Weer een mooi verslag van de school avond. Gereedschappen hebben onderhoud nodig. Mooi is dat ze het op school in eerste instantie zonder extra hulpstukken leren. Ook het slijpen van je schroevendraaiers is een kwestie van oefenen. Je kan je afvragen of een schroevendraaier een beetje gehold moet zijn, want dan is hij sterker. Ik heb echter liever een schroevendraaier die eerder afbreekt dan de schroef. Een schroevendraaier herstellen is sneller gedaan dan een afgebroken schroef verwijderen en vervangen.
Ik heb ook een aantal van die holle schroevendraaiers; maar vooral met oudere uurwerken zijn ze nog wel eens onbruikbaar omdat ze te dik zijn voor de sleuven in de schroeven. Die zijn bij oudere uurwerken nog wel eens erg smal.
Ja, Peter, daar zeg je me wat.
Ik denk daar echter iets anders over, een punt met een holle snijkant past beter in de schroefsnede en heeft meer support op de schroef, d.w.z. het contact tussen de schroevendraaier en de schroefkop is groter. Daarbij zal de schroefkop ook minder snel worden beschadigd.
Een vlak geslepen schroevendraaier heeft minder aanrakingscontact met de schroef en de kans op beschadigingen is dan ook groter. de rand van de snede is immers het enige contact met de schroevendraaier.
Bij bruut en ondeskundig gebruik zal de rand dan ook inkervingen krijgen en na meerdere keren zelfs uitstulpen waardoor de schroevendraaier kan gaan slippen en de schroefkop zodanig beschadigd dat het bijna niet meer mogelijk is om de schroef los resp, vast te maken. Buiten het feit dat de schroeven er ook niet meer behoorlijk uitzien. Ik kom regelmatig horloges tegen die uitgesleten schroefkoppen hebben, dan denk ik alleen maar van oei welke idi… dwarrel heeft hier aan gezeten.
Een aardige stelling is dan ook dat in het werktuigbouwkundige leerproces wordt aangeleerd om altijd een schroevendraaier te gebruiken die optimaal past in de schroefkop, dus een schroevendraaier die bijna de breedte heeft van de snede in de schroefkop. Te groot zal bij een verzonken schroef niet passen en te klein zal de schroefkop beschadigen en veel te klein kan de snede op die plek zelfs uithollen waardoor het er dan uitziet of er een boor op is gezet.
Maar ik ben het zeker eens met Peter, het herstellen van een schroevendraaier heeft zeker voorkeur, afgebroken schroeven verwijderen is iets waar een horlogemaker niet aan wil denken, laat staan om de doen.
Dit is ook waar het omgaat, de schroevendraaier moet goed passen, als een schroevendraaier elke keer aangepast wordt aan de snede van de schroef, zal de beschadiging minimaal zijn. Dit geldt niet alleen voor de grote van de schroef maar ook de hoek waarin de schroevendraaier geslepen is. Dus ook in dit deel is het onderhoud en slijpen van je schroevendraaier van belang. Het repareren van een horloge-uurwerk begint niet alleen bij goed gereedschap; het is werkelijk van belang.
Les 11. Of 12. Of is het nou toch 11? Wel verdraaid!!
Ok, de laatste update is al even terug, maar afgelopen week ging de les helaas niet door. Dus, weekje vrij! Hoewel iedereen liever sleutelt aan zijn uurwerk kunnen dit soort dingen altijd gebeuren natuurlijk.
Vandaag beginnen we met echappementen, escapements, regelorganen. Laatst heb ik Gertjan gemaild over de nieuwe MB&F Legacy Machine “Thunderdome”. Daar zit onder meer een hele snelle triple axis tourbillon in, waarbij de kooien in 8, 12 en 20 seconde om hun eigen as draaien. Behoorlijk indrukwekkend om te zien maar natuurlijk redelijk over de top en eigenlijk best nutteloos tegenwoordig. Het is meer een getuigenis van de vaardigheid van de maker dan dat het de precisie van een uurwerk enorm verbeterd. Maar goed, deze hele hobby is in zijn geheel enigszins bijzonder, mechanische horloges zijn natuurlijk qua techniek allang achterhaald.
