Beste forumleden,
Dit vind ik nou eens een écht leuke discussie, die buiten forums als deze al heel wat langer binnen het vakgebied wordt gevoerd. Bedankt GJ voor het starten van dit draadje!
Heel wat ‘merken’ zouden er alles voor over hebben om als ‘manufactuur’ te worden beschouwd, want deze eretitel is natuurlijk maar wat gunstig voor de afzet. Het is echter ook duidelijk dat er maar heel weinig bedrijven waren en zijn die zelf alles binnenshuis konden/kunnen fabriceren en de vraag is dan ook: welke criteria zijn bepalend of een horlogemerk zichzelf ‘manufactuur’ mag noemen of door de buitenwereld als zodanig wordt erkend?
Voor heel veel onderdelen bestonden in de hoogtijdagen van het Zwitserse horloge gespecialiseerde toeleveranciers: A. Lohner AG in Liestal voor balans- en opwindassen, horlogeglazen van Münchmeyer-Sternkreuz in Verden (Duitsland) - een bedrijf dat overigens nog altijd bestaat - Pierre Seitz in Les Brenets die het merendeel van de steenlagers leverde, om er maar een drietal te noemen. Ook voor kasten, wijzerplaten, wijzers (veruit de belangrijkste: Universo SA, La Chaux-de-Fonds), opwindkronen, veren, balansen, spiralen, leer- en rubberwaren zijn er ook vandaag de dag nog heel wat ondernemingen actief. En vergeet ook niet een bedrijf als Valjoux, dat voordat het door ETA werd opgeslokt naast complete uurwerken ook complexe modules voor andere, veelal zeer gerenommeerde fabrikanten vervaardigde.
Dit alles overziende denk ik dat je de grens moet leggen bij het al dan niet zelf ontwerpen van het complete mechaniek in samenhang met de mate waarin aan de technische ontwikkeling van het uurwerk wordt bijgedragen, want die creatieve bezigheid als geheel bepaalt in belangrijke mate het uiterlijk, de originaliteit en de kwaliteit van het eindproduct.
In die zin zou een bedrijf als Seiko (denk aan de Kinetic) dus een manufactuur kunnen worden genoemd, alleen wordt de toekenning van die eretitel door de enorme productie, de niet al te hoog opgedreven kwaliteit (zie de treurige plastic kwartswerkjes in veel te dure horloges) en de tomeloze kopieerzucht van de Japanners vooral in de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog bepaald niet door iedereen ondersteund.
Omega valt eigenlijk ook binnen de manufactuur-categorie: het merk innoveert (niet altijd even enthousiast overigens), heeft zeker in het verleden een behoorlijk aandeel gehad in de ontwikkeling van het automatische uurwerk, maar heeft met name door de inlijving van Lemania en de grote productie-aantallen veel aan sympathie bij de kopers ingeboet.
En ondanks het fraaie verslag van de heer Hans Mennink over Christiaan van der Klaauw zou ik dit merk niet als manufactuur willen bestempelen: ik heb veel bewondering voor de ontwikkeling van de astronomische complicaties, maar een qua tikgetal zwaar opgevoerd en in technisch opzicht niet al te best caliber als de AS 1151 voor dure topmodellen gebruiken getuigt mijns inziens niet van een grote bijdrage aan de technische ontwikkeling van het horloge in het algemeen.
Volgens mij - en ik hoop dat de kenners/verzamelaars mij dit kunnen vergeven - is het ook een kwestie van snobisme hoe er over een merk wordt geoordeeld: hoe origineler, hoe zeldzamer en hoe duurder het horloge, hoe meer aandacht er is voor de al dan niet nobele afkomst. Er bestaat bij veel mensen qua gevoel een groot verschil of ze een horloge van Seiko, Omega of van bijvoorbeeld Patek Philippe bezitten.
Ik ben benieuwd hoe de medeforumleden over dit onderwerp denken.
Hartelijke groet aan iedereen,
Robbert