De “lume” op een horloge kan een interessante indicatie zijn van de geschiedenis, samenstelling en originaliteit van een horloge. Er is weinig over gedocumenteerd en, alhoewel het nog een ongoing process is, handig om wat bevindingen onder elkaar te zetten. Zoals we gewend zijn van Rolex zijn er eigenlijk geen feiten (de wereld van vintage Rolex bestaat louter uit meningen en ervaringen ) en tal van uitzonderingen. Er zijn wel duidelijke misvattingen omtrent de lume. Bijv. dat de zorgvuldigheid van het aanbrengen uitsluitsel geeft over de originaliteit. Het is een meespelende factor maar ik heb re-lumes gezien die strakker waren dan het origineel ooit geweest is en originele lumes die wat slordig waren. Handige tools zijn geigertellers (meten van Radioactiviteit, Radex is goed), UV lamp (waarnemen van fosforescentie en oplichten) en uiteraard loupe (zorgvuldigheid maar ook zeker de structuur. Lees: is het sponzig, wafelig, Puffy, korrelig of glad “toothpaste”)
Hou in acht dat Rolex ook werkte met verschillende wijzerplaatmakers (singer, beyeler, stern, zj, lemrich) En het kan verschillen per model.
Aangaande meeste sportmodellen (Daytona uitgezonderd) is mijn ervaring als volgt.
Tot 56/ 57 - Radium (gesigneerd “swiss” only) hoge aflezing op geiger en fosforiserend. De sterkte daarvan is afhankelijk van de staat. Als het “vervuilt” is of in aanraking met vocht is gekomen kan t afnemen.
Tot 60 radium of strontium 90 (afhankelijk van wijzerplaat maker). Beiden tasten vaak oppervlak van de wijzerplaat aan. Radium wordt vaak geler over de jaren en verliest iets in kracht. Strontium 90 verkleurd vaak lelijker, grijs/ groen en wordt juist potenter met de jaren.
Vanwege radioactiviteits gerichte wetgeving overgang op Promethium 147. Zodoende aangemerkt met “exclamation point” en later, rond 62, met “underline”. Nog steeds swiss only gesigneerd.
Toen kwam pas overgang op tritium. Aangegeven op plaat met swiss t < 25. met lagere radioactiviteit dan 0.25 Millicurie. -Eenheid van radioactiviteit, op meeste geigercounters wordt in microseivert weergeven.-
Tot 68 (naar mijn bevinding ong 1.9m serial) bestaat de compound naast tritium uit Zincsulfide. Die wel nog fosforiserend is. Daarna wordt Zincsilikaat gebruikt wat niet of nauwelijks meer oplicht of nagloeit onder uv.
In 98 (Vanaf Late U serie) stappen ze over op Luminova. Geen radioactiviteit en licht blauw op ipv groen. Deze platen zijn vaak, net als service replacement dials en oude radium platen, aangeduid met “swiss” only. Vanaf 2000 superluminova… zowel luminova als superluminova hebben niet de neiging om te verkleuren door blootstelling aan normale factoren en krijgen dus geen “patina” en neemt niet of nauwelijks af in het oplichten.
Als jullie het interessant vinden zal ik dit updaten mocht ik meer informatie of ervaring opdoen. Ook jullie bevindingen kunnen interessant zijn en hier gedeeld worden. Dank voor degene die dat al hebben gedaan.
Cheers, Jasper Lijfering