Ok, wat moet ik hier nu van zeggen. Eerst maar eens wat leesvoer over de reis naar dit horloge.
Let op, 't is zoals gewoonlijk weer een lang stuk, dus neem je tijd en een bak koffie en/of een borrel.
Wellicht is het opgevallen dat ik een tijdje best horloge- en HF-tam ben geweest, en eigenlijk nog. Een soort HF-verzadiging en vooral bezinning op wat ik nu wilde, een soort plateaufase, zeg maar.
In ieder geval ben ik wat blijven neuzelen met wat “kleiner” spul. Ik trok ondertussen weer naar één van mijn eerste liefdes, het merk Edox, naast Tissot het merk waar het voor mij ooit mee begon.
Binnenkort ga ik daarover nog een topic aan weiden, omdat ik met Edox op een soort verzamelaars pad ben geraakt.
Met de komst van de Carl F. Bucherer Adamavi werd mijn idee van het min of meer ideale niet-edelmetaal en understated dress horloge vervuld. Zie de NA, daarover als je dat wilt.
Verder is na afgelopen twee anderhalf jaar op een laag pitje functioneren, ook mijn Seiko Astron gegaan en helaas moest zelfs na een tijdje in de kluis mijn Maurice Lacroix Masterpiece Retrograde Moon het veld ruimen. Uiteraard in overleg met mijn eega, die wat nuchterder met horloges omgaat dan ik.
Onder de streep voelden de Astron en ML toch te groot, ik werd soort van nerveus van de Maanfase van de ML. Ik wilde niet weer met een watchwinder aan de slag om te zorgen dat die maanfase gelijk zou blijven lopen met de werkelijkheid. Ik kan er niet tegen als dat niet gelijk loopt en dat ging me irriteren omdat ik ML te weinig droeg.
Heel gestaag ben ik ondertussen wel het horlogepotje blijven vullen. Ik had min of meer (met enige twijfel) mijn zinnen gezet op de prachtige gouden SBGW253 van @amusicar .
bron: Internet
Meermaals hebben we in het beginstadium van de verkoop daarvan contact gehad. Maar vol goud, 37mm, en mijn toch aardige polsen. Ik dacht het wel te weten maar onderhuids twijfelde ik wel.
Daarom ben aan de onderkant van de markt eens gaan experimenteren met goud(kleurige) horloges. Het viel niet tegen.
Maar toch… Ons huis is nog niet verkocht, en het potje vullen duurt dan wel erg lang voor deze specifieke GS… En durf ik dat wel aan zo’n vol gouden vermogen om mijn pols, zonder hem permanent in een kluis te leggen? .
Gelukkig heeft hij hem toch kunnen verkopen en hoef ik me daar niet meer druk over te maken.
Enfin. Als GADA-watch was Grand Seiko was voor mij om allerlei redenen al naar de achtergrond geraakt.
Achteraf een min of meer een bewuste keuze, want hun marketingstrategie, het rücksichtslos aan de kant zetten van dealers van het eerste uur én de enorme hoeveelheid limited editions in een paar jaar tijd, met het hijgerige gedoe eromheen, ging me gewoon tegenstaan. Maar dat is natuurlijk persoonlijk.
Ik vond het voor mezelf wel een beetje sneu, want volgens mij ben/was ik één van de voorvechters van Grand Seiko op HF sinds 2016 en heb er zo rond de twintig gehad en uiteraard heel veel plezier mee beleefd. Het blijven hoe dan ook kunststukjes.
Het enige dat in die tijd over het algemeen nagenoeg permanent bleef knagen was het gebrek aan lume bij nagenoeg alle automatische / springdrive GS-sen. Dat heeft gewoon te maken met de neurotische drang dat ik ook 's-nachts een horloge met lume wil dragen vanwege mijn slechte ogen. En hoe goed het polijstwerk van GS ook is, in het pikkedonker werkt het niet.
Daarnaast ontwikkelde ik toch een beetje haat/liefde verhouding met de dikte van GS-sen.
Maar goed, waar ligt dan een match? Mijn “programma van eisen” voor een GADA voor een kantoorbeesje.
- Lume!
