Bij de buit van de Rikketik van afgelopen zondag 23 april zaten, ondanks dat ik mezelf had beloofd deze keer nu eens géén horloges te kopen, er toch nog weer een paar van die ouwe tikkertjes bij. Omdat ik nog een aantal projectjes heb liggen en ik sowieso al véél te veel horloges in de collectie heb, mocht ik (van mezelf) er eigenlijk niks meer bij kopen. Die afspraak met me zelf hield dus geen halve dag stand. Bij het verkoop standje van Hubert Hagman, de vriendelijke meneer uit Zweden met zijn charmante Thaise echtgenote, lag er net als vorige keren dat hij op de Rikketik stond, weer allerlei leuks aan opknappertjes in de grabbelbak. Dus kwam ik, behalve met een doos vol new old stock plexi glaasjes en wat gereedschap toch weer thuis met 6 ouwe klokkies. Daar ga ik de komende tijd op mijn gemak eens naar kijken of er wat van te maken valt.
De buit van 23 april 2023
Echter, ééntje was er zó leuk dat ik 'm niet kon laten liggen en daar heb ik maar gelijk de volgende dag mijn vrije maandag aan besteed. Het had ook mijn vrije dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag kunnen zijn want als gepensioneerde heb ik de tijd geheel naar eigen inzicht te besteden, als ik tenminste niet de tuin hoef op te ruimen, de schutting moet verven, de bonsaiboompjes verpotten, mijn bureau en mijn werkplaatsje op moet ruimen, een meter boeken lezen en al die andere dingen nog moet doen die ik ook nog te doen heb. Maar dat ene horloge van de 6 die ik meebracht van de Rikketik kreeg toch voorrang.
5 van de 6 horloges waren compleet, alle 6 uurwerkjes liepen, alleen van dit horloge wat ik hieronder bespreek ontbrak de kroon. Echt een oud ding, maar… wel mooi oud. Van een al lang bestaand gerenommeerd Zwitsers merk, met een nog redelijk nette wijzerplaat met wat vochtschade (maar dat noemen we gewoon patina) en een superplat stalen kastje van 29mm. Klein, maar een normale heren maat voor zijn tijd. Het plexi glas was gebarsten en zoals al gezegd het kroontje ontbrak, dus ik kon het uurwerkje niet opwinden of de (geblauwde stalen) wijzers verzetten. Maar met wat heen en weer schudden, een soort Seiko Shuffle zal ik maar zeggen, wilde het wel even een seconde of 10 gaan lopen, wat er op wees dat het uurwerkje mogelijk niet ernstig stuk was en dat misschien alleen de veer geheel was afgelopen. In zo’n geval is het dan maar te hopen dat de die opwind veer niet is gebroken.
BUT ‘dans son jus’
Deze dus. Het gaat hier om een BUT. Een van de merken van de Zwitserse fabrikant Henri Jeannin -Rosselet &Cie uit het piepkleine plaatsje Buttes in het Zwitserse kanton Neuchâtel in het district Val-de-Travers. Volgens Wikipedia telt de wereldstad Buttes 620 inwoners.
Zoals zo vaak, wanneer ik enthousiast aan een horloge ga werken, vergeet ik om eerst foto’s te maken van de oorspronkelijke staat. Dus heb ik behalve het portretje hierboven verder geen beelden van het horloge in de ‘ervóór’ situatie. De andere plaatjes verderop van dit mooie oudje zijn allemaal van ná het knutselen.
Het uurwerk lijkt redelijk oud, want ik zie geen shoc protection en het laat geen kaliber nummer zien onder de balans. Na enig spitten in de advanced zoekfunctie van de Ranfft database komt er uit rollen dat het werkje behoort tot de Peseux 170/190 familie. Volgen de Wijze Doctor is het gemaakt tussen ca. 1943 en 1950.
