Weinig. Er is weinig fundamenteel verschil tussen 21600 en 28800 bph uurwerken, waarbij je bij een 18000 bph uurwerk eerder in een railroad watch met Unitas tegen zou komen, omdat die op de KS netjes loopt, maar op de centrale seconde wat kan lijken te stotteren.
36000 bph uurwerken zouden op papier nauwkeuriger lopen. Er is een school van denkers die beweert dat hoe hoger de beat rate, hoe nauwkeuriger het horloge, maar merk wel op dat in 1960 een (tegenwoordig vrij standaard) 28800 bph uurwerk al als high-beat te boek stond.
De enige echt geldige argumenten die ik hoor voor het één of het ander is dat mensen het één mooier vloeiend vinden lopen dan het ander. Want voor de nauwkeurigheid koop je een quartz, zo makkelijk is het nu eenmaal.
Niet heel veel als je tussen 21600 en 28800 switcht. Zo heeft Hamilton, of eigenlijk de Swatch groep, het tikgetal van de Powermatic uurwerken verlaagd naar 21600 om bij een krachtreserve van 80 uur uit te komen. Er is inderdaad een mogelijke relatie tussen tikgetal en gangreserve.
Da’s een lange discussie. Mijn idee is altijd geweest dat minder slagen = minder beweging = minder slijtage. Eerlijk gezegd denk ik dat het niet veel uitmaakt tussen 21600 en 28800 uurwerkjes van Seiko, Miyota, ETA en Sellita. Ik denk dat er wel andere factoren dan het tikgetal zijn die bepalen hoe lang zo’n uurwerk mee gaat. De smering, bijvoorbeeld.
Hi-beat uurwerken met de 36000 slagen per uur schijnen moeilijker te servicen zijn, als je de fabrikanten mag geloven. Daar mogen vaak alleen speciaal gecertificeerde technici aan sleutelen.
Gefelcitieerd! Die serie Citizens is echt heel erg leuk. Prima horloges!
Bij de nauwkeurigheid van horloges praat men meestal niet over de kortst mogelijke meetbare tijdsinterval. Het meest nauwkeurige autonome horloge ter wereld is een Citizen 0100 high accuracy quartz, en die wordt als nauwkeurig gezien omdat hij maar 1 seconde per jaar mag winnen of verliezen.
- Hoeveel seconden wint of verliest het horloge per dag?
- Hoeveel positionele variatie ontstaat er?
Deze twee factoren worden als maatstaf voor nauwkeurigheid van veel horloges gezien. Maar positionele variatie wordt nooit in een specificatie opgevoerd, er wordt altijd “tested in x positions” gezegd, maar nooit wat nou de afwijking is.
Dan is er nog de vraag in hoeverre de graad van opwinding van de veer de accuratesse zou kunnen beïnvloeden, en kom je in de wondere wereld van materiaal-engineering en constant force ontwerpen terecht.
Maar niemand heeft het over het tikgetal als maatstaf voor accuratesse. Denk er maar eens over na: Als jij een uurwerk hebt wat 6 seconden per dag wint, wat maakt het dan nog uit of je een 6e of een 10e van een seconde zou kunnen aflezen?