Mijn vader heeft zijn sporen verdiend als directeur van een bejaardentehuis. Voor de jongeren onder ons: waar ouderen tegenwoordig zelf hun zorg – als die überhaupt beschikbaar is – bij elkaar moeten sprokkelen bood een bejaardentehuis een woonvorm die ouderen huisvest en ontzorgt. Niet elke verandering is een verbetering…
Ondanks het feit dat zijn pensioen in zicht kwam accepteerde mijn vader een nevenfunctie als adviseur bij de renovatie van een soortgelijke instelling. Normaal gezien zou zijn honorarium terecht zijn gekomen “op de grote hoop” en zo worden besteed aan de dagelijkse boodschappen en dergelijke. Daar stak mijn moeder – de schat – echter een stokje voor door te bedingen dat hij van een deel iets moois voor zichzelf zou kopen. Het werd een horloge. Hij droeg rond die tijd een doublé Zenith handopwinder, en na een korte verkenning viel zijn keuze op een Rado Diastar. Als ik mij niet vergis kocht hij hem bij juwelier Tonino, destijds gevestigd aan de Markt in Delft.
De bijzondere kenmerken van deze Rado zijn het strakke uiterlijk, de keramische kast en mede dankzij het kwartsuurwerk het lage gewicht van 47 gram en de geringe dikte van 7 mm. Het bandje van siliconen is geïntegreerd en heeft een breedte van 25 mm bij de kast, 20 mm bij de gesp. Met een breedte van 28 mm exclusief de kroon is het zeker naar huidige maatstaven een klein model. De wijzerplaat is door relatief brede zwarte randen nog een stuk kleiner.
De voornaamste beperking van dit horloge is de ronduit beroerde afleesbaarheid. Dat wordt veroorzaakt door de kleine afmetingen van de wijzers en het geringe onderscheid tussen de minuten- en secondewijzer. Dat aspect brengt me weer terug bij mijn vader. Zoals veel ouderen werd hij geconfronteerd met glaucoom, ook wel bekend als staar. De Rado, waar hij zo op gesteld was, belandde in een la en daarvoor in de plaats werd een uitstekend afleesbaar horloge van het “beroemde” merk Q&Q à € 19,95 gekocht. Ik heb dat laatste horloge een poosje tijdens het klussen en bij het werk in het bos gedragen in de veronderstelling dat het uurwerk of het bandje het dan snel zou begeven, maar moet bekennen dat ook een horloge van nog geen twee tientjes ernstige mishandeling kan overleven.
Als enige enthousiaste drager van horloges in de familie hoopte ik stilletjes dat mijn vader mij de Rado “met warme hand” zou geven, niet omdat het merk of model me zo aansprak, maar omdat het mij mooi leek als hij zou merken dat ’t horloge bij mij in goede handen was, lees: gedragen wordt. Helaas, het mocht niet zo zijn. In 2019 overleed hij in mijn bijzijn met de Q&Q om zijn pols.
Kort na zijn overlijden vertelden mijn broers me dat zij vonden dat de Rado naar mij moest gaan. Sindsdien is het een vast onderdeel van m’n verzameling, en ik draag hem geregeld. Achteraf vind ik het jammer dat ik geen poging heb ondernomen om een ander mooi maar goed afleesbaar horloge voor mijn vader te vinden, maar gedane zaken nemen geen keer.
Zij die mijn NA’tjes lezen weten dat ik hecht aan goede afleesbaarheid. Horloges die wat dat betreft slecht scoren worden bij voorbaat gediskwalificeerd. Het kan zeker geen kwaad om vóór een aankoop eens na te denken over de vraag of een horloge ook goed afleesbaar is als je ogen achteruit gaan. Zo lang je ogen nog helemaal in orde zijn raad ik je aan om naar Het Elfde Gebod, dat de bijbel dus niet heeft gehaald, te leven: GIJ ZULT GENIETEN, dus ook van matig afleesbare maar o zo mooie horloges.