Veel van de horloges die ik hier op het forum post zijn eenvoudige apparaten, meestal met drie wijzers en al dan niet een datum. Dat is zo gegroeid omdat ik een slechte ervaring had met m’n eerste serieuze chronograaf, de Speedy Reduced die ik ooit weg gooide, dom genoeg. Ik beleefde mechanische chronografen als nodeloos complex en dus foutgevoelig.
Maar toch bleven chronografen door m’n hoofd spoken. Wanneer ik de Speedy van @HanDavinci om doe kietelt het wat, ook al is 42mm mij eigenlijk te groot, en ik heb best een paar aardige exemplaren geprobeerd:
De Yema was perfect van diameter en lug, maar zwalkte wat omdat hij 15,5mm hoog was, en de Farer zat niet lekker omdat hij met een 41mm cushion case in m’n pols prikte dankzij de laag liggende lugs. Ik heb ze gekocht en ook weer verkocht. Helaas, want ik vond het übercoole chronografen.
Intussen zat ik naar Hanhart’s 417 ES in 39mm te kijken, maar die zijn heel, heel erg uitverkocht. Misschien dat er daar van het voorjaar nog eens eentje van komt. Ook zat ik naar de Breitling B09 te kijken, maar 7000 ballen voor een chronograaf uitgeven nog geen twee maanden nadat we twee Cartiers aanschaften vond ik wat te gortig.
Zo kwam ik op de site van Excelsior Park terecht. Ik zat daar al sinds 2021 naar te loeren toen ik zag dat dat merk weer gelanceerd werd. Uiteraard zat ik tussen zwart en roze te twijfelen, maar het was m’n vrouw die suggereerde dat ik de beige moest nemen. En zo ben ik tot de NA van vandaag gekomen, na een jaar dubben en het niet doen:
Eerst even een muziekje voor de sfeer.
Nu hoor ik veel mensen denken “Excelsior Park? Wat is dat, en waarom moet ik er enthousiast over zijn?”, dus voor ik tot het horloge kom eerst even een stukje geschiedenis.
Het begon allemaal in Zwitserland met twee mensen die blijkbaar niet met de klauwtjes van elkaar af konden blijven, want Jules-Frédéric Jeanneret en z’n vrouw Cécile Sandoz fabriceerden zes kinderen die allemaal horlogemaker werden. Zoon Henri Jeanneret kreeg het leiderschap over het in 1866 opgerichte Excelsior Park, terwijl drie andere kinderen zich met andere merken bezig hielden.
Toch zou het tot 1913 duren vooraleer er een chronograaf van de band rolde. Maar aangezien het Willy Breitling was die in de jaren 20 en 30 pas de single- en double-pusher chronograaf uitvond, waren het eerder een soort zakhorloges waar de pusher in de kroon geïntegreerd was. Kortom, eigenlijk gewoon een stopwatch.
De productie van chronografen door Excelsior Park zou uiteindelijk tot 1983 plaats vinden, en tussen 1918 en 1983 maakten ze ook uurwerken voor Gallet, Girard-Perregaux en Zenith.
Met name het P40 caliber was een column-wheel chronograaf die dus ook in Girard-Perregaux horloges terecht kwam. Maar toen in 1975 de volledige Amerikaanse markt op electronische timers en quartz over stapte ging het al snel mis. De man die in 1983 het licht uit deed in het bedrijf was Robert-Edmond Jeanneret, en na zijn dood in 1985 werd de firma geliquideerd en verdween het IP naar Duitsland waar het in de slaapstand ging tot 2020.
Ze maakten uiteraard ook horloges onder de eigen merkvoering, en hieronder zie je een paar voorbeelden van vintage Excelsior Park en Gallet horloges, met dank aan Fratello. Daar zitten een paar mensen die interesse hebben in vintage Excelsior Park horloges en calibers. Kenmerkend zijn de “kleerhanger 7” en de platte 4 die je ook op mijn NA ziet.

Zoals gezegd, in 2020 werd het merk weer opgericht door Guillaume Laidet en een mysterieus collectief wat zich de Korius Group noemt. Deze Fransozen zitten onder meer achter de wederopstanding van Nivada Grenchen en recentelijk ook Vulcain, waarmee ze de Cricket weer uit hebben gebracht.
Nog even een passend muziekje voor de sfeer.
Wat mij tegen hield om de Excelsior Park te kopen was het feit dat ze het bedrijf in Zwitserland vestigden, en vanuit Zwitserland tegen US dollars verschepen. Dat betekent dat er BTW en invoerrechten bij komen mocht je het horloge bestellen. Evengoed, op het eind van de rit heb je voor zo’n 2250,- Euro een chronograaf op de mat liggen, en ik kan zeggen dat ik het het geld nu al waard vind. Ik ben blij dat ik me er overheen heb gezet.
