in Nederland bevond en het complete Polygoon filmjournaal (bekend van vroeger bij de Cineac bioscopen) van 1924 tot 1987. Met name de ouderen onder jullie zullen onmiddellijk moeten denken aan de metalen heldere stem van journalist Philip Bloemendal, die vele jaren lang het wekelijkse bioscoopjournaal van zijn door hem zelf geschreven commentaar voorzag. Het Polygoon journaal dat vrijwel zonder onderbreking, m.u.v. de oorlogsjaren, elke week werd geproduceerd is het enige nog voor 99% complete filmjournaal ter wereld waarvan zelfs de originele camera negatieven nog bewaard zijn gebleven. Het vormt daarmee een uniek en ontzagwekkend historisch document. De fotocollectie van meer dan een miljoen negatieven en ongeveer evnzovele afdrukken is in die zelfde periode, ca. 1998, ondergebracht bij het toenmalige ‘Algemeen Rijks Archief’ tegenwoordig Nationaal Archief geheten, in Den Haag.

In die vroege tijd bij de RVD ontstond dus ook het besef en de kennis dat verzamelen enerzijds en archiveren en documenteren anderzijds twee bijna tegengestelde zaken waren, maar wel met een verraderlijke gemeenschappelijke factor: collectievorming. Verzamelaars en archivarissen gaan niet goed samen. De één wil van alle dingen meer, meer, meer. Voor de heb. De ander wil zo selectief mogelijk overzichtelijke en betrouwbare informatie, die mede door de tijd en door zorgvuldige beoordeling geschoond is. Voor betrouwbare geschiedschrijving en waarheidsvinding. Beide aspecten spraken mij aan. Privé ben ik een verzamelaar, eigenlijk gewoon een ‘hoarder’, professioneel ben ik een gedisciplineerd (media) archivaris, die eigenlijk meer verstand heeft van weggooien als van bewaren. Heel schizofreen, maar ik vrees dat ik zo in elkaar zit.

Nadat mijn Lief en ik in 1982 verhuisden naar het veel grotere huis waar we nu nog steeds wonen deed het zich voor dat we een paar Ficus planten te verzorgen kregen van vrienden die voor langere tijd op vakantie gingen. In dezelfde tijd kwam ik via een andere kennis in aanraking met het begrip Bonsai boompjes. Die ficussen waren leuk start materiaal. Je begrijpt het al: er was weer een nieuw zaadje geplant. Bonsaiboompjes zijn fascinerend. Een plant of boom kun je geen pootjes laten geven, ze blaffen of miauwen niet als je thuiskomt, maar je kunt ze wel degelijk trainen. Laten leren als het ware. Daarnaast is de Indiase, Chinese en Japanse cultuur (in die volgorde) waar het kweken en verzorgen van miniatuur bomen in een schaal of pot uit voortkomt ronduit fascinerend. Bonsai betekent letterlijk ‘Boom In Pot’.

De techniek om een boom te dresseren dat ie er in miniatuurvorm zo uit gaat ziet als een grote, oude volwassen boom is complex en heeft veel te maken met begrip voor de natuur, voor biologische processen en vooral met geduld. Héél veel geduld. Heel Zen! In een tijd waarin ik veel stress ondervond in mijn baan bij de RVD kwam me dat heel goed uit. Ambtenaar zijn bleek ingewikkeld en mijn werkomgeving was een beetje een slangenkuil, dus wat out-of-the-box concentratie en ontspanning kon ik wel gebruiken. Anderen gingen voetballen en joggen, ik ging bijna dagelijks na afloop van mijn werkdag een half uurtje en soms meer voor een bonsaiboompje zitten staren en af en toe een takje wegknippen.
Binnen een jaar of vijf stonden er zodoende meer dan 60 miniatuurboomjes in schalen en potjes in de tuin, van beginnende tuincentrum plantjes tot min of meer serieuze bonsaiboompjes. Daar zijn er inmiddels wat minder van over, veel zijn er ook gestorven en er kwamen en komen ook nog wel eens nieuwe bij. Ik ben nu met pensioen, heb alle tijd, maar ik zit nog steeds regelmatig aan de tuintafel aan een boompje te pielen. Met name in de lente en zomer, ‘s winters rust ik en de boompjes ook.

