Ik vraag me af waarom de grote drie de grote drie zijn? En wat zijn dan de grote drie?
Bij mijn weten zijn de grote (traditionele) drie allemaal Zwitsers.
1.Patek
2. Vacheron
3. Ap.
4 is een Duitser. lange.
Maar zou lange niet wat hoger op de ladder moeten staan? Is t niet zo dat AP veel (nog altijd) veel geleverd krijgt uurwerktechnisch van bijv Jeager? En hoe staat jaeger eigenlijk op de tradionele ladder? Zelfde geldt voor bij Blancpain of Brequet. Ook al hele oude merken. Waarom staan hun bijv niet aan de top vd top? Denk wel algemeen in de tradionele top 10?
In mijn ogen kan Jaeger Lecoultre alles wat die âgrote drieâ kunnen en meer. Ze hebben alleen en wat meer âuitgesmeerdeâ collectie in een grotere prijsrange.
Belangrijk in het geval van de vaak-genoemde grote drie, onafgebroken horloge productie sinds:
AP: 1875, partnerschap van Audemars en Piguet, ze waren los van elkaar al horlogemakers. Naam trouwens in 1881.
PP: 1851, Patek (die Tsjechisch was) en Philippe starten.
VC: 1755 (!), dus een 100 jaar langere geschiedenis dan de andere twee, plus enorm veel innovaties op hun naam. Dan kan je ze misschien wel vergeven dat ze nu in handen zijn van Richemont. Die naar mijn bescheiden mening geen slechte dingen doen met ze.
Dit geldt ook voor veel andere horlogemerken als bijvoorbeeld Omega (1848) en Tissot (1853); het speelt vast wel een rol, maar is zeker niet het enige.
Ik denk dat de balangrijkste factor is dat ze zicht in de hoogste prijsregionen van de horlogemarkt hebben weten te nestelen door de juiste marktstrategie. Hoe onbereikbaarder voor de ânormale manâ hoe gewilder voor degenen die dat wel betalen kunnen.
Zis is troe! Zeker niet het enige in ieder geval. Ik zocht JLC op: 1833. Maarja, te veel verschillende prijspunten? Te makkelijk bereikbaar? Ookal is VC nou ook niet moeilijk te verkrijgen, als je de centjes hebt.
Ik vraag me ook af hoe men hier twintig jaar geleden naar keek. Of veertig. Want er komen natuurlijk concepten als âexclusiviteitâ en âinnovativiteitâ en âcachetâ bij kijken, die door vaardige marketingafdelingen flink gebruikt worden om de consument te beĂŻnvloeden. En met de tijd makkelijk te veranderen zijn.
Daar staan, naast veel Journeâs die al verkocht zijn, ook een paar Ressence modellen. Semi bereikbaar zelfs. Maar goed, de grote drie⊠Journe is voor mij een kanshebber.
Patek
Grönefeld
Joune
Ik neem even aan dat niemand hier Jacob & Co of Richard Mille wil nomineren?
Als je reageert op een off topic tekst die wordt verwijderd, dan is die van jou ook weg.
En ik weet ook dat ĂĄls ik je gewraakte tekst erbij zoek, er vast wel iets bij stond wat je nu vast even vergeten bent
De âBig Threeâ is al heel lang geleden een achterhaald begrip geworden. Vooral omdat Vacheron Constantin geen zelfstandig productiehuis meer is. Dat is onderdeel van de Richemont Group. Audemars Piguet kan al heel lang niet meer ontsnappen aan het one trick pony imago en eigenlijk is Patek Philippe de enige echte, alhoewel daar ook weinig innovatiefs wordt verzonnen.
Volgens mij behoren ze allemaal tot de Big Three vanwege de Grandmaster Complications, alle drie hebben ze er eentje (ooit) gemaakt? Dat is een visitekaartje dat je het echt snapt. Dat is de andere Zwitserse merken niet gelukt. Hoor graag of ik ernaast zit.