De doos zat gewoon zo los in een FedEx plastic envelop, maar gelukkig zat het horloge mooi vast in de doos. Evengoed, verpakking is een verbeterpuntje voor het verschepen. Maar wat ik aantrof kon me bekoren. Ik had voor bruin leer gekozen, en het horloge lag netjes met een garantiekaartje, een leren buideltje en een erg solide hang-tag in de kist.
Het is natuurlijk hartstikke schattig dat ik nummer 50 heb. Ik vermoed dan ook dat er minder Excelsior Park over de toonbank gaat dan Nivada Grenchen.
Het leren etuitje wat er bij zat bleek de solid caseback te bevatten. Ik denk, omdat het het horloge wat platter maakt (12,85mm in plaats van de 13mm van de see-through), dat ik de solid caseback op het horloge ga zetten. Dat leidt ons direct naar de achterkant.
Daar kan ik kort over kan zijn: Het uurwerk is een spartaans uitgevoerde Sellita handwinder uit de 500 serie. 28.800 slagen per uur, handwinder, weinig decoratie. Daarom wil ik 'm ook dicht plakken, het is niks bijzonders om te zien, dat deed Farer leuker, en een dichte caseback is periode-correct.
De leren band die er bij zat heb ik er ook direct af gehaald. Niet omdat het een slechte band is. Integendeel, zo zie ik ze graag: Plat, ongevoerd leer van goeie kwaliteit, lekker soepel, en met een simpele gesp. De reden dat ik hem er af haalde was simpelweg omdat dit horloge noopt tot spielerei met banden. Het is één van de ergste bandensletten die ik heb. Kijk toch eens:
Het is een bandenbonanza van jewelste, en dit horloge slikt alles. Maar wacht, Mike, er is meer!
Één van de dingen die me voor de Excelsior Park hebben doen besluiten was zeker ook de maatvoering. Met z’n 39 x 47,5 x 13mm is het een perfecte vintage Jumbo maat. Die 13mm is tot de top van het boxed saffier, en dankzij de stepped bezel draagt hij geweldig. Hij schiet zelfs op een Bund onder m’n manchet, wegens de ronde vorm.
Excuses voor de schmutz, maar ik heb er direct ook maar mee gekookt en getraind. Maar wat direct opvalt is de erg smalle stepped bezel, die helemaal periode-correct is, en dan dat heerlijke bolle glas daar boven op. Het is van boven vlak geslepen, dus echt een boxed saffier, niet domed, met een behoorlijke vertekening in de slijprand. Ik vind dat super, want het licht speelt steeds met de indices en cijfers, op deze manier, terwijl het horloge van voren bekeken zeldzaam goed afleesbaar is wegens de AR coating op het glas.
Aangezien ik eigenlijk een hekel heb aan pump-pushers en geschroefde pushers op chronografen ben ik erg in m’n nopjes met de discrete geïntegreerd ogende ovalen pushers die je hier op de zijkant aantreft, net als de lekker oversized kroon die niet gesigneerd is. Wederom, periode-correct. Tot slot de facetten op de tip van de lugs en over de rand… Die geven het horloge net even wat meer cachet.
De wijzerplaat is onder de macro lens een behoorlijk korrelige affaire, met prachtige zwarte syringe-wijzers en gestanste numerals. De subdials zijn netjes met concentrische ringen uitgevoerd en hebben nog een glimmend randje, wat eigenlijk niet opvalt, behalve dat het het contrast wat verhoogt. De beprinting van de numerals is discreet, maar toch redelijk van contrast met de plaat. Hij is mooi, zeker ook aan de pols.
Het is verschrikkelijk makkelijk om dit er uit te laten zien als een militaire chrono, maar je kunt 'm goed netter doen worden door er een knapper leren bandje op te zetten. Dat past ook mooi bij de waterdichtheid, want met 100m kun je dit echt als een daily driver gebruiken.
Het enige minpunt is de lume. Die is lachwekkend slecht, het lijkt net een Nomos of Hamilton. A propos Hamilton, dit horloge ziet er direct ook uit alsof je het zo aan de cast van SAS Rogue Heroes kunt geven.
Eigenlijk ben ik gewoon hartstikke blij. Qua draagcomfort, coolheid en inzetbaarheid denk ik dat ik het ultieme chronograafje heb gevonden. I approve.