- Automaat
- Metalen band (een leren band bijkopen is makkelijk dan later een losse metalenband erbij) Titanium is leuk, maar geen must
- Max 40mm diameter
- 10 Bar WR
- Boxed glas maar gewelfd mag ook
- Goede AR coating
- Eventueel een GMT complicatie maar geen must
- Schroefkroon maar geen must
- Datum
- Microverstelling op de band
- 20mm lugbreedte, hoewel ik met 19 ook kan leven, 18 is echter te smal
- Onder 12mm dik maar liefst dunner
- Gewoon een gladde bezel en een eventuele 24uurs/GMT indicator in de kast in plaats van op de bezel
- Geen keramische of ander materiaal dikke/brede bezel
- Om en nabij de € 5.000
Nou, dat dus. Het was er nog steeds niet helemaal.
Maar daar kwam dan eindelijk een aantal jaren terug de Evolution 9 serie en dan met name de SBGE283 en/of SBGE285.
Bron: Internet
Prachtig, maar wat een geld. De bredere band (21mm) was nog tot daaraantoe, maar die vorm van de wijzers en indices … en toch weer een externe brede bezel. Zo jammer.
Ze komen in ieder geval in de buurt.
Ok, wat dan? Het horloge wat ik al vaker had gepast, en bijna alle boxen tikt:
De SBGJ255. Oprecht, prachtig!
Een limited en tikt nagenoeg alle boxen én een 44GS kast. Ein-de-lijk. Maar destijds geen budget. En toch knaagt er wat. Heel melkwit, die plaat, en een bekend Grand Seiko probleem. De dikte. Maar ga ik me daar aan storen? Ik moet het proberen.
Goed. We scrollen even door naar begin dit jaar, net voor de komst van de Carl F. Bucherer Adamavi.
Het potje was begin dit jaar weer wat aangevuld en de site van Eugene van Baal in Nijmegen staat in mijn favorieten.
Zij hebben een SBGJ255 op voorraad én ook zij moeten helaas van Grand Seiko helt veld ruimen als AD. Dus er kwam ook wat korting voorbij en vervolgens verscheen er een aantal weken terug ook nog een jong gebruikte daar op het toneel. Budgetair werd het interessant.
Hm. Ondertussen volgde de introductie van de SBGW303 Europese Limited. Die tikte ook een boel boxen, dus als het de GMT niet werd, dan is er een alternatief, dacht ik.
Foto van internet
Prachtig. Mijn kleur groen! Da’s vele malen beter dan wit. Het formaat lijkt ook goed met krap 37mm. Weliswaar een handwinder, maar dat is dan maar zo. (Er staat er trouwens nu één in het blauw).
Maar stel dat GS het toch niet meer blijkt te zijn langzaamaan maar eens denken en polsen bij andere merken, een kleiner formaat Omega AT bijvoorbeeld. Of wellicht toch eens kijken naar, nou ja, vul maar in. Of gewoon niets en laten zoals het is.
In ieder geval, een kleine financiële meevaller trok me over de streep om vanuit de randstad zonder flipper-druk vorige week eens vanuit het Rotterdamse een bezoek aan Nijmegen te brengen. Gewoon om eens te kijken of de SBGJ255 het dan wel kon worden.
Ik kan overigens Juwelier Van Baal echt aanraden, wat een vriendelijke toppers zijn dat! Het mag gezegd.
Want ik was uiteindelijk best lang bezig met wikken en wegen en ze waren me niet zat, heb ik begrepen.
Lang verhaal nog langer: De SBGJ255 was prachtig, maar na 2 jaar geen GS-automaat meer gehad te hebben… Jongens wat was dat ding dik! Echt te dik en te hoog op de pols. Ik had het kunnen weten, want ik heb ooit een Iwate 44GS GMT gehad, niks veranderd dus.
En dat brengt me zijdelings weer even bij mijn Edoxen en mijn Carl. F. Bucherer. Quartz of automaat maakt niet uit, ze zijn gewoon dun. Ik ben dus wat horlogedikte betreft nogal verpest en veeleisend geworden.
Dan de SBGW303 nog proberen als troostprijs. Prachtig in proportie, 44GS, een handwinder, echt Grand Seiko. Dát groen, dun, de subtiele bling, het boxed glas, kortom zo ongeveer mijn programma van eisen. Maar… op mijn polsen gewoon te klein.
