Het wordt voor de niet gecertificeerde horlogemaker in de toekomst bijna onmogelijk om, een merk horloge dat geproduceerd is na circa 2010, te repareren.
Richemont [ moederbedrijf van Cartier, IWC, JLC, V&C, Piaget, B&M, Panerai etc. ] is rond 2003 gestopt met leveren van onderdelen aan externe horlogemakers. Dit is destijds in de USA met succes aangevochten door de AWA [ American Watch Association ] en uiteindelijk moest Richemont North America wel onderdelen gaan leveren aan horlogemakers die een merk specifieke scholing hadden gevolgd en waarvan het atelier qua uitrusting voldeed aan de eisen van Richemont.
Ditzelfde gebeurt nu ook langzaam in Europa en je kunt dus als zelfstandig horlogemaker een verzoek indienen om bijvoorbeeld IWC te mogen repareren. Ze komen dan voorbij en er wordt een werkbank test van 2 dagen gedaan. Ook worden de tooling en uitrusting gecontroleerd en geïnventariseerd. Je krijgt een lijst met ontbrekende tooling en merk specifieke tooling die je moet kopen, kopie van aankoop factuur dient als bewijs ingestuurd te worden net als serienummers van machines.
Als bovenstaande voldoende is dan mag je op de eerste cursus naar Schaffhausen voor Level 30, dit is een basis training voor de standaard automaat en chronograaf uurwerken en hoe je de pakkingen dient te vervangen etc. Deze training duurt 1 week en aansluitend volgt er een training van nog een week voor het polijsten. Hotel met ontbijt wordt betaald door IWC maar verdere reis en verblijfskosten zijn voor eigen rekening [ net als 2 weken geen inkomen ]
Na positief afsluiten van de trainingen kun je dus voor de basis uurwerken de onderdelen bestellen bij Richemont. Voor een vervolgtraining Level 40 = oa split chronograaf [ niet de eigen calibers ] mag je je na een jaar opnieuw voor een week melden in Schaffhausen. Dit gaat door t/m Level 60 = inhouse chronograaf uurwerken. Ben zelf in januari 2018 voor 60 geslaagd en hoger kan je niet.
Aan elk level hangt weer een behoorlijk prijskaartje wat de speciale gereedschappen betreft.
Hetzelfde is ook van toepassing op bijvoorbeeld Omega, zij hebben level 1 [ banden monteren ] + level 2 [ kast onderdelen ] en level 3 [ uurwerk onderdelen ]. Heb zelf level 3 gedaan en daarvoor moet je eerst een week naar Brussel [ Swatch Groupe ] en wordt je getraind op verschillende punten. Hierbij heb je op de 4e dag een serieuze test waarbij iedere kandidaat een uurwerk [ ETA 2892-A2 / Omega 1120 ] krijgt met ingebouwde fouten. Dit moet je compleet servicen, afregelen en monteren in de kast zoals voor geschreven. Er zit ook een tijds limiet in en hiervoor kun je strafpunten krijgen. Er moet minimaal 80 punten behaald worden van de 100.
Voor elk merk moet je dus voldoen aan hun eisen en de certificering is persoonlijk, dus niet voor de eventuele winkel waar je werkt. Dit is dan ook vaak een moeilijk punt, de horlogemaker heeft het geld niet om te investeren in de vereiste gereedschappen en de juwelier wil misschien wel investeren maar als de horlogemaker naar een andere werkgever gaat of zelfstandig wordt dan heeft hij weer niets [ en krijgt hij dus geen onderdelen ].
Bij een aantal merken is er een verplichte combinatie van dealerschap en aftersales [ bijvoorbeeld Rolex en Breitling ].
Het moeilijke na de certificering is de reparatie adviesprijs met de voorgeschreven te vervangen onderdelen. Als voorbeeld: Had onlangs een JLC Reverso Gran’Sport voor een full service. De adviesprijs voor deze reparatie is € 590,-. Naast de standaard pakkingen en veer zitten er bij deze prijs ook gesleten uurwerk onderdelen [ muv roest ]. In de automaat waren 2 raderen versleten en deze kosten bij elkaar € 200,- + pal € 37,- + wisselaar € 125,- + veer € 37,- + 3x pakking circa € 24,- + 6x schroef € 22,-. Blijft er € 145,- over! Het grootste probleem is de raderen en wisselaar worden per 5 stuks geleverd, bij niet veel voorkomende uurwerken bouw je dus een voorraad onderdelen op en verdien je pas iets terug bij de 4e reparatie.
De raderen die nu voor € 100,- p/s verkocht worden waren 14 jaar geleden nog maar € 11,50 tot 18,50 per stuk. Het is dus zeker niet altijd rendabel om zelf alles te willen repareren en vooraf soms een inschatting te maken wat de onderdelen kosten. De meeste merken werken tegenwoordig met een vaste prijs voor een reparatie en bij een slecht onderhouden uurwerk is het dan ook vaak niet economisch verantwoord om het zelf te willen doen.
De niet gecertificeerde horlogemaker kan vaak nog wel aan oudere onderdelen komen maar van nieuwere modellen is het gewoon dicht gespijkerd door contracten met een boete clausule en het intrekken van de certificering. Zij zullen dus niet alle gesleten onderdelen gaan vervangen en zeker al niet de vorm pakkingen.