Ergens aan het eind van die jaren ’80 ontstond er iets nieuws aan het verzamelfront. Min of meer toevallig had ik de oude Parker 51 vulpen van mijn vader, de defecte celluloid Wearever van mijn schoonvader, mijn eigen oude Parker en Monterosa schoolvulpennen en nog wat oud spul van onduidelijke herkomst eens bij elkaar gelegd. Ohhh, leuk! Ik had ze een beetje opgepoetst en op een vrijgemaakt plankje in de boekenkast gelegd. Voorts bij de plaatselijke papeterie toch maar een mooie nieuwe Waterman vulpen gekocht. En nog een. Ja hoor, het was weer zo ver. Van mijn broer kreeg ik het boekje ‘Vulpennen – Gids voor verzamelaars’ door Jonathan Steinberg met daarin de opdracht van mijn broer: “Met het risico dat dit tot een verzameling leidt” . Waar dat toe heeft geleid kun je zien op de foto die al eerder door mij in dit draadje is gepost. Wat het spelen met vulpennen uiteindelijk tot mijn favoriete hobby maakte is dat ik ontdekte dat je die oude en zelfs antieke vulpennen vaak uitstekend zelf kon restaureren zodat ze weer functioneel werden en zelfs tot een verbluffende bijna nieuwstaat terug te brengen waren.
The rest is history. Ter illustratie hier nu niet een foto van de vulpencollectie, want die heb ik al een keer geplaatst eerder in dit topic, maar een plaatje van de enige echt van scratch af zelf uit ruw vintage Italiaans celluloid staf gemaakte vulpen. Een echte Lexaf dus.

Nog niet verveeld? Ok dan komen we nu voorzichtig aan bij de horloges. Door het spitten op het internet, e-Bay, Marktplaats, The Fountain Pen Network, etc kwam ik ook steeds meer en vaker aanbod van vintage horloges tegen. Er bleek bij vulpenverzamelaars en –handelaren een vrij grote overlap te bestaan van vulpennen en horloges. Mijn eigen horloge was toen een titanium kleurige platte Quartz Pulsar die ik van Mevrouw Lexaf heb gekregen. Nu is het ding totaal versleten want jaren lang dag en nacht gedragen. Maar ik heb ‘m nog, want van mijn Lief gekregen, nadat ik mijn ooit eens van een collega voor een prikkie gekochte ultra platte Enicar (!) had verkloot door er mee in zee te gaan zwemmen. Een half jaar later was ie totaal verroest. Samen met mijn vaders kapotte oude militaire horloge (military issued, dirty dozen family) en mijn eveneens defecte oude Vendex automaat, van mijn ouders gekregen voor mijn 18e verjaardag, heb ik ze op Marktplaats verpatst voor fondsen voor nieuwe vulpennen. Wist ik veel, toen. Om onduidelijke reden bleef het horloge van mijn opa, een mooie military style Lemania, in een laatje liggen. Geen bandje, glaasje kapot en gekrast. Hij liep nog wel, zei het slechts voor een uurtje. Later, toen ik wijzer was geworden heb ik het bij HF lid André de @vouwfietser laten opknappen. Er moest een nieuwe veer in en met een goede servicebeurt was het klokje weer helemaal mooi. Een van mijn mooiste stukjes.

Dit gezegd maak ik tussendoor ook maar even van de gelegenheid gebruik voor een hint naar dit hoog gewaardeerde Forum lid. Andrè, ik nodig je uit in deze draad jouw verhaal te vertellen!

Hoe het precies verder ging weet ik niet zo goed meer. We leven inmiddels in een nieuwe eeuw, wat heet, een nieuw millennium. Ik ging steeds vaker behalve vulpennen ook bieden en jagen op oude horloges. Dure high end exemplaren heb ik me nooit kunnen veroorloven, dat geldt overigens ook voor de vulpennen, maar meuk is leuk en daarbij vind je soms verrassend mooie dingen. Ik ga ze niet allemaal opnoemen. Ik laat hier alleen iets zien in een categorie waar door veel horlogeliefhebbers vaak een beetje op gespuugd wordt zijnde inferieure troep, maar waar ik een speciaal zwak voor heb. Penanker schoenpoetsdoosjes. Met de vermelding dat de meeste exemplaren op deze foto nog steeds redelijk tot uitstekend lopen.

Er zijn ook nog veel kwalitatief mooiere horloges in de theedozen waarin ik ze bewaar, maar dat is misschien weer eens wat voor een andere keer. Er is in ieder geval in zo’n 15 jaar tijd mede met hulp van de kennis en informatie van het HorlogeForum een gevarieerde collectie ontstaan waar ik veel plezier van heb.

