Grand Seiko Spring Drive. Dat een horloge met een Spring Drive uurwerk deel zou uitmaken van mijn verzameling, was me al vrij snel duidelijk. Alleen wilde het nog niet echt vlotten tussen de looks en het gevoel. Mijn voorkeur voor wijzerplaten zonder al te veel complicaties, doet veel modellen van Grand Seiko de das om. Zo vind ik een datumveld alleen mooi als de achtergrondkleur in lijn is met die van de wijzerplaat. En een datumveld of gangereserve indicator maakt in veel gevallen deel uit van het ontwerp. Ook de vorm van de kasten is niet altijd mijn ding. Ja, in combinatie met een stalen band wel, maar staal is (was?) niet mijn ding. Niettemin blijven zoeken, kijken en vergelijken. Tot ik iets vond dat me zeer aansprak.
Enter: Grand Seiko SBGY007 “Omiwatari”
Uiteraard het triviale uitdiepen van tekst en stilstaand en bewegend beeld. Daarmee gepaard gaande toenemende bewondering van het object in kwestie. Een maand of twee een rondje langs een paar horlogewinkels gedaan. Toen voor het eerst de Omiwatari mogen zien, voelen, ervaren. Oei… fraai. Heel fraai. Gruwelijk mooi. De bevestiging dat een plaatsje in de Top 3 van toe te voegen horloges zeer zeker verdiend is.
Kort geleden was ik een weekendje in Nijmegen met mijn moeder en mijn vrouw. Bij toeval merkte ik dat we dichtbij Eugene van Baal waren (ik had uiteraard even gekeken waar deze juwelier is gevestigd) en vroeg of ik even mocht kijken. Etalages gescand, maar niet gevonden wat ik wilde zien. Dus even naar binnen. Daar zat ik al snel aan een tafeltje met daarop een plateau met 4 Grand Seiko’s. Waaronder de Omiwatari. Wow. Zo mooi…! Fladdervlinders en kriebelige gevoelens. En hoewel de andere modellen evenzeer prachtig zijn - zoals bijvoorbeeld de SBGW295 - werd mijn verlammende voorkeur voor de Omiwatari sterker. (…)
Zo mooi als dit soort horloges zijn in kunstlicht, in daglicht is dat nog meer het geval. En ik mocht met beide GS’en naar buiten om ze aldaar te aanschouwen. Moet gezegd dat de wijzerplaat van de SBGW295G dan echt indrukwekkend is. Maar ik had de liefde al aan de lichtblauwe verklaard. Dé GS voor mij: de zaratsu polishing. Het magische lichtspel op en rond de indices. De wijzerplaat. De puntige uren- en minutenwijzer. En die kneitergave geblauwde secondenwijzer: een soort extreem langgerekte druppelvorm die zo fantastisch vloeiend rondjes draait. Het 9R35 uurwerk met de gangreserve die via de caseback de wereld in gluurt. Al met al: wow! (x3 graag) Ik kon er bijna niet van loskomen. Maar ik wist dat ik niet de stappen had gezet om vandaag tot koop over te gaan. Door het fijne contact met Robin de toezegging gedaan dat ik binnenkort terug zou komen om een deal te maken. Vriendelijk bedankt voor de tijd, kennismaking, etc.
Eenmaal buiten vroeg mijn moeder: “wat houdt je tegen om hem nu te kopen?” Ze had de blik in mijn ogen gezien en wist dat ik al verk(n)ocht was. En mijn vrouw zei: “ik kan wel wat voorschieten.” Confuus. Een duwtje richting een tweede ‘kanon’ in korte tijd. Gaat het dan ineens wel vandaag gebeuren? Enfin, eerst lunch en koffie. Afgeleid. Grand Seiko in mijn kop. Tussendoor geregeld wat geregeld moest worden. En daarna weer terug naar Van Baal. Even gewacht tot Robin beschikbaar was. Nogmaals de lichtblauwe beauty bekeken en de knoop doorgehakt. En ineens was ik eigenaar - weliswaar met een zeer tijdelijke schuld aan mijn vrouw - van een Grand Seiko Spring Drive. En wat voor één.
Genoeg geschreven. De beelden. Alstublieft, dankuwel!
En nu houd ik me koest voor de rest van 2023. In '24 meld ik mij weer met de NA-thematiek.