Afgelopen week stond zeer gewaardeerd forumlid @bauhaus op de stoep met iets heel moois om de pols, een mooie aanleiding voor een HF-topic.
Want vandaag staat er een watch battle met twee zwaargewichten op het programma. Twee van de gaafste, mooiste en indrukwekkendste handwinder chrono’s op de markt. Twee horloges die veel op elkaar lijken en aan elkaar gewaagd zijn, tegelijkertijd zijn beide horloge heel anders en tonen ze goed de verschillen tussen de Duitsers en Zwitsers.
Maar, voordat we naar de horloges gaan kijken, eerst een heel kort stukje historie.
Looking back
In 1923 werd de allereerste Patek chronograaf polshorloge op de markt gebracht. Het betrof hier een split chronograaf met een ingekocht uurwerk (zie de afbeelding hieronder). Vanaf dat moment heeft patek door de jaren heen vele chronografen uitgebracht
(Check dit artikel: https://revolutionwatch.com/the-complete-guide-to-patek-philippe-vintage-chronographs ). De klassieke Patek chronografen zijn, wat mij betreft, één van de aller, allermooiste horloges ooit. Saillant detail; al deze chronografen hadden ingekochte uurwerken. Patek heeft pas in 2009 haar eerste in-house chronograaf uurwerk uitgebracht (namelijk cal. CH 29-535 PS).
Na de wederopstanding van A. Lange & Söhne in 1994, is het bedrijf direct aan de slag gegaan met de ontwikkeling van een in-house manual chrono. 5 jaar later, tijdens Baselworld 1999, werd de eerste Datograph gereleased. Dit sloeg in als een bom.
De ontwikkeling van een in-house chrono uurwerk is bijzonder complex, tijdrovend en kostbaar. De grote drie (Patek, AP en VC) gebruikten op dat moment allemaal varianten van het Lemania 2310 uurwerk in hun chronografen en zagen geen noodzaak om een in-house uurwerk te ontwikkelen. Dat veranderde met één klap toen de Datograph uitkwam.
Wat dat betreft heeft de Datograph een grote rimpel veroorzaakt in de horlogevijver.
Fast forward naar de dag van vandaag.
De Datograph van @Bauhaus en mijn Patek Philippe Chronograaf liggen hier naast elkaar, dus…
DING! DING! DING! DING! Leeeeeeeet’s get ready to rumble!!
In de linkerhoek hebben we de uitdager, een echte zwaargewicht die de concurrentie een flinke tik heeft uitgedeeld toen hij uitkwam. Een horloge met één van de allermooiste uurwerken ooit!
A. Lange & Söhne Datograph Up/Down (referentie: 405.035)
- Kast: 41 mm x 13.1 mm
- Materiaal: Platina.
- Functies: Flyback chronograaf, een grote datum en een gangreserve-indicator (Up/Down).
- Uurwerk: L951.6 handopwinduurwerk
- Gangreserve: 60 uur
Aan de andere kant vinden we een oude bekende. Een horloge met een eeuw oude historie. De ervaren rot die het moet opnemen tegen de jonge nieuwe uitdager.
PATEK PHILIPPE Chronograph 5170G-010
- Kast: 39.5 mm x 11,9 mm
- Materiaal: 18-karaats witgoud
- Functies: Chronograaf met centrale secondewijzer en een 30-minutenteller
- Uurwerk Referentie: CH 29-535 PS handopwinduurwerk
- Gangreserve: 65 uur
Het designmeubel vs de kluisdeur
We hebben hier te maken met twee high-end chronografen. Beide in wit edelmetaal uitgevoerd, beide met een zwarte plaat en beide met een (bijna) monochromatische kleurstelling. Beide horloges zijn ingetogen aan de voorkant en uitbundig aan de achterkant. Beide hebben min of meer dezelfde waterdichtheid en gangreserve. Er zijn dus veel overeenkomsten, toch zijn beide horloges erg verschillend en is duidelijk dat de horlogehuizen beide voor een andere designfilosofie hebben gekozen.
Om de pols is dit direct zichtbaar én merkbaar. De Datograph is met 13,1mm zeker geen dikke jongen, echter gecombineerd met het gewicht van Platina is er een duidelijk verschil te merken met de Patek. Bij de Dato twijfel je nooit of je een horloge omhebt, het gewicht heeft een geruststellende werking. Je voelt om de pols één blok kwaliteit.
