Onlangs kreeg ik, dankzij Squale-dealer Q-watches, geheel onverwacht de kans om eens even kennis te maken met de nieuwe Squale 1545. Ik heb nooit zo goed geweten wat ik van dit model moest vinden. Niet omdat ik dacht er iets mis zou zijn mee zou zijn. Maar gewoon omdat ik nogal gek ben op de 1521, waarvan ik er inmiddels 3 heb. In deze review beschrijf ik dan ook niet alleen mijn persoonlijke ervaring met de nieuwe 1545, maar vergelijk ik dit model ook met de 1521.
Want, laten we eerlijk zijn. Wanneer het over Squale gaat, denken veel mensen toch in eerste instantie aan de 1521, met de unieke Von Buren case. Maar dit merk maakt natuurlijk nog meer modellen. Zo zijn er de iets grotere en luxere Matic, de Sub 39, de 2002 en kwam Squale, afgelopen najaar nog, met een moderne interpretatie van de Super Squale. Squale zat sowieso niet stil, het afgelopen jaar, want ook de 1545 kreeg een flinke make-over.
De nieuwe 1545
Goed, de nieuwe 1545 dus. Dit model kreeg een nieuwe case, zonder crownguards, een keramische bezel inlay en een geheel nieuwe wijzerplaat, met duidelijke verwijzingen naar de Squales uit de jaren ‘60/’70. Hiermee gaf Squale de nieuwe 1545, vind ik, een heel eigen Squale-look. Want dit was toch wel een veelgehoorde ‘klacht’, over de oude 1545: was dat nou niet gewoon een Submariner hommage? Het antwoord daarop is minder voordehandliggend dan je zou denken. Ja, Squale heeft in de loop der jaren een marktsegment bediend dat behoefte had aan een kwalitatief goed en daarnaast betaalbaar horloge in die stijl. Máár grappig genoeg maakte Squale de 1545 oorspronkelijk (ook) voor het merk Blancpain!
Historie
Dit vraagt misschien om een beetje toelichting. Al in 1946 hield Squale-oprichter, avonturier en semi-professioneel duiker Charles von Buren zich bezig met het vervaardigen van horloges. Al snel verwierf hij faam met zijn kwalitatief bijzonder goede producten en in 1959 registreerde hij de naam Squale, waarmee hij zowel onder het eigen merk, als in opdracht van andere merken, uitsluitend nog professionele duikhorloges bouwde. Onder de opdrachtgevers bevonden zich prestigieuze merken als Doxa, Heuer en dus Blancpain. Squale heeft altijd de praktijk leidend laten zijn voor de ontwikkeling van de horloges. Verbeteringen kwamen dus altijd voort uit de bevindingen van gebruikers. Vandaag de dag is Squale nog steeds een onafhankelijk merk dat nu wordt geleid door de Italiaanse familie Maggi, die ooit distributeur waren en al decennialang nauw contact hadden met de familie Von Buren.
Hoe bevalt de 1545?
Wat valt op aan de nieuwe 1545? Allereerst: dit is een degelijk gebouwd horloge. Netjes afgewerkt ook. Maar met een kast die meer generiek is vormgegeven dan de kenmerkende 1521. Daar kunnen we kort over zijn. Wat opvalt zijn de geborstelde bovenkant en gepolijste zijkanten. De kast is duidelijk wat dikker, plomper zo je wilt, dan die van de 1521 en is ook niet de ‘wrist hugger’ die laatstgenoemde absoluut is. Toch draagt hij comfortabel. Met een kastbreedte van 40mm, hoogte van 12mm en lug-to-lug van 48mm, is hij geschikt voor vele polsen. Ik zelf heb een bescheiden polsmaat van zo’n 17 (en een klein beetje)cm en kom goed weg met dit (formaat) horloge. En mede door de lugwidth van 20mm, is deze Squale ook een echte bandensl@t. Da’s ook best leuk natuurlijk. Ik kreeg deze 1545 te leen aan een Squale tropicstyle band, die ik erg comfortabel vind dragen, goed vind staan en daarnaast een prettige lengte vind hebben (niet te lang, dus!). Maar de 1545 kan, tegen een meerprijs, ook worden geleverd met een prima stalen oysterstyle bracelet; speciaal gemaakt voor dit model.