Toen ik merkte dat het kaliber waarschijnlijk wel wilde lopen, ondanks het ontbreken van een kroontje, was ik al een beetje blij. Ik werd nog blijer toen ik het klemdekseltje aan de achterzijde verwijderde. Het kroontje was weliswaar weg, maar het asje zat er nog gewoon helemaal in! Dat scheelt een hoop gepruts om een eventueel afgebroken half asje er weer uit te pulken en op zoek te gaan naar een passende opwind as, tigue, stem, of hoe je zo’n ding dan ook wil noemen. Nog mooier, bij het voorzichtig (!) zo’n anderhalf slagje losdraaien van het beruchte tirette schroefje kwam het asje gewoon los en er uit! Er zat wat roest op de plek waar het kroontje hoorde te zitten, maar dat was er zo afgepoetst m.b.v. een glasvezel potloodje. Op zoek naar een kroontje dan maar. Nog meer geluk: In mijn voorraadje kroontjes was het tweede exemplaar wat ik probeerde al raak. Bingo. De schroefdraad paste, het kroontje zelf paste bij het kastje en de lengte van het busje was dusdanig dat het asje precies op zijn plaats terugkwam in het uurwerk en het kroontje sloot daarbij mooi aan op de kast. Het asje weer vast zetten, opwinden… ja, het uurwerk blijft lopen! Check. Kroon uitrekken… de tirette schakelt. Check. En het wijzerverzet werkt ook. Dubbel check!
Ik vind het steeds weer ongelofelijk als dat allemaal zo mooi en zo vlot gaat, vooral bij zo’n oud beestje van zo ongeveer uit mijn geboortejaar. Dat is best behoorlijk lang geleden en misschien was deze BUT nog wel ouder.
Dan komt het echte poetsen aan de beurt. Voordat ik daarmee begin controleer ik nog even of er geen verontrustende hoeveelheid roest op of voor zover zichtbaar in het uurwerk te zien is. Omdat het werkje nadat het is opgewonden goed blijft lopen ga ik niet de kwetsbare geblauwd stalen wijzertjes er af halen om de wijzerplaat te verwijderen. Waar ik kan kijken zit er geen roest, behalve een klein beetje op het piepkleine secondenwijzertje. Ook dat laat ik zitten om niet het risico te lopen dat ik wat verniel. ‘If it’s not broke, don’t mend it’ is hier mijn devies. Als mocht blijken dat het horloge alsnog een servicebeurt nodig heeft wordt het toch (door een vakkundig iemand) uit elkaar gehaald en kunnen eventuele roestplekjes zoals op het seconden wijzertje, maar mogelijk ook in het keyless work alsnog verwijderd worden. Roest in het keyless work, het opwind en wijzerverzet mechaniekje, is berucht omdat daar de verbinding naar buiten zit via de as. Die hoort waterdicht geseald te zijn, maar dat kun je bij die vintage ouwetjes meestal wel vergeten. Als er al een afdichting zit of zat is die meestal vergaan of lek.
Voorlopig laat ik dit zoals het nu is.
Ter illustratie hieronder een foto die ik van het web heb geplukt van de voor/wijzerplaat zijde van een Peseux 190. Daar zitten aan de rechterkant nogal wat onderdeeltjes van bepaald niet roestvrij staal, dus daar mag een horlogemaker, als dit BUT horloge aan de beurt is zich mee vermaken. Nogmaals: op dit moment tikt, draait en schakelt alles, dus verder onderhoud mag later.
De opwind as gaat er weer uit en dan kan het uurwerkje uit de kast. Het is nog even zoeken hoe dat moet, maar dan blijkt dat de voorzijde van de kast een losse bezel heeft waar het glas in geklemd zit. De bezel plus het glaasje gaat er af op de zelfde manier als de caseback: Vlijmscherp Victorinox mesje in de minieme uitsparing aan de zijkant en ’klik’, los.
Een excentrisch borgschroefje aan de balanszijde wat het werkje in de kast vastklemt gaat een slagje los en het uurwerkje valt er dan aan de voorzijde netjes uit.
De bezel, het kastje en de caseback zijn alle drie van roestvrij staal. Dat is bij het schoonmaken, eventueel polijsten en poetsen altijd prettig omdat je dan niet het risico loopt dat er onder een plating laag van chroom, nikkel of de een of andere goud (kleurige) legering een ondergrond (base metal) van messing of, nog erger, grijs ZAMAK tevoorschijn komt. Dit is door en door staal. Met natuurlijk het grootste voordeel dat het veel sterker is dan base metal en dus (vaak) veel minder beschadigd raakt. Vintage horloges met een RVS kast zien er daarom vaak nog heel mooi uit.
