Er worden hier steeds Grand Seiko’s getoond, en dan wordt gewezen op de geweldige wijzerplaten, kasten etc. Maar er is nog een dimensie die met name één van mijn GS bij mij triggert.
En dat is het tactiele genoegen van de naar binnen lopende zaratsu gepolijste zijkanten van mijn sbga001. ‘s Ochtends als ik opsta dan heb ik mijn bril nog niet op en zie ik wel een GS liggen in de verte, maar is maar weinig scherp. Maar als ik hem dan oppak, dan voel ik de naar binnen lopende vorm van de kast, de gepolijste gladheid, de rand die het breedste stuk van de kast markeert. Duim aan de ene kant, wijs- en middelvinger aan de andere kant. Het juiste gewicht van het staal. Geen stukje recht, alles vloeiend. Ik weet zo geen enkel ander horloge dat dit zo oproept. Tactiele genoegens.