In die MB&F zit een zogenaamd “Potter” echappement, iets waar ik nog niet eerder van gehoord had. Ik heb Gertjan gevraagd of hij meer uitleg kon geven en of hij er bekend mee is, maar ook hij had even geen antwoord. Het is een echappement waarbij het ankerrad vast zit, met als resultaat dat er een hogere rotatiesnelheid van de tourbillon mogelijk is. In de MB&F zijn de tanden ook nog eens naar de binnenkant verplaatst wat meer ruimte zou geven voor de rest van de constructie en ervoor zorgt dat de 1e tourbillon kooi van dit uurwerk in 8 seconde kan roteren. Ik heb er ook even op moeten studeren hoor, en volgens mij begrijp ik hem nog steeds niet helemaal
Een mooi bruggetje naar de les van vandaag, waar we o.a. naar het Graham-, anker-, cilinder-, chronometer-, coaxiale gang en de tourbillon gaan kijken. Gertjan laat ons stuk voor stuk animaties zien van deze regelorganen en wat welke onderdelen doen. Stap voor stap zie je hoe de energie gereguleerd wordt en door het regelorgaan loopt. Op welke momenten de balans een impuls krijgt, waar contactpunten zitten, hoe veiligheidssystemen werken (bijv. het veiligheidsmes van het Swiss Lever Escapement), etc.
De animaties laten ook de belangrijkste ontwikkelingen zien in echappementen, en waar welk echappement in uitblinkt en waar het het beste voor is geschikt. Zo is het chronometer echappement erg precies, maar heel gevoelig en is het Swiss Lever echappement erg betrouwbaar. Leuke informatie, en geeft veel context aan de werking van het uurwerk voor mij, al was een deel al bij mij bekend hiervan. Dat geeft echter helemaal niks, want in onze groep zit best veel kennis en toch leren we elke les weer wat bij.
Tot slot heeft Gertjan ook nog wat voorbeelden van o.a. een oude scheeps-chronometer, een zakhorloge met cilindergang en een examen-project van een horlogemaker uit Delft. Deze horlogemaker heeft gestudeerd aan de school in Glashütte, en vlak voor de start van de Vakschool Schoonhoven (1919) een tourbillon echappement gemaakt. Alles loopt nog steeds, en het blijft fascinerend om te zien werken!
Anyway, door naar het sleutelen! De vorige keer was ik geëindigd met een balans waarvan de balansveer problemen had. Dat is voor vandaag dus mijn vertrekpunt. Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen, en heb ook geen trek in het veroorzaken van schade dus ik roep Gertjan erbij. Na de eerste inspectie geeft hij de instructie om de ankerbrug te verwijderen, samen met het anker, en daarna de balans terug te plaatsen op het uurwerk. Dan is goed te beoordelen wat er mis is, omdat de balans dan netjes gefixeerd is in het uurwerk.
Zo gezegd, zo gedaan, en even later zit Gertjan met een loupe naar mijn balans te turen. Het blijkt dat twee windingen van de veer over elkaar heen zitten. De oplossing is dat de gehele balans uit elkaar moet om de veer te kunnen bevrijden. Dat gaat mij de pet te boven, dus hij neemt het over. Het uiteinde van de veer wordt uit het kompas verwijderd, en ook het tweede montagepunt wordt los gemaakt en dan is de balans vrij.
Met loupe en pincetten in de aanslag gaat hij aan het werk. Er blijkt uiteindelijk niet één, maar zelfs DRIE knopen in de balansveer te zitten. Met wat moeite krijgt Gertjan het voor elkaar om ze eruit te werken, Dat doet hij door met twee pincetten een knoop naar het uiteinde van de veer door te voeren waardoor je met dat uiteinde dus de knopen kunt los krijgen. Dat lukt, en wonderwel zonder schade! Nadat de balans weer gemonteerd is kan ik hem terugplaatsen in het uurwerk en weer een krabbel voor montage ontvangen. Hij loopt weer netjes, de amplitude is wat het zijn moet en op een later moment wordt hij verder afgeregeld. Dat zit verderop nog in de cursus dus komt vanzelf aan bod.
Voor nu is de avond weer voorbij, en de komende twee weken is er geen les i.v.m. de kerstvakantie. De eerstvolgende les is op 7 januari.
Gr, Robin.
Kost wel wat hé… ;-)En je gebruikt het niet zo heel vaak.