Eerst mogen alle kastonderdelen nog even lekker soppen in de ultrasoon reiniger. Daar komen ze na 10 minuten pruttelen vrijwel 100% schoon weer uit. Hardnekkige vieze hoekjes worden met afwasmiddel en een harde oude tandenborstel nog even na geboend.
Nee, die tandenborstel wordt na het eten niet meer voor het reinigen van mijn gebit gebruikt!
Er blijken verrassend weinig diepe putten en krassen in het kastje te zitten. Wat voorzichtig schuurwerk met de #600 en #1000 schuurstokjes verwijdert de beschadigde stukjes op de hoekjes en bij de lugs vrij makkelijk.
de ‘schuurstokjes’
Daarna met een lik Unipoets polijstmiddel op alle plekjes, randjes en kantjes zachtjes heen en weer bewegen over de zachte polijst conus op mijn poetsmachientje en het kastje krijgt langzaamaan zijn originele mooie staalglans weer terug.
Best kritisch werk in dit geval, want het kastje is heel plat met scherpe smalle lugs en ik wil niet dat straks alles rond gepolijst is.
Tenslotte moet natuurlijk het niet meer te redden gebarsten glaasje vervangen worden. Dank zij de vondst van 100 vintage n.o.s. plexi glaasjes afgelopen zondag op de beurs is dat ook geen probleem. Die 100 glaasje hebben bijna allemaal courante maten en, nog beter, het glaasje met de maat die ik nodig heb is wat minder hoog als de standaard vrij hoge ‘Punaise’ glaasjes waar ik ook over beschik. Het effect van het ultra platte kastje zou door zo’n te hoog glas een stuk minder zijn. Van de vondst van zo’n ‘lentile’ in de nieuwe voorraad sexy plexi wordt ik uiteraard ook weer helemaal vrolijk.
Het blijkt de juiste maat en het glaasje klikt feilloos in de inmiddels ook mooi schone en glad gepolijste bezel.
De rest van de opknapbeurt is snel verteld: Het uurwerkje gaat via de voorkant van het kastje weer op zijn plek. Niet vergeten even het excenter schroefje weer vast te draaien om het uurwerk in het kastje te fixeren. Dan de bezel met het glaasje terugklikken en het asje met kroontje weer terug in het horloge prikken. Ook niet vergeten het tiretteschroefje weer vast te draaien. Vervolgens even testen of het ding schakelt tussen opwinden en gelijk zetten. Dan de caseback er op klikken en tadaaa we hebben weer een werkend oud horloge.
Maar…. Nog geen bandje. En daar doet zich een nogal aparte complicatie voor. Ik had het eigenlijk al gezien bij het poetsen. De putjes aan de binnenzijde van de lugs, waar de einden van de springbars in horen te passen, zijn veel te ondiep. Aanvankelijk dacht ik dat iemand er aan het solderen was geweest, maar het was erger. Er hadden oorspronkelijk vaste verbindingsstangetjes tussen de lugs gezeten. ‘Fixed lugs’ of ‘Feste Stiege’, zoals ze in het Duits worden genoemd. Die waren er zo te zien misschien uit geknipt of uit gebroken? Iemand had geprobeerd er gaatjes in te boren maar was niet verder gekomen dan vier ondiepe kuiltjes. De enige oplossing die ik zag was om de kuiltjes verder uit te boren en eventueel door te boren met een 0,8mm boortje in de Dremel boormachine.
Daarvoor moest het horloge dus weer uit elkaar om aan het losse kastje te kunnen werken. Op zich geen probleem, ik wist inmiddels hoe dat moest.
Het kastje werd om het niet te beschadigen tussen twee houten plankjes in de bankschroef gefixeerd. Boren, boren boren.