Er is ook nog wat ‘spinoff’. Bijvoorbeeld door het ‘off topic’ draadje ‘Show je vulpen met je zakmes’ ben ik eens gaan kijken wat ik daar allemaal van ik huis had. Veel vakantie trofeeën en wat exemplaren die ik gewoon al had, ik weet niet meer hoe of waarom. Ik heb alle messen maar eens opgepoetst èn geslepen, waar nodig, want een mes hoort scherp te zijn. Een vulpen moet schrijven en een horloge moet lopen. De messen liggen nu heel gelukkig samen bij elkaar in een vitrine vakje van mijn boekenkast mooi te wezen.

Een andere redelijk recente spinoff is het maken van horlogebandjes. Door het restaureren van vulpennen had ik al redelijk veel fijn snij- frees- boor- en polijstgereedschap in huis en mooie bandjes voor al die horloges zijn best duur. Zelf maken wilde ik wel eens proberen, dus daar ben ik vooral de laatste tijd veel mee bezig. Ik mag met enige trots zeggen dat het maken van mooie bandjes me steeds beter afgaat. Elders op HF vind je als je het op wil zoeken wel wat werk van mij.

Ik ga proberen dit hopelijk voor jullie niet te extreem lange verhaal af te sluiten met datgene waar de initiatiefnemer van dit topic op doelde: schrijf iets zinnigs over je favoriete horloge of zo je wilt, de ‘Holy Grail’. Ik heb al eerder geroepen: ik heb geen holy grail. Als je zegt dat je de heilige graal gevonden hebt dan is dat een ‘contradictio in terminis’ De fysieke graal bestaat niet in mijn bescheiden mening.
Ik zie het hier op het forum. Als iemand zijn graal heeft gevonden is het geen graal meer en word ie niet zelden geflipperd voor weer een nieuwe ‘graal’. De graal is een mythe. Dat was al zo in de tijd van Koning Arthur en dat is in de tijd van Indiana Jones niet anders. Mythes zijn belangrijk. Mythes geven inspiratie en hoop. De graal is een wens.

Ik heb ook geen specifiek favoriet horloge. Sommige van mijn horloges zijn me dierbaar omdat er een verhaal aan vast zit of omdat het erfstukjes zijn. Ik heb niet àlle horloges van mijn vader verkocht :grin:. Er is toch één horloge wat ik graag hier wil laten zien omdat ik het heel bijzonder vind.
Een paar nummertjes terug in dit draadje reageerde ik op de bijdrage van @wbcoupe met zijn prachtige Tissot Trenchwatch. Als ik al een graal zou zoeken of willen hebben is dat er een.

Het horloge wat ik hier presenteer is meer dan honderd jaar oud. Geen echte trenchwatch maar wel zo’n bolletje met twee aangesoldeerde beugeltjes. Doe denken aan een trenchwatch. Maar in tegenstelling tot de kwalitatief hoogwaardige Tissot van Wilko gaat het hier om een klokje uit de absolute onderkant van de markt.
Het is een, gezien het formaat, waarschijnlijk voor vrouwen bedoeld horloge van de Gebrüder Thiel Gmbh, historisch gezien de voorganger van de latere Oost Duitse VEB Ruhla. Ik heb er al eens een artikeltje aan gewijd hier op het Forum dus dat ga ik niet helemaal herhalen. Ik geef hier een korte samenvatting. Bij een van mijn Rikketik bezoeken vond ik, een aantal seizoenen geleden, iets in een hoekje in een rommeldoosje, bijna tussen de spruitjes zal ik maar zeggen. Een nogal onooglijk viezig oud horlogetje, met een rare grote kroon en een vreemd extra knoppie aan de zijkant. Prijs? Geef maar 2 euro. Ok. Het was een vies ding en het liep niet goed, dus het belandde in een bakje met sloopspullen. Er zat een mooi bol glazen glaasje op dus dat kon ik misschien nog eens gebruiken. Veel later kwam het ding weer tevoorschijn, op zoek naar een onderdeeltje en keek ik er nog eens goed naar. Dat rare knoppie leek wel heel erg op het knopje voor het gelijk zetten van een oud zak horloge. En hij liep misschien niet goed, maar hij liep wèl. Dik doing Dik doing. Penanker! Oud. Primitief. Toch maar schoongemaakt en opgepoetst en daarna op het internet gespit en gevonden wat het was. Zie bovenstaand vermeld artikel ( Het eerste massa geproduceerde polshorloge ter wereld )

Meer dan honderd jaar oud. Eigenlijk, behalve een waarschijnlijk versleten uurwerkje, nog heel mooi en gaaf. Dus: ereplaats in mijn vitrine bij de andere oudjes. Er moest alleen nog een bandje op. Dat is zeer recentelijk gerealiseerd. Twee dagen voordat ik aan dit artikel begon vond ik tussen mijn leerrestjes nog een oud zwartleren dames ceintuurtje met exact de goede breedte en dikte voor een bandje en een vintage uitstraling. Het leek precies op het bandje van de afbeelding uit de Thiele catalogus uit 1915. In een ander laatje met incourante gespjes vond ik zowaar ook nog het juiste gespje!

