Tijdens zakenreizen door Azië groeide mijn belangstelling voor Grand Seiko, dat in die contreien veel populairder lijkt te zijn dan hier. Het model dat overal getoond werd en daardoor mijn aandacht trok was de SBGA011 Snowflake met Spring Drive uurwerk. Bij de afdeling herenmode moest ik opdringerige verkopers (m/v) van me afschudden, maar bij de horloges werd ik volstrekt genegeerd, ook als ik voor de gelegenheid een mooi kostuum droeg. Vreemd. Hoe dan ook: ik vond de GS door het prijskaartje van toen bijna € 5.000 (inmiddels € 6.000) niet iets om onaangekondigd mee thuis te komen, dus het bleef bij kijken - kijken - niet kopen.
Door Corona en veranderingen in mijn werksituatie reis ik niet meer. Jammer, want als de hemel bestaat koken ze er Aziatisch. Pluspunt is wel dat ik veel meer tijd heb om me te verdiepen in “haute horology”. Geleidelijk is mijn verzameling gegroeid, vooral in het segment van € 500 tot € 1.000, waarin overigens heel veel moois te koop is, zeker als je zo’n bedrag besteedt aan een “pre-enjoyed” horloge. Die term heb ik niet zelf bedacht: Porsche gebruikte hem destijds voor Porsche Approved tweedehandsjes.
Grand Seiko in het algemeen en Spring Drive in het bijzonder lieten me niet los, maar ja, dat prijskaartje. Onverwacht kreeg ik echter groen licht van mijn betere helft, misschien ook omdat ik door omstandigheden onze beide pretauto’s had verkocht.
De ideale GS had de volgende eigenschappen:
- Spring Drive, voor mij de ideale combinatie van de precisie van quartz en de techniek van een automaat, of een hi-beat automaat met display case back
- Een blauwe of champagne wijzerplaat als aanvulling op mijn onvolprezen Oceanus OCW-S100 met zwarte wijzerplaat (NA: NA: Oceanus OCW-S100) en Junghans Max Bill met zilveren wijzerplaat (NA: NA: Junghans Max Bill 34 mm)
- Een 44GS, 57GS, 62GS of Evolution 9 kast
- Geen duiker, geen GMT
- Staal of titanium op een bracelet
- Full set in goede tot zeer goede staat.
Geleidelijk spitste de zoektocht zich toe op een SBGA373 of SBGA375: Spring Drive, 44GS kast, champagne respectievelijk blauwe wijzerplaat, staal op staal, en door de jonge leeftijd normaal gezien in goede tot zeer goede staat. De aangeboden exemplaren waren echter boven budget, dus het lange wachten kon beginnen. Een paar keer per dag keek in de blauwe rubriek van dit forum, en passende zoekopdrachten op Marktplaats en Chrono24 zorgden voor een lawine van alerts. Als toetje keek ik vaak op Catawiki en Ebay, en zo maakte een heel prettige endorfineverslaving zich van me meester.
Tot mijn stomme verbazing kwam er een nauwelijks gedragen SLGH005 White Birch hi-beat automaat op E-bay (https://www.grand-seiko.com/nl-en/collections/slgh005g). Zelfs na betaling van BTW, invoerheffing en transport kostte hij minder dan de helft van de nieuwprijs, en paste daarmee binnen m’n budget. Maar zoals ik eerder na een gewonnen veiling heb gemerkt: als het te mooi is om waar te zijn is het niet waar. Bedenk daarbij dat je als E-bay koper met het hoogste bod wel tot kopen verplicht bent, maar dat de verkoper niet verplicht is om te verkopen!
Nadat de White Birch droom in duigen viel kwam er een SBGV207G op Marktplaats. 44GS kast, full set in zo te zien zeer mooie staat, staal op staal, maar quartz i.p.v. Spring Drive of automaat en een zwarte i.p.v. een blauwe of champagne wijzerplaat. De prijs was echter scherp, dus ik heb toch contact opgenomen met de eigenaar (geen forumlid) met de opmerking dat ik eigenlijk iets anders zocht maar misschien toch geïnteresseerd was. Toen ik later meldde dat ik toch afhaakte en mijn speurtocht voortzette meldde hij me dat hij ook zijn Snowflake ging verkopen: een SBGA211 “single logo” (die ik mooier vind dan de SBGA011 “double logo”), full set, aantrekkelijke prijs, “in goede gebruikte” staat. Tja, niet de juiste kast, misschien niet de gewenste staat maar wel een Snowflake die binnen mijn budget paste. Het werd een onrustige nacht.
De volgende dag heb ik de knoop doorgehakt en ondanks de rit van meer dan 2:30 uur enkele reis een afspraak gemaakt om zowel de Snowflake als de SBGV207 te bekijken. Dat werd een nog langere rit, o.a. door de nasleep van de stormen Eunice en Franklin. De verkoper ontving mij in zijn bedrijf, gaf een leuke rondleiding en nodigde me uit om in zijn kantoor te genieten van een prima bak koffie en beide GS’en. Hij liet me daar alleen zodat ik in alle rust de GS’en kon bekijken. De SBGV207 was in zeer mooie staat, maar leek zoals ik al verwachtte te veel op mijn Oceanus. De Snowflake verkeerde eerder in gebruikte dan in goede staat, maar de prijs was scherp en werd ongevraagd nog wat scherper, en met dit exemplaar hoefde ik me geen zorgen te maken over de schade die onze hond ongetwijfeld zou gaan aanrichten. Om de pols ontbrak echter het wow-effect, dus de twijfel sloeg toe. Waarschijnlijk ben ik zo tevreden over veel goedkopere horloges dat ik onwillekeurig een grotere meerwaarde van horloges die pak ‘m beet vijf keer zo veel kosten verwachtte. Hetzelfde effect heb ik eerder ervaren met saxofoons: een Selmer bariton speelt echt niet vier keer zo fijn als een doorleefde Yamaha, maar als je er vaak genoeg op speelt vergeet je de prijs en zegeviert het speelplezier. Dus wat was wijsheid? Terwijl ik nog prakkiseerde over de vraag of de Snowflake meeging kwam er een onheilspellend telefoontje van het thuisfront: een flinke boom naast ons huis dreigde door de inmiddels gedraaide wind alsnog om te vallen en zou dan een flink gat in ons huis en ons budget te slaan omdat we door een akkefietje met een “glasheldere” maar glasharde verzekeraar ons huis niet tegen stormschade kunnen verzekeren. Ik hakte de knoop door (ik had beter voor vertrek de boom kunnen omhakken), rekende de GS af en sprong in de auto met de boterhammetjes op de passagiersstoel, mijn tanden in het stuur en de GS in een tasje op de achterbank.