Heb hem zelf liggen, tot nu toe 1x gebruikt. ( Horatec, niet de Bergeon )
Heb hem ook van Horotec maar gebruik hem bijna dagelijks om te zorgen dat de schroevendraaiers exact passen in de snede van de schroef.
Scheelt een hoop schade je schiet er veel minder snel uit en de schroef blijft mooier en het oog wil ook wat😁
Les 12, 13 & 14: all rolled into one!
First off, excuus. Excuus dat ik jullie zó lang in spanning heb gelaten over mijn avontuur aan de vakschool. Excuus dat jullie zó lang hebben moeten missen wat we geleerd krijgen. Excuus dat jullie zó lang in spanning hebben gezeten of ik mijn uurwerk nóg verder gesloopt heb. (kort antwoord: nee, gelukkig niet!)
Anyway, sinds onze dochter thuis is (begin december) is het razend druk geweest. Daardoor heb ik de laatste drie lessen nog niet kunnen verslaan in mijn blog op dit mooie forum. We hebben van alles en nog wat gedaan en er is serieuze vooruitgang geboekt.
Les 12, 13 en 14 hebben we inmiddels achter de rug en nagenoeg iedereen van onze groep zit op de 10x afgetekende montage/demontage van ons 6498 uurwerk. Dat betekend dat we binnenkort gaan starten met demontage, oliën & smeren, montage en afregelen van ons uurwerk. Dat lukt echter niet op één dinsdagavond dus de komende weken zijn we sowieso nog wel even van de straat. Volgende week trouwens ook een interessante les; Quartz uurwerken! Ik moet eerlijk bekennen dat ik slechts 2 quartz aangedreven horloges in de collectie heb, waarvan één echt de kickstart van mijn hobby is geweest en enige sentimentele waarde heeft. De ander vond ik gewoon cool, en heb ik tegen een hele scherp prijs kunnen bemachtigen. Gertjan heeft gevraagd om horloges met een lege batterij mee te nemen naar de les van deze week, en wat wil het toeval? Juist! Die licht dus vanavond op de werkbank.
Ik loop op de zaken vooruit, tijd voor de lessen! Les 12 staat in het teken van het afregelen van een uurwerk. We krijgen uitleg over de rate, beat-error, lift angle, amplitude, frequentie en hoe dat in zijn werk gaat op een afregelapparaat. Ik trap hier weer in een oude valkuil en vergeet van de helft wat foto’s te maken. Maar, als we het uurwerk gaan voorzien van nieuwe olie e.d. moet het daarna weer afgeregeld worden dus ik krijg nog een herkansing. Dit deel van uurwerktechniek is bij mij altijd een beetje onderbelicht geweest. Ik weet wat amplitude en frequentie e.d. inhoudt maar het afregelen van een uurwerk heb ik nog nooit gedaan en ook niet eerder zodanig in verdiept. Een stuk nieuwe theorie dus, waarvan ik in les 14 merk dat ik de uitleg alweer half vergeten ben. Gelukkig ben ik niet de enige maar onderling komen we er eigenlijk altijd wel uit!
De tweede helft van de avond mogen we weer sleutelen, voor mij toch wel het tofste om te doen! Ik merk alleen dat ik in de volgorde van demontage en montage ergens wat stapjes door elkaar haal en daardoor met name bij het opwindmechanisme soms loop te pielen. Ik kom er altijd wel uit, maar niet op de voor mijn gevoel meest handige manier. Later meer, want ik heb inmiddels de oplossing! Handtekening 6 en 7 in de pocket, dus die magische grens van 10x demonteren en monteren (5 om 5 dus) met controle van Gertjan is in zicht.
Les 13 duiken we in de regelorganen. Van het eerste draagbare regelorgaan tot aan modernere interpretaties als het co-axiale echappement van Omega, de Giromax van Audemars Piguet, alle grote stappen komen aan bod. De Breguet overcoil, de precieze werking van een eindbocht, kompaspennen, inertieschroeven verstellen op een Rolex balans. Ook wordt er kort gesproken over cilindrische en sferische balansveren, zoals gebruikt in bijvoorbeeld scheepschronometers.
Dan is het weer tijd om te sleutelen! Niks nieuws onder de zon, ik loop nog steeds tegen dezelfde ongemakkelijke handelingen aan bij het monteren/demonteren van het opwindmechanisme. Wél kom ik op een haar na op mijn tiende krabbel. Ik red het net niet om het anker en de balans terug te plaatsen en daarmee mijn uurwerk voor de laatste keer in de reeks van 10 te monteren.
