Ooit had ik een Omega Seamaster, de 2531.80. Leuk ding! Ik was jong en dacht dat ik met dat horloge eigenlijk gewoon in 1 klap mijn end piece te pakken had. Fast forward naar 2012 en ik had dringend geld nodig, en zo vaak droeg ik de Omega ook weer niet dus, hij moest het veld ruimen.
Het is grappig: op 30 oktober 2010 kreeg ik de 2531.80, en vandaag kreeg ik de 2298.80, mijn grail. Het geeft me hetzelfde gevoel als wat ik toen had, maar dan beter. Het is een chronograph van titanium, maar met de blauwe golfjeswijzerplaat, de opengewerkte wijzers, de lichtgroene lume (hoe mooi ik het tritium van oudere versies vind, luminova is gewoon handiger in het dagelijks leven). Of het horloge een nieuwe wijzerplaat gekregen heeft? Geen idee. Boeit mij ook niks. Ze ziet er geweldig uit voor haar 25 levensjaren, en dat is voldoende.
Kenners zullen vast zeggen ‘oh hij is opnieuw geborsteld, en dit en dat is vervangen want xyz’. Het zal best. Voor wat ik wilde is dit prima, en wat ik wilde was eigenlijk een tijdmachine hebben waarbij ik die Seamaster uit 2010 naar nu kon transporteren, en magisch er een chronograph in proppen.
In die tijd woonde ik nog in Amsterdam, en ik liep regelmatig langs winkels waar ze Omega verkochten. Of het klopt, geen idee, maar mijn gevoel zegt me dat ik heel vaak dít horloge in de vitrines zag. Eigenlijk raar, omdat dit model in 2002, 2003, al gediscontinued was, maar het gevoel is nu sterker dan de ratio.
Later maak ik wel een familiefoto van mijn drie Omega’s. Drie.
My god, wat is er met me gebeurd dat ik drie Omega’s heb…