De kast is deels gematteerd en deels gepolijst, De prominente bezel en lugs geven het horloge een bijna industriële uitstraling.
De achterzijde is niet geheel vlak, er is een opstaand randje dat doet denken aan de conische vorm van een kluisdeur. De review van Hodinkee vat het mooi samen in één zin. ‘ There’s a feeling that you get when you close a bank vault door, you have this massive piece a metal but it’s so perfectly machined that you can push it close with one finger. ’ Dit somt het hele horloge perfect op voor mij. Ik heb nog nooit zo’n degelijk, perfect geproportioneerd en indrukwekkend horloge om de pols gehad. Het relatief hoge gewicht, gecombineerd met de dikte maakt wel dat je het horloge wat strakker moet dragen om een “wobbel” te voorkomen. Eenmaal goed om de pols, wil je hem niet meer af doen.
Deze robuuste en stoere uitstraling komt ook duidelijk terug aan de voorzijde.
De matzwarte plaat, gecombineerd met de Grosse Datum en de met lume gevulde sword hands hebben een echte “Don’t mess with me” uitstraling, maar dan zonder te schreeuwen. Ook hier vind het horloge de perfecte balans tussen ingetogen elegantie en een robuuste stoerheid.
Bij de Patek is het een ander verhaal. Al na het oppakken merk je een duidelijk verschil in dikte en gewicht. De Patek voelt hierdoor eleganter en tegelijkertijd fragieler vergeleken met de Lange. Ook de kast van de Patek is heel anders, deze is volledig gepolijst en heeft meer organische lijnen.
Om de pols merk je het verschil direct, de Patek draagt lichter en is minder aanwezig. De uitstraling op de pols is dan ook iets eleganter en klassieker.
De Patek heeft de welbekende vouwsluiting met Calatrava kruis. De witgouden sluiting werkt als contragewicht, hierdoor draagt de Patek goed gebalanceerd om te pols. Qua comfort prefereer ik eigenlijk een doornsluiting, maar goed, wie kan dat Calatrava kruis weerstaan.
De plaat van de Patek borduurt verder op het “klassieke” thema. De witgouden Brequet nummers zijn tijdloos en klassiek. Daarnaast zijn de sub dials iets subtieler vergeleken met de panda plaat van de Dato. De witgouden leave hands maken het geheel af.
Waar de Datograph een robuuste en perfect vervaardigde kluisdeur is, is de Patek eerder een klassiek designmeubel. Tijdloos, elegant maar ook een beetje fragiel.
Wie zegt dat Duitsers geen lol kunnen maken?
Draaien we de horloges om, dat valt direct op dat we hier te maken hebben met twee zeer, zeer hoogwaardige uurwerken die qua architectuur best wat overeenkomsten hebben. Wat ook direct opvalt is het uitbundige kleurgebruik van de Datograph vs de meer zakelijke uitstraling van de Patek. Bij de Duitse vrienden knallen de blauwe schroeven, gouden chantos en het champagnekleurige German Silver je tegemoet. Bij de Patek val met name het contrast op van de bruggen, de stalen chrono onderdelen en de goudkleurige tandwielen.
Een ander verschil zijn de balanswielen.
Waar Lange kiest voor een klassiek groot balanswiel, heeft Patek gekozen voor een “moderne” kleinere variant. Mede hierdoor is het tikgetal van de Patek hoger (en daarmee zou het een accurater uurwerk moeten hebben).
De grotere balans van de Lange is dan weer een stuk mooier.
Beide uurwerken staan bol van de zwart gepolijste onderdelen.
Bij de Patek valt het afdekkapje van de columnwheel direct op.
Bij de Lange hebben ze ervoor gekozen om het column wheel open en bloot te laten.
Alles wel volledig black polished.
Zie hier hoe de black polish speelt met het licht.
Het is een Battle Royal, dit keer gaan we dus wél op zoek naar een winnaar.
- A. Lange & Söhne Datograph
- Patek Philippe Chronograph
- Hoezo kiezen? Ze passen prima naast elkaar!
0 stemmers
Na lang wikken en wegen ben ik zelf tot de conclusie gekomen dat beide horloges dermate iconische en verschillend zijn dat het heel moeilijk kiezen is.
Eigenlijk zou je gewoon beide horloges in je collectie moeten hebben.