Les 15, inmiddels is het dinsdag 21 januari, gaan we aan de slag met olie en smeermiddelen om straks het uurwerk op de juiste plekken van de juiste middelen te voorzien. Het begint met het prepareren van de oliehouder, de oliegever en uitleg hoe je dat precies doet. De praktijk komt dus in een latere les terug, maar een goede voorbereiding is het halve werk nietwaar?
In onze gereedschapskoffer hebben we allemaal een standaard oliegever gekregen, maar Gertjan geeft aan dat we deze niet zomaar meteen kunnen gebruiken. Ik zit vooraan, dus ben de lucky devil die zijn oliegever mag afstaan voor inspectie en aanpassing. Iedere oliegever heeft een soort speerpuntje aan het uiteinde zitten, iets wat je enigsizns met het blote oog kunt zien maar eigenlijk een loep voor nodig hebt. Dat speerpuntje is niet optimaal om een mooie druppel olie vast te houden én mooi vloeiend op een punt in je uurwerk aan te brengen. Het moet eigenlijk een soort lepeltje worden.
Dus, hamer en aambeeld erbij en tikken maar! Ik zei al dat ik een lucky devil was want Gertjan doet het voor mij dus voor. Onder de microscoop laat hij alles zien wat hij doet. De speerpunt, het lepeltje ná de tik op het aambeeld, het puntje wat er vervolgens met een Arkansas-steen afgebraamd moet worden en uiteindelijk hoe de olie mooi blijft zitten op het uiteinde. Daarna mag iedereen het voor zich proberen, maar ik ontspring dus die dans.
Door naar de oliehouder dan. We hebben een oliehouder met 4 compartimentjes en van links naar rechts komt daar olie, olie, smeermiddel en nog een keer olie in. De olie die we hebben is trouwens de duurste olie die je zo ongeveer kunt kopen, met 20 tot 30 euro per potje van 2ml. Omgerekend betaal je dus duizenden euro’s voor een liter olie! Het gaat hierbij om 2 types olies, van lage en van hoge viscositeit. Voorzichtig, en zuinig aan dus!
Als de oliehouder en de oliegever geprepareerd zijn, zijn we met dit onderdeel klaar. Ik heb hier aardig wat tijd gewonnen omdat het werk uit handen is genomen, dus kan door met sleutelen aan mijn uurwerk. Ik was er in de voorgaande les al bijna, dus ik heb vrij snel mijn balans weer gemonteerd, het uurwerk aan de praat en kan dus voor mijn 10e krabbel gaan. Ik moet het uurwerk echter nog afregelen, dus dat is eerst aan de beurt.
De monitor laat ook een flinke afwijking aan de rate zien, maar als de beat error wordt verbeterd volgt de rate vaak ook al. De beat error kun je beinvloeden door de piton-houder op het kompas te verstellen, en na een beetje gepiel met een penhoutje lukt met me om op 0,1 uit te komen, keurig! De rate is ook al een stuk verbeterd, maar kan nog scherper. Op dit moment zit ik nog op 11 tot 15 seconde per dag afwijking. De rate kun je aanpassen door de kompaspennen te verstellen waarna je balansveer over meer of minder windingen op- en afwindt. Mijn eerste aanpassing is véél te groot en ik schiet door naar plus 35 seconde per dag. Iets te enthousiast dus. De tweede poging slaagt en ik heb nu een rate van 1 á 2 seconde per dag. Binnen chronometer specs dus!
Met een big smile vraag ik Gertjan om mijn laatste krabbel, gevolgd door een ‘wat nu??’. Ik krijg een Valjoux 6325 uurwerk van hem en mag me hierop uitleven. In de basis dezelfde constructie als het 6498 uurwerk, maar ongeveer 40% kleiner. Op één of andere manier werkt het wel prettig, en heb ik het in no-time uit elkaar. Dan maar weer in elkaar zetten, toch? Halverwege loop ik wéér tegen mijn volgorde van het opwindmechanisme aan en ik ben het nu zat, dus vraag mijn buurman voor hulp. Hij legt uit hoe hij het doet, en ik sla inderdaad een stap over waardoor ik het mijzelf onnodig moeilijk maak. Uiteindelijk zit ook dit uurwerk weer in elkaar, precies op het einde van de les van vandaag.