Het moest zo zijn. Graal? Welnee, maar wel een verhaal en een bijzonder horloge.

Dank voor het geduld om dit allemaal te lezen.
Lex

52 likes

Pfffffffffff, wat een verhaal :wink:

1 like

Prachtig om te lezen!

1 like

Uhhhmmm , dit was er een uit de categorie ’ ongelooflijk '
Maar toch ook incompleet. Er wordt nagenoeg niet over gerept, maar ik heb het sterke vermoeden dat het verzamelen van woorden de topper des collecties is.
Een ware kunst is het dan ook om de verzamelde woorden in een mooie vloeiend flow en volgorde te krijgen.
Dáár ben je bovenmatig begaafd en dus ook ruimschoots geslaagd.
Mooi verhaal!

9 likes

Prachtig verhaal, en de verzamelwoede is herkenbaar. Als kind spaarde ik ook vanalles. Niet allles heb ik bewaard, maar voor de modelauto’s heb ik vorig jaar nog een vitrine gemaakt. :sunglasses:

https://www.horlogeforum.nl/uploads/db9961/original/4X/8/0/5/805794a08846274bef074b388be19424db79ac52.jpg

.

8 likes

Beste @lexaf wat mij betreft heb je het niveau van dit topic even naar een nieuw niveau getild.
Retrospectief denk ik ineens aan alle dingen die ik ook nog had kunnen vertellen en links die ik nog had kunnen te maken.
Was het een lang verhaal, jazeker. Was het de moeite waard; nog mee jazeker!!! Dank je.

Deze Climmerick kwam in mij op:
Of het nu pinguïns, pennen, boekjes of een gitaar is,
Of het nu een flipperaar, verzamelaar of archivaris,
Iemand als Lexaf,
Verbind het koren met het kaf,
Als ultimo primo Collectionaris

15 likes

Wow! :blush: Dank je wel Frank!

Ha! Wat leuk! Ik ben verzot op limmericks en dit is echt een hele knappe. Dank je wel , ik voel me vereerd. :laughing:

bassguitar

2 likes

Ben het met je eens en tegelijkertijd kan ik dan ook opmerken dat de commentaren op de geschreven bekentenissen een poëtisch karakter krijgen en als doorwrochte kunststukjes evenveel lof verdienen!

4 likes

Voor @Climholland

Een bepaald lid op het Forum maakt vaak leuke grappen.
En weet daarbij uit een goed vaatje te tappen.
Hij stuurt bij zijn berichtjes
Soms ook leuke gedichtjes.
Met die vent wil ik wel eens gezellig gaan stappen.

9 likes

:joy::joy::joy::joy::+1:
Schitterend, als corona weer de ruimte biedt
Zie ik een aangenaam speciaal bier in het verschiet

2 likes

:joy::rofl::joy::rofl:
Ja maar, hij is nog niet af!?
Volgens mij gaat ie zo:

Schitterend, als corona weer de ruimte biedt,
Zie ik een aangenaam speciaal bier in het verschiet.
Dan gaan we zoveel zuipen,
Dat we nog slechts kunnen kruipen.
En beiden moeten pissen als een vergiet!

smiley1555

5 likes

Super dit. :joy::joy::joy::joy:

Nu het openbaar is,
Dat onze gewaardeerde archivaris,
Met op het hoofd een vergietje
Volgend aan een "liever nietje"
Ook wellicht een pastafaris?

:joy::joy::joy:
Sorry, deze kon ik niet laten. Fijne nacht nog

7 likes

:laughing::rofl: :+1:
Nou, nog éentje dan.

Maak je vooral niet ongerust,
@Climholland, die aan horloges klust.
Want met op je hoofd een vergiet,
Lukt dat uiteraard niet.
Maar ik wens jou ook, voor vannacht, goede rust.

4 likes

Ha Wilko. Leuk om jouw verhaal te lezen. Ik wist dat jouw hart bij Tissot lag…maar 60 stuks :scream::grin:. Jij bent de baas hoor :grin::kissing_smiling_eyes::ok_hand:t3:

3 likes

Wat een lekker verhaal. Ik laat het mijn vrouw ook lezen, zodat ze geen reden meer heeft om over mijn hobby te klagen :wink:
Leuk om te lezen dat iedereen zijn hobby, of eigenlijk liefhebberij, anders invulde en beleefd.

4 likes