De bezel voelt solide aan, draait heel netjes (één kant op, uiteraard) en heeft ietsje speling. Maar dit komt bij heel veel (ook veel duurdere) merken natuurlijk ook nog voor. De bezel inlay glimt je tegemoet. Dat is misschien een beetje wennen. Maar een keramische inlay, zoals deze, geldt toch wel als een luxere spec en past goed bij een toolwatch als deze.
De kroon is natuurlijk geschroefd, bevindt zich bij dit model op 3 uur en is duidelijk niet zo ‘verzonken/verborgen’ als die van de 1521. Ik moet even wennen aan het gevoel van deze kroon. Maar hij werkt verder prima. Vergeleken met mijn 1521s vind ik de kroon, zelfs volledig ingedraaid, een beetje ‘uitsteken’. Maar ook weer niet zo erg als bijvoorbeeld een Tudor Black Bay 36. Ook hoor ik wel mensen klagen dat de kroon van de 1521 moeilijk beet te pakken is, juist door het kenmerkende verzonken design. Voor deze groep zal de kroon van de nieuwe 1545 een verademing zijn. Door de vorm en het vrij grote formaat, pak je hem moeiteloos vast. Een rood streepje verraadt als de kroon niet ingedraaid is. Maar dit is sowieso vrij goed zichtbaar. Wel vind ik de schroefdraad vrij kort aanvoelen. Gevoelsmatig wil ik nog even doordraaien. Maar er is gewoon niet meer.
Het uurwerk is een Zwitsers Sellita SW 200-1, met 38 uur gangreserve. Niets bijzonders dus. Maar een prima en betrouwbaar werkpaard.
Dan komen we bij de wijzerplaat. Deze is dus volledig opnieuw vormgegeven en ik moet zeggen dat ik de restyling erg goed gelukt vind. Sowieso geven de opgelegde indexen een meer premium gevoel dan je bij de 1521 hebt. De vormgeving van de 6-, 9 en 12-uursindex zijn lekker retro, zoals de Squales van weleer. Dit maakt de nieuwe 1545 veel meer een echte Squale dan vorige versies van dit model, in mijn beleving.
Doordat wijzers, indexen en lumepip voorzien zijn van lume, is het horloge redelijk goed afleesbaar in het donker. Maar verwacht geen Seiko lume. De datum vind ik ook wat klein. Maar dit heeft misschien met mijn leeftijd te maken.
Het glas is vlak saffier. Maar slechts enkelzijdig ontspiegeld en dat merk je. Bij de 1521 lijkt het soms of er helemaal geen glas in zit. Het glaasje van de 1545 spiegelt meer. Maar nog steeds is het horloge op zich goed afleesbaar.
Tot slot is deze Squale waterdicht tot 300 meter. Al met al gewoon prima specs, voor een serieuze duiker.
Eindoordeel
Is dit horloge zijn prijs van 750 euro (op rubber) dan waard?
De 1545 is op dit moment het meest betaalbare model van Squale. Toch voelt dit horloge solide aan en zeker niet als een goedkoop prul. De kast is niet zo onderscheidend vormgegeven als de 1521. Maar de 1545 is een fijn dragend horloge met uitstekende specs, voor een prima prijs. Misschien dat de 1545, juist door z’n aantrekkelijke prijs en meer mainstream kast, en toch écht wel die Squale looks, zelfs wel meer een allemansvriend is dan de 1521. Eigenlijk is de 1521 veel meer een nichehorloge, met de aparte kastvorm, met verzonken kroon op 4, de geprinte indexen, ontbreken van een braceletoptie en toch echt wel wat hogere prijs. Maar ja, de 1521 is een icoon en daar krijg je bij horlogegekkies toch vaak wel de handen voor op elkaar. Desalniettemin denk ik dat Squale met de nieuwe 1545 een heel goede aanbieding heeft voor wie in de markt is voor een super degelijke hardcore duiker, met leuke retro details, prima specs en een mooie heritage.
En nu dan? Nou ja, het horloge gaat (uiteraard) weer gewoon terug naar Q-watches en ik ga eens rustig nadenken over een volgende aanschaf. 
Bedankt voor het lezen van wat toch wel een behoorlijk epistel is geworden, maar met plezier geschreven! 
Hoewel ze eigenlijk niet te vergelijken zijn, maar dat impliceer je eigenlijk zelf ook al 
