O.a. naar aanleiding van de vraag van @Motoskooly, en een aantal opmerkingen van anderen over de recente trend van ‘belachelijk’ grote horloges, heb ik nog een stukje aanvullend onderzoek gedaan.
Als bron gebrukte ik weer Chrono24, maar dit keer nam ik zowel quartz- als mechanische horloges mee (omdat ik verwacht dat quartzhorloges een relatief groot aandeel in de putdeksel-trend hebben). Ik heb me deze keer beperkt tot de laatste 15 jaar. Omdat enkele van de problemen die mij er boven toe deden besluiten om per decennium te tellen (lage aantallen per jaar voor vroege jaren, en classificatiefouten) minder belangrijk zijn in deze periode, kon ik nu per jaar kijken.
Ik heb de data verzameld voor alle mogelijke diameters (van 14mm tot 64mm), maar beperk me in mijn analyse even tot de aaneengesloten range van 34 t/m 48mm, daar deze 15 diameters ruim 90% van de horloges in deze periode vertegenwoordigen.
Ik heb de resultaten uitgezet in grafieken. In elke grafiek staat op de x-as het jaartal, en op de y-as het aandeel in alle horloges uit dat jaar dat vertegenwoordigd wordt door horloges van een bepaalde diameter.
Ik heb drie grafieken gemaakt om patronen duidelijker te kunnen laten zien: als ik alles in één grafiek gooi, verhoudt alles zich tot dezelfde schaal op de Y-as, waardoor trends in minder populaire diameters (lage percentages) minder goed zichtbaar zijn.
De eerste grafiek laat de trends van diameters 34, 35, 36, 37, 38, 39 en 40 zien. Opvallend is dat al deze diameters de laatste 15 jaar minder populair lijken te zijn geworden. Ook opvallend is dat, van deze 7 diameters, 40mm veruit het populairst is, en dat 36mm (de datejust ;-)) een stevige val maakt tussen 2005 en 2008 (waar ‘ie niet meer uit komt).
De tweede grafiek laat de trends van diameters 41, 42, 43, en 44 zien. Deze vind ik zelf vrij boeiend. Al deze ‘grote maten’ zijn gestaag gestegen in popularieit sinds 2000. De grootste van deze set – de 44mm – steeg het snelst, naar een piek in 2009, maar lijkt daarna wat te stabiliseren of zelfs terug te lopen. Dit in tegenstelling tot 41mm en 42mm – waarvan de laatste 44mm in 2013 zelfs ingehaald heeft. Dit zijn de diameters om in de gaten te houden 
De derde grafiek gaat over de écht grote klatsers: 45, 46, 47 en 48 mm: formaten die vanaf 2001 in popularieit zijn gestegen. De 45mm diameter steeg het snelst, maar vlakt ook het eerst af. Belangrijkste constatering is echter dat alle vier de diameters hun hoogtepunt beleefden in 2013 en sindsdien gedaald zijn (alleen de kleinste van het viertal - 45mm - ervaart nog een kleine opleving).
Ik vind het nog even belangrijk om te vermelden dat het niet zo is dat de waarden voor 2015 lager zijn omdat het jaar nog niet uit is: het gaat per slot van rekening om relatieve waarden (waarden t.o.v. het totaal aantal horloges in een bepaalde periode). De 2015 waarde kán uiteraard nog licht veranderen, maar alleen als er in de laatste maanden van het jaar ineens disproporsioneel veel horloges van een bepaalde diameter op Chrono24 geplaatst zouden worden.
Hiermee durf ik voorzichtig te concluderen dat het ergste voorbij is: horloges lijken weer kleiner te worden. Dat zou dan overigens ook moeten blijken uit het gewogen gemiddelde voor elk jaar.
Voor de niet-statistici onder ons: een gewogen gemiddelde betekent dat ik in het gemiddelde meeneem dat er van sommige diameters méér voorkomen in een bepaald jaar dan van andere. Stel dat er in 2015 slechts 1 horloge van 40mm is, maar 9 stuks van 45mm, dan zou het onhandig zijn om als gemiddelde (40+45)/2 = 42,5mm te gebruiken. Beter is om dan ‘mee te wegen’ dat er veel meer van 45mm zijn dan 40: we nemen dan als gemiddelde ((9x45) + (1x40)) / (9+1), en dat is 44,5mm – een veel eerlijker gemiddelde.
Het verloop van het gewogen gemiddelde zien we in deze grafiek:
Ook hieruit blijkt dat het weer kleiner wordt. Het toppunt lag in 2013, en voor mijn gevoel zal deze trend nu ook verder afbuigen.