Het liep in ieder geval in de lijn der verwachtingen en of ik het jammer vind op niet, maar ik ben hiermee gewoon klaar met Grand Seiko. Helaas.
Maar toen.
(Overstap naar romantaal) Toen gebeurde het! (Einde romantaal)
Breitling. Als merk heeft het zijdelings mijn aandacht wel, vanuit historisch perspectief maar ook vooral de nieuwe GMT chronomats met rouleaux band. Stiekem heb ik die wel eens gepast. Eigenlijk wel heel erg mooi, maar volgt mijn persoonlijke stijl niet helemaal.
Andere Breitling waren sowieso voor mij te grof/bonkig of te sportief of veel te oversized. Niet mijn ding dus.
Toch kon ik het als eerste alternatief voor de groene GS niet laten om weer een Chronomat GMT in 40mm te passen.
Bron: Internet
Prachtig! zeker die band, maar na lang wikken en wegen juist voor mijn stijl toch te veel bling en wéér die “pukkels” op de bezel. Het klikte nét niet.
Koenjan van Van Baal had in ieder geval mijn smaak en stijlwensen wel door en daar kwam het vervolg.
Bron: Internet - Fratello
Minder dan een maand geleden geïntroduceerd en op Watches en Wonders aan de wereld getoond. De nieuwe Breitling TopTime non-chrono’s met het nieuwe B31 uurwerk.
Ik was verrast.
Understated, voor mij precies bling genoeg, vooral niet op foto’s te vatten. En dan het formaat, dikte, diameter, lug-to-lug, alles in balans. En lume! Nu gingen we praten.
De witte viel wel snel af. Die deed me te veel denken aan een blauwe Tupperware beker met een restje melk uit mijn jeugd. De hele blauwe erg mooi, maar wellicht toch niet universeel genoeg omdat het blauw varieerde van zwart tot felblauw en dan de witte minuten ring wat teveel contrast gaf naar mijn smaak.
Dan de groene. Door de zwarte buitenste ring draagt deze wat groter en hoewel ik over alle drie de kleuren best lang heb gedaan om ze op me in te laten werken en de keuze te maken, heb ik heel bewust gewikt en gewogen. De groene tikt al de belangrijke boxen en deze kwam sowieso het dichtst bij het (mijn) groen van de Grand Seiko.
Microverstelling in de band. Andere Breitlings hebben deze uiteraard ook, maar 't is toch een mooi en lekker systeem.
Het groen is over het algemeen eerder zwart dan groen, maar bij het juiste licht een prachtig warm donkergroen waarbij de brushing in de plaat ook tevoorschijn komt. Vooral niet overdadig maar subtiel op de juiste momenten aanwezig, zonder schreeuwerig te zijn.
Erg lekker, dat contrast met de oranje secondewijzer.
Het is lang geleden dat het gevoel had dat een horloge “af” is, voor mij althans.
Geen flipper drang, geen “hebbehebbehebbe gehijg”. Maar eindelijk het horloge in een segment wat Grand Seiko niet in de collectie heeft maar voor mij juist past.
En dat het toevallig één van de eerste in Nederland in het wild is, dat neem ik voor lief en is een leuke bijkomstigheid.
Het moge duidelijk zijn dat ik na een weekendje dragen en een paar dagen al mijmerend over mijn horlogereis tot hiertoe, best enthousiast ben. Hoewel in het verleden behaalde resultaten geen garantie zijn voor de toekomst denk ik dat ik de afgelopen anderhalf jaar wat meer horlogerust gevonden heb en eindelijk min of meer mijn ideale GADA, die natuurlijk voor iedereen verschillend kan zijn, gevonden heb.
Voor de liefhebbers. 10,3mm dik ondanks de glazen achterdeksel, 38mm diameter, 20mm lugs, fijne microverstelling op de sluiting, datum, prachtig boxed glas, befaamde Breitling AR, COSC+ gecertificeerd, mooi uurwerk met 78-uur gangreserve, subtiel understated bling. Last but not least, het slankste horloge wat Breitling momenteel in de collectie heeft.
Nog wat foto’s en dan stop ik ermee.
In ieder geval heb ik nog geen negatieve elementen kunnen ontdekken. En nee, zelfs de cyclops niet omdat dat glaasje wel erg dun is, kudos!
Bedankt voor het lezen en kijken!