Eenmaal thuis gekomen was de wind in kracht afgenomen en iets gedraaid. De boom stond nog en leek vrij stabiel te staan. We hebben hem de dag erna preventief gekapt, en pas toen bleek hij hoog hij eigenlijk was en hoeveel schade hij dus had kunnen aanrichten.
Terug naar de Snowflake. De bracelet heb ik ingekort (zie “Bracelets met pin & collar aanpassen: tips”: Bracelets met pin & collar aanpassen: tips), maar toch zat hij niet lekker en mede daardoor bleef het wow-effect uit. Het horloge heeft zelfs op de nominatie gestaan om de stal te verlaten. Die plannen waren zo concreet dat ik de beoogde opvolger al had gekocht. Wat dat is geworden lees je in een volgende post (tadaaa, cliffhanger!). Toen ik de bracelet van die nieuwe aanwinst op lengte had gemaakt besloot ik de bracelet van de Snowflake iets langer te maken. In eerste instantie lijkt het dan, vooral door het lage gewicht van 96 gram, alsof de Snowflake als een sneeuwvlokje van je pols glijdt, maar dat went. Let wel: het hoge gewicht van mijn onvolprezen Victorinox INOX Professional Diver “tank”, maar liefst 153 gram (NA: NA: Victorinox INOX Professional Diver) en het vlieggewicht van m’n Junhans Max Bill (61 gram inclusief milanese strap, zie NA: Junghans Max Bill 34 mm) storen me ook totaal niet.
Nadat ik de bracelet op de voor mij optimale lengte had gemaakt ben ik de Snowflake vaker en langer gaan dragen. Zoals de Britten mooi kunnen zeggen: “it grows upon you”, m.a.w. geleidelijk ben ik het horloge steeds meer gaan waarderen. Hij blijft! Toch ben ik niet blind voor de drie voornaamste kritiekpunten die je veel hoort.
- “Hij is te licht”. Zoals ik hierboven schreef kan ik zowel met lichte als zware horloges uit de voeten, dus ik stoor me absoluut niet aan het lage gewicht. Sterker: qua draagcomfort verslaat m’n Oceanus OCW-S100 met 82 gram de meeste andere horloges uit de kist, dus “te licht” is een kwestie van smaak.
- “Hij is te groot”. 41 mm is inderdaad best fors, maar de optimale maat is niet absoluut en wordt ook bepaald door je polsomvang en smaak. Om mijn pols van ruim 18 cm staat en zit de GS prima.
- “De gangreserve wordt aan de voorzijde getoond”. Die kritiek deel ik. Zeker bij gebruik van een watch winder is een indicatie van de resterende gangreserve wat mij betreft irrelevant, wat ook blijkt uit het feit dat de meeste zo niet alle GS automaten zo’n indicator missen. Als die erop zit, dan bij voorkeur aan de achterzijde zoals bij de SLGA009 White Birch (https://www.grand-seiko.com/nl-en/collections/slga009g), wat mij betreft overigens een van de mooiste modellen uit het huidige GS assortiment. Als de gangreserve wel op de wijzerplaat wordt getoond, dan graag in het midden zoals bij m’n hondstrouwe Orient.
Sterke punten van de Snowflake zijn de schitterende wijzerplaat, de voortreffelijke afwerking van met name de wijzers en de indices, de schokvrije loop van de secondewijzer en de precisie van het Spring Drive uurwerk. Ik waardeer bovendien het feit dat de display case back niet wordt ontsierd door de opdruk van de GS leeuw, dit i.t.t. de SBGA413 en SBGA415. Welke malloot zet er nou een stempel op een transparante achterzijde?
Naast de eerder genoemde indicatie van de gangreserve zijn andere verbeterpunten van de Snowflake:
- de kwaliteit van de bracelet en in het bijzonder de gesp, die helaas geen micro adjustment biedt
- de krasgevoeligheid van de kast en de bracelet.
Mijn totaalscore komt uit op een 8,85: optisch (30%): 9, draagcomfort (15%): 9, leesbaarheid (15%): 8, precisie (10%): 10, functionaliteit (10%): 10, prijskwaliteitverhouding (20%): 8.
Of het bij deze GS zal blijven betwijfel ik. Wellicht volgt er nog een GS hi-beat automaat, een quartz of een tweede Spring Drive. Laat ik nou niet wéér roeptoeteren dat er een blauwe of champagne wijzerplaat op moet zitten want als er ooit een betaalbare SLGH005 White Birch hi-beat automaat voorbij komt ga ik weer voor gaas, en de SBGA413 “Spring” blijkt aan het thuisfront een hoge WAF (women acceptance factor) te hebben, dus wie weet…