Als je op zoek bent naar een spectaculair verhaal over een bijzonder horloge kun je beter elders op dit forum verder lezen, want dit is een lofzang aan een doorsnee horloge dat een beslissende rol heeft gespeeld bij mijn belangstelling voor de “haute horlogerie”.
We pakken de draad achttien jaar geleden op toen ik nog nauwelijks belangstelling voor horloges had. In de etalage van de plaatselijke juwelier (Van der Meij in Apeldoorn, helaas verdwenen) zag ik een strak vormgegeven Danish Design horloge, dat ik niet veel later met een passende inscriptie van mijn echtgenote voor mijn verjaardag kreeg. Let wel: ondanks intensief gebruik doet dat horloge het nog steeds prima.
Beroepshalve verzorgde ik destijds cursussen in binnen- en buitenland, en was daarvoor soms vier weken aan één stuk van huis. Daarbij is een betrouwbaar en goed afleesbaar horloge onmisbaar, want dan draait het om les-, pauze-, incheck- en vertrektijden. Na veertien jaar (!), tijdens een buitenlandse reis naar de een of andere bananenrepubliek, liet m’n Danish Design me in de steek, naar later bleek door een leeg batterijtje. Het horloge heeft geen secondewijzer of andere manier om je vooraf te waarschuwen voor een bijna lege batterij, dus daar sta je met je goede gedrag…
Pas toen heb ik me verdiept in het fenomeen “automatisch uurwerk”. Dat leek me handig: een horloge dat het altijd doet zolang je hem maar regelmatig draagt. Een korte zoektocht op Marktplaats leverde een betaalbare automaat (ik meen € 120) met een kekke wijzerplaat, merk Orient op. Nooit van gehoord, maar ergens op het Web las ik dat het een dochter van Seiko was, dus dat zat vast goed. Ik heb de verkoper benaderd, de vraagprijs overgemaakt en een dag of wat later stond tante post voor de deur met m’n eerste automaat.
Ik heb de Orient daarna intensief gebruikt want reizen is een van de zwaarste belastingen waar je je spullen aan bloot kunt stellen. Een goed kostuum, diverse koffers, een GSM, een laptop en uiteindelijk mijn gezondheid – alles ging naar de Filistijnen als gevolg van mijn bestaan als Vliegende Hollander, maar de Orient en mijn huwelijk overleefden het.
Pas later ontdekte ik dat er veel verschillen bestaan tussen horloges met een automatisch uurwerk. Hacking? Kende ik alleen als een poging om in te breken in IT-systemen, en kan niet met dit uurwerk. Handmatig opwinden kende ik alleen van de art deco pendule in onze woonkamer, en biedt de Orient evenmin, met de kanttekening dat de indicatie van de gangreserve heel zinvol is (en i.t.t. die op mijn Grand Seiko SBGA211 Snowflake wel op een mooie plaats zit – zie NA: Grand Seiko SBGA211 Snowflake).
Zoals gezegd sprak vooral de wijzerplaat mij aan. Sterker: verder keek ik niet – letterlijk en figuurlijk. De combinatie van patronen en de bescheiden vormgegeven indices zijn zeker gelet op ’t prijskaartje mooi. De wijzers zijn denk ik niet van blauw staal maar geverfd. Helaas zijn ze voorzien van een volstrekt waardeloze lume want nauwelijks af te lezen in het donker. Bovendien hebben de indices geen lume.
Voor de liefhebbers hier wat eigenschappen van deze Orient, waarmee ik de enige op dit forum lijk te zijn. Het typenummer is FD0F-G0-A of FD0F001W, daar komt ik niet uit. Diameter 40 mm, lug-to-lug 46 mm, dikte 12,4 mm, lug width 22 mm, Orient in-house 46N45 uurwerk, 3 Hz/21.600 vph met een gangreserve van 40 uur en een lift angle van 53 graden. De glasbodem geeft een kijkje op dit alles behalve spectaculaire uurwerk. Zoals bij de meeste horloges zie ik liever een dunnere kast met een stalen bodem dan een dikkere kast met een zichtbodem, maar dat is een kwestie van smaak.
Het vlakke glas is van saffier, dat van de zichtbodem is niet beschreven.
Ik heb de versleten lederen strap met vouwsluiting onlangs vervangen door een Colareb Spoleto in de kleur Swamp, en dat staat goed en zit nog beter. Met deze band weegt het horloge 84 gram.
De Weishi 1000 time grapher (aanbevolen, zie NA Seiko SDGM001 “Great Pretender?” en Weishi 1000 time grapher) toont zeker gelet op de prijs aanvaardbare resultaten: een precisie van + 22 seconde per dag, een gezonde amplitude van 264 graden en een verwaarloosbare beat error van 0,1 ms. Een servicebeurt zal hier ongetwijfeld nog wat verbetering in kunnen brengen.
Hier een detailfoto. Merk op dat de kast mooi aansluit op mijn pols, die een omvang heeft van 18 cm.
Afsluitend: sterke punten zijn de leuke wijzerplaat en het draagcomfort, zwakke punten zijn de beperkte precisie en het ontbreken van handmatig opwinden en hacking.
Van elk horloge maak ik een balanced score card. De Orient komt op een keurige maar geen wereldschokkende 7,6 (daar was je vroeger op school tevreden mee, dus waarom nu niet?): vormgeving (30%): 7, draagcomfort (15%): 9, leesbaarheid (15%): 8, precisie (10%): 6, functionaliteit (10%): 5, prijskwaliteitverhouding (20%): 9.
Ik hoop dat dit horloge me nog jaren trouw blijft. Inmiddels zitten er veel mooiere horloges in de watch winder, maar zo’n trouwe metgezel verdient een goedverzorgde oude dag, niet?
Bedankt voor het lezen!