Maar ja: Staal! Ver kwam ik niet. Ik wilde het risico niet lopen op een scheef uitlopend gat dat ergens aan de boven- of onderkant van de lug terecht kwam, dus ik ben nadat ik de kuiltjes iets dieper heb gemaakt gestopt met boren. Vervolgens heb ik zorgvuldig twee stalen springbars gezocht die héél strak tussen de lugs in de kuiltjes geklemd konden worden. Wat ik daarna gedaan heb is vloeken in de kerk: Ik heb Cyanoacrilaat lijm oftewel superlijm gebruikt om de springbars te fixeren. Ik had een dun vloeibare versie van die secondenlijm. Met behulp van een speld heb ik heel voorzichtig op het punt waar het pennetje van de springbar in het kuiltje viel wat lijm om het pennetje laten lopen, zodat er een soort lijmkraagje ontstond. Dit uiteraard bij alle vier de lugs. Ook heb ik een beetje lijm laten lopen in het busje van de springbar, waar een veertje in zit met de beide pennetjes. Waardoor de springbar feitelijk geen springbar meer is maar een vast stangetje. Daarna heb ik het kastje met de op deze manier zelf gereconstrueerde fixed lugs lekker een paar uur laten uitharden.
Toen ik vond dat het tijd was heb ik eens flink aan die stangetjes getrokken en ze bleven, min of meer tot mijn verbazing èn opluchting, stevig zitten. Alles bij elkaar misschien een niet erg conventionele oplossing, maar wel een die naar mijn menig werkte. Een ‘Hack’ zogezegd.
Nadat het horloge weer opnieuw in elkaar was gezet moest er dan uiteindelijk toch nog een bandje op. Een nato lag voor de hand, maar ik had a) geen 16mm nato bij de had en b) ik vond een nato niet passen bij een 75 jaar oud klein horloge. Dus heb ik er een 16 mm ‘open ended’ leren bandje voor gemaakt. Open ended, zodat de flapjes om de lugstangetjes heen gevouwen konden worden en aan de achterzijde vastgelijmd. Het fixeren van een open ended bandje wordt soms gedaan met van die hele kleine blikken/ijzeren stripjes die dan omgevouwen worden, maar dat vind ik a) geen gezicht en b) is dat niet lekker aan je huid. Een vast ingelijmd bandje dus, in dit bizarre geval op een horloge met ingelijmde lugpennen.
Het bandje is van zacht grijsgroen nappa achtig meubelleer uit een partijtje restmateriaal van een meubelstoffeerder hier uit de buurt. Een vliegende kraai vangt altijd wat en het is leuk om op deze manier materiaal te kunnen verwerken wat anders toch weggegooid zou worden. Een RVS 16mm gespje had ik ook nog liggen.
Het bandje paste en toen was BUT klaar!
Er rest mij nu na het schrijven van deze flinke lap tekst alleen nog wat foto’s te laten zien van het resultaat.
BUT revisited
Linkerkant, rechterkant, binnenkant en achterkant.
Klein maar fijn met het superzachte leren bandje aan de pols!
Vanwege de nogal kwetsbare bandaanzet (naar mijn idee de enige manier om dit leuke oude horloge voor de afvalbak te behoeden) zal de BUT niet veel gedragen worden. Maar door het enorme plezier wat ik ook bij dit projectje weer heb gehad om het ding weer bruikbaar te krijgen is het vanaf nu een mooie aanwinst in mijn collecte oude horloges.
Er blijkt overigens ook nog een familielid van deze BUT in mijn collectie te zitten. Van de zelfde fabrikant een veel jongere, ca. eind jaren ’60 BWC automaat, die ik al jaren geleden ooit eens op een rommelmarktje gescoord heb.
Voor de gelegenheid mogen ze dan hier ook nog maar even samen in dit topic:
Ter afsluiting van dit verhaaltje plaats ik nog enkele leuke oude advertenties die ik vond van dit mooie maar misschien niet zo bekende merk.
Dit was het weer voor vandaag. Later komt er misschien nog een verhaaltje over de andere Rikketik horloge aanwinsten van afgelopen zondag.
Ik heb dit verslagje weer met plezier geschreven en hoop dat jullie op HF het met plezier willen lezen.
Tot een volgend avontuur!
Lex