Omdat ik vandaag tijd over had, dacht ik dat leuk zou zijn om de verschillen en overeenkomsten op te tekenen zoals die genoemd worden in het volgende filmpje van Chrono Talk op Youtube. Het gaat over het ontstaan, de verschillen en overeenkomsten tussen ETA en Sellita.
De uitleg op het filmpje duurt bijna 26 minuten en de spreker zowel als de ondertiteling zijn soms wat onduidelijk. Mijn verhaal is een samenvatting van de uitleg in de hoop dat collega forumisten dit kunnen waarderen. Aanvullingen en verbeteringen zijn uiteraard welkom.
Zowel ETA als Sellita zijn Zwitserse bedrijven die uurwerken (calibers) maken voor een groot aantal horlogemerken. Sommige horlogemerken gebruiken de complete geassembleerde uurwerken, sommige andere horlogemerken gebruiken één of meerdere onderdelen voor hun eigen âin houseâ calibers. EĂ©n merk, nl. Rolex maakt bijna alle onderdelen zelf, maar gebruikt toch enkele onderdelen van specialisten buiten het eigen merk om. Er wordt niet bij gezegd welke onderdelen dat zijn en van wie die onderdelen worden betrokken. Dat is kennelijk het geheim van Rolex.
Tussen 1940 en 1960 waren er in Zwitserland meer dan 250 (!) bedrijven die uurwerken maakten. Voordien, in de jaren 20 van de vorige eeuw, werden er al holdings samengesteld door uurwerk/horlogemakers. Zo gingen Fabrique dâHorlogerie de Fontainemelon (FHF) en Adolf Schild op in Ebouches SA te Neuchatel in Zwitserland in 1926. Later kwamen daar een aantal andere merken bij zoals: Felsa, Venus, Eterna, Unitas, Valjoux, Fleurier en Peseux. De afdeling van Eterna die uurwerken maakte heette toen al ETA.
Door de wereldwijde depressie in de jaren '30 was een nog grotere holding nodig voor de Zwitserse horloge industrie om te kunnen overleven. In 1931 ontstond met hulp van Zwitserse banken en de regering de ASUAG, een afkorting voor Allgemeine Schweizerische Uhrenindustrie AG. In de jaren '40, '50 en '60 was Ebouches SA de grootste leverancier van uurwerken voor de gehele Zwitserse horloge industrie.
In de jaren '30 onstond naast het bovenstaande nog een holding nl.; de SSIH een afkorting voor Societe Suisse pour lâindustrie Horlogere bestaande uit Omega, Tissot en Lemania. ASUAG en SSIH waren in die tijd de twee grootste concurrenten binnen de Zwitserse horlogerie.
Door de quartzcrisis van de jaren '70 bleven er in de jaren '80 binnen Ebouches SA nog ongeveer 40 verschillende uurwerken over van de oorspronkelijke 150. Men besloot toen dat alle calibers binnen de ASUAG holding vanaf dan ETA genoemd zou gaan worden. Op die manier werd bijvoorbeeld de Valjoux een ETA.
Om de onstane quartzcrisis te bezweren richtten de Zwitserse banken alweer een nieuwe holding op genaamd SMH, een afkorting voor Societe de Microelectronique et dâHorlogerie die een overkoepeling was van de ASUAG en de SSIH die op instorten stonden door de crisis. De SMH werd dus âeigenaarâ van beroemde horlogemerken zoals Omega en ook de calibermakers, maar bijvoorbeeld ook van Swatch, hĂ©t Zwitserse antwoord op de Japanse quartz invasie. Swatch als succesvol horlogemerk werd later de Swatch Group met inbegrip van andere horlogemerken, zoals de genoemde Omega, maar ook Tissot, Hamilton, Certina, Longines, Mido, Rado, Blancpain, Glashutte, Brequet, etc.
ETA werd in die jaren, de huisleverancier van calibers voor de merken binnen en buiten de SMH. Tot het begin van het nieuwe millenium toen CEO N. Hayek besloot dat ETA alleen nog maar uurwerken mocht leveren aan merken binnen de Swatch Group. Dit leidde tot het noodgedwongen maken van âin houseâ uurwerken door merken buiten de Swatch Group.
Vanaf hier word het verhaal een beetje vaag, want doordat er een aantal horlogemerken failliet dreigden te gaan omdat ze geen ETA uurwerken meer konden krijgen en sommigen geen geld hadden voor een in house uurwerk, dwong de Zwitserse anti kartel organisatie (of een organisatie die hierop lijkt, de spreker is hier onduidelijk over) de Swatch Group toch uurwerken te leveren aan andere merken dan de merken die tot de Swatch Group behoren. Dit gaat tot op de dag van vandaag door.
De ETA 2824-2.
Op dit punt komt Sellita in het beeld. Sellita was van oudsher één van de bedrijven die onderdelen leverde aan ETA voor hun uurwerken. Ook ETA maakte niet alle onderdelen zelf. Sellita was dus al heel lang een toeleverancier van ETA. Tegelijkertijd verliepen een aantal patenten van ETA uurwerken, dus kon iedereen vanaf toen legaal bijvoorbeeld de ETA 2824, 2892 en de 7750 ânamakenâ of er een eigen versie van maken.
Omdat Sellita al een toeleveringsbedrijf van ETA was en al jaren ervaring had als uurwerkmaker, konden ze gemakkelijk hun eigen versie, een kloon, maken van de genoemde ETA uurwerken en er een eigen naam aan geven. Zo werd de ETA 2824 de Sellita SW 200 en de ETA 7750 werd de Sellita SW 500. Gevolg was een grotere markt voor uurwerken. De kleinere horlogemerken konden op die manier hun uurwerken betrekken van Sellita ipv ETA of failliet te gaan.
Sellita SW 200
Sommige horlogemerken zijn overgestapt van ETA naar Sellita zonder de naam te veranderen. De spreker noemt bijvoorbeeld TAG Heuer die gebruik maakte van de ETA 2824 en deze caliber 5 noemde, maar veranderde de ETA voor de Sellita 200, doch bleef het âeigenâ uurwerk caliber 5 noemen, hoewel er dus geen ETA maar een Sellita in zat.
Volgens de spreker zit er technisch maar heel weinig, tot geen verschil tussen ETA en Sellita. Ze hebben beiden vrijwel dezelfde specs hoewel de SW 200 gebruik maakt van 26 jewels en de ETA 25 jewels. Ook dit maakt technisch geen verschil. Het zijn gelijkwaardige uurwerken.
Ik hoop dat dit wat toevoegt aan onze algemene kennis en wens ieder veel leesplezier. Voeg vooral aanvullingen toe en zie dit als een levend document. Breng vooral een bezoekje aan Chrono Talk op Youtube. Er staat veel informatie over horloges, onderhoud en onderdelen.