Vanavond zoals gezegd een les over quartz uurwerken, ik ben benieuwd!
Prachtig!! Heerlijk beschreven, spannend en boeiend. Heel langzaamaan begin ik kleine dingetjes te begrijpen van wat jij allemaal vertelt.
Een plezierige en leerzame avond toegewenst!
Weer bijzonder leuk om te lezen, bedankt voor het delen. En inderdaad we hadden je al een tijdje gemist
De tip van het plaatsen van kleine stickertjes kregen we ook van Gert Jan. Volgende week maar ff de
Dymo meenemen
Ps. bij jou zie ik geen 9020 en 8300?
Krijg na verloop van de tijd aardig wat smeermiddelen
Komt op andere potjes hé…
Weer een heel mooi verslag. Ik vind het mooi om te lezen hoe je passie steeds verder groeit
@RNooij complimenten voor het schrijven, ik heb je verslagen met plezier gelezen! Is er ondertussen nog een ‘update’?
Les 15, 16 & 17: Quartz kwatsj & Tribololologico (of zoiets).
Disclaimer: De foto’s lopen zoveel mogelijk synchroon mjet het verhaal maar dat lukt niet altijd. Zie ze echter meer als visuele ondersteuning bij het gehele verhaal i.p.v. een chronologische weergave van alle door mij genomen stappen
Het is weer zover, een update over mijn (ons, want we zijn met 14 heren) avond-tuur aan de Vakschool Schoonhoven. Na de vorige uitgebreide verslaggeving nu twee lessen in één verhaal: Quartz uurwerken en tribologie, de leer van wrijving en smering.
Van te voren had ik bij quartz het gevoel dat het er een beetje bij hoorde, maar me niet heel erg zou boeien. Nou, daar kom ik op terug. Hoewel mijn interesse nog steeds bij mechanische uurwerken ligt, is er behoorlijk verschil tussen de ene quartz en de andere quartz. Ook niet zo gek, en ergens wel bekend, want je hebt natuurlijk een Kia Picanto als compacte auto, of een Mini Cooper S. Doet hetzelfde, maar een hele andere beleving! No offense naar Kia Picanto rijders uiteraard!
Quartz dus, een ontwikkeling die in de jaren 50 en 60 op gang kwam, maar voor een ware plaag voor mechanische uurwerken in de 70’er jaren zorgde. De voorlopers van de huidige quartz uurwerken zijn ware pioniers geweest, en de introductie van deze aandrijving is, zoals bij iedereen wel bekend, bijna de doodsteek geweest voor de gehele Zwitserse mechanische horloge-industrie.
Een van de mooiste uitvoeringen van een quartz aangedreven uurwerk vind ik de Bulova Accutron. Dit stemvork uurwerk heeft inmiddels een aardige cult-status, en wordt nog steeds gebouwd. Sterker nog, Bulova heeft afgelopen Baselworld een sterk vernieuwd concept van de Accutron getoond. (Zie YouTube).
Anyhoe…. We krijgen allemaal een Quartz uurwerk om mee te pielen. Stap voor stap mogen we deze onder begeleiding van Gertjan uit elkaar halen. Eerst de beschermkap van de spoel verwijderen, dan zonder deze aan te raken de spoel verwijderen, de stator, en alle andere onderdelen, alvorens deze weer in elkaar te zetten. Ik loop even te priegelen met een van de onderdelen die ik er niet meer lekker op krijg, de …! Na wat gevloek en diverse pogingen lukt het me eindelijk. Net als bij mechanische uurwerken is het soms echt een uitdaging om een onderdeeltje terug op zijn plek te krijgen. Uiteindelijk lukt het om het uurwerk
Dan door naar de lessen over smeermiddelen en wrijving. Na allemaal de 10x demontage/montage achter de rug te hebben is de volgende stap het spoelen van alle onderdelen afzonderlijk, en bij montage dan weer alle benodigde te punten te voorzien van olie of vet. Dit hangt af wat een bepaalt punt in het uurwerk moet doen, en welk type druk er op dat punt plaatsvindt, of het olie of vet moet zijn. Op tappen en assen, waar onderdelen dus ronddraaien is het voornamelijk olie, op onderdelen die over elkaar heen glijden danwel schuiven is het vet. Denk in het laatste geval bijvoorbeeld aan de hebel, de hebelveer, of de tirette. Dat zijn onderdelen waar contact tussen is maar wat niet continu belast wordt en dus niet in de olie hoeft te staan.
