Sinds voormalig lid Candy mij in 2017 in een groezelig espresso-barretje achter de kerk in Zwolle een exemplaar om de pols klapte loop ik al op Halios te vitten. Ik vind namelijk dat de producent van mijn NA verschrikkelijk coole horloges heeft gemaakt in z’n tijd, maar hij produceert alleen erg gelimiteerde runs, en ze verdwijnen daarna dus ook gewoon van z’n site, om nooit meer in die vorm terug te keren. Ik vind dat kut, met name omdat ik langzaam ben in m’n beslissingen, en dus altijd achter het net viste bij deze mensen.
Ik kon de nieuwe Fairwind kopen, maar ik vind de Seaforth veel mooier, dus ik had Halios in mijn hoofd al afgeserveerd toen ik recentelijk ergens in een topic vernam dat bij onze zuiderburen een exemplaar te koop stond. Na een bericht of twee hapte ik voortvarend toe, en gisteren plofte hij op de mat: De Halios Seaforth III in donkerblauw. Althans, ik zou het eerder teal noemen. Er is een groenige gloed.
Laat ik jullie voor de verandering eens niet vermoeien met sfeermuziek of gelul over m’n horlogereis die tot dit punt heeft geleid. De reden dat ik dit ding kocht is simpel: Ik merk na de aanschaf van m’n Baltic Aquascaphe GMT dat ik gewoon erg van Skin-diver achtige horloges houd, met lume, bol glas, en bescheiden afmetingen. Ergens vond ik ook stalen bezels cool. Ik heb ooit twee stargates gehad met een stalen bezel, en vind de Aquaracer met stalen bezel ook bijzonder mooi.
Deze Halios zit dus exact in m’n wheel house. De advertentie van @septentrio suggereerde 40mm doorsnee, er zwerven berichten rond over 41mm, 40,5mm, dus ik heb 'm maar even opgemeten. Het is een bescheiden duiker van 41mm doorsnee, 47mm lug to lug lengte en 12mm hoogte tot de top van het glas. Daar kan Seiko nog wat van leren, zou ik zo zeggen.
De bezel is een GMT bezel, of, nou ja, een poor man’s GMT bezel. Desalniettemin kun je dankzij de lume pip nog gewoon duiktijden timen. De bezel is wel unidirectioneel, en het is één van de stevigste klikkers die ik ooit in handen heb gehad. Ik weet niet hoe ze het doen, maar er is geen enkele vorm van back play of twijfel aan de statige tikken waarmee je die bezel rond wrikt.
De lume pip is trouwens ook bijzonder vlak en modern. Hij is naadloos aangebracht, en dat is erg tof gedaan. Het is weer eens wat anders dan het geijkte bolleke.
De wijzers lijken in de eerste foto’s plat, maar niets is minder waar. Er zitten twee facetten aan de uren- en minutenwijzer, en de lengte is echt, echt precies goed. De top van de uren scheert over de indices heen, de secondenwijzer loopt midden over de minutentrack, en de minutenwijzer stipt die track aan.
De dial is sowieso een oase van rust. Er staat alleen Halios Seaforth op, waarbij dat laatste in een geeltint is die net speels is zonder te opvallend te worden, de wijzerplaat is een teal-achtig donkerblauw die best met licht speelt en dus van zwart naar groenig schakeert, en het datumvenster is een discreet kunststukje, in de kleur van de rest afgewerkt.
De kroon is van het logo voorzien en wordt beschermd door twee afgeronde crown guards. Die laatsten hadden ze weg mogen laten, want ik heb m’n skin divers het liefst zonder crown guard. De SPB143, Oris Sixty Five en BB58 doen dat in mijn ogen beter, maar de crown guards zijn hier wel zo uitgevoerd dat het een eigen smoel is. De kroon schroeft goed en soepel, en de actie aan de kroon is ook erg solide.
De kast is verder lekker plat. Het horloge draagt comfortabel, ook door de lichte komvorm die van de pols af loopt en het feit dat de kast een millimeter minder breed is dan de bezel, die wat uitsteekt. Ze konden wel naar de kast van de Squale 1521 geloerd hebben, wat ik je brom. Dat zie je trouwens ook aan de scherpe aflopende lugs.
A propos de lugs, het zijn wel plaatjes. De hele kast is fijntjes gebrushed, maar er loopt een v-vormig facet over de lug heen wat culmineert in een 44GS-achtige afgevlakte hoogglans punt. Dit geeft het horloge een dynamisch en elegant voorkomen. Ook het boxed saffier is geweldig.
Dankzij de korte lug ligt hij ook nog lekker op de juiste plaats om de pols. Bij het horloge zaten twee banden. Een comforabele gladde zwarte siliconen-band die ik te saai vind voor woorden, en een stoffen band die erg cool is. Een soort poor man’s Oris Momotaro, zeg maar. Die laatste gaan jullie zeker nog te zien krijgen. Verder doet hij het goed op NATO of op Baltic’s tropic.
Maar als jullie de mogelijkheid hebben om een Seaforth te scoren, zeker deze derde generatie, en zeker in baby-blauw, zou ik niet aarzelen. Het is heel erg veel horloge voor heel erg weinig geld. Dit, dames en heren, is een blijvertje.