Eerder hebben we al uitleg gehad over het prepareren van de oliehouder en de oliegever, dus we kunnen na het spoelen in principe gelijk aan de slag. Het spoelen gaat eerst met de hand, met een potje wasbenzine. Iedereen mag zijn potje vullen, en één voor één de onderdelen gaan spoelen. Ik besluit eerst mijn kloven te doen, de grootste onderdelen eerst dus, al heb ik geen idee of dat handig is. Daarin laat Gertjan ons vrij, als alles maar gespoeld wordt. Even weken, dan met kwastje zorgen dat het onderdeel aan alle kanten in contact komt met de wasbenzine en dan met tang, blaasbalgje en geduld het onderdeel drogen en opzij leggen.
De kloven dus eerst, dat is zo gebeurd eigenlijk. De wasbenzine spetter wat rond bij het droog blazen, dus eerst maar een paar papiertjes eronder. Dan worden de onderdelen langzaamaan kleiner. Van tandwielen tot schroeven, stenen, hebel en hebelveer tot aan de veerton zonder de veertondeksel. Na alles gespoeld te hebben mag het uurwerk langzaamaan weer in elkaar, en dan gelijk daar waar nodig alles voorzien van olie en vet. De viscositeit van de verschillende oliën bepalen met name de toepassing op welke plekken en welke vormen van wrijving.
We lopen de technische handleiding van ETA zelf door met welk type olie of vet op welk punt moet komen. Hier zal ik later, bij de laatste montage en smering meenemen in de foto’s. Aan het eind van de montage, en dus het smeren en oliën van alle tappen en contactpunten gaat het uurwerk ter controle onder de microscoop en kunnen we allemaal op groot scherm zien waar voldoende, te weinig, te veel of misschien zelfs geen olie of vet zit.
Een voor een probeer ik alle punten te voorzien van olie en vet, en met mijn loupe te controleren dat het op de juiste plek zit, juist op zijn plek zit (nuanceverschilletje) en dat er niet teveel maar zeker ook niet te weinig zit. Met name met het vet gebeurt dat al snel, ik moet dan ook mijn hebel en hebelveer twee keer schoonmaken en opnieuw smeren voor ik zelf tevreden ben. Na volledige montage en smering controleert Gertjan onder de microscoop alle punten, en het blijkt dat ik twee punten ben vergeten. Eentje aan de werkzijde, en eentje aan de wijzerplaatzijde. Ok, kan gebeuren natuurlijk, dus kwestie van opnieuw aanstippen met een druppeltje olie en we zijn er!
Dat gaat me redelijk ok af. Het is even een geconcentreerd werkje want het gaat echt om minimale hoeveelheden olie e.d. dus een vaste hand en even goed opletten is handig. De volgende les gaan we aan de slag met machinaal reinigen, dus het werk lijkt wat overbodig voor nu. Als we echter het uurwerk machinaal hebben gereinigd gaan we daarna voor de laatste keer het uurwerk smeren en monteren voordat we het afregelen en in de kast monteren. Het einde lijkt dus in zicht, op weg naar een goed werkend, compleet horloge!
En als uitsmijter, nog even een knaller van een balans-as:
Tot zover deze update, later deze week een volgend verslag!
Dank je wel, voor dit wederom zeer boeiende verslag. Tribologie, je zult er maar kennis van hebben!
Wat een mooi Topic! Leuk en leerzaam om te lezen. Ik benijd je, heb geen tijd en geen geld om “Schoonhoven” te doen. Wat me wel opvalt is dat de opleiding (nog steeds?) met Nederlandse terminologie wordt gegeven.
In deze tijd van mondialisering, waar je op een terrasje gaat zitten en door de serveerster in het Engels wordt aangesproken bijvoorbeeld.
Zeker als je straks wat internationaler gaat, als je bijvoorbeeld op “watch repair” fora een onderwerp aan de kaak wil stellen, dan lijkt het me toch handig om ook de Engelse terminologie onder de knie te hebben…
Hoe dan ook, bere interessant. Dank hiervoor! Succes en ik blijf dit draadje volgen.
een kwastje van eekhorentjeshaar ?