Ergens in Mei lag ik mij stierlijk te vervelen in een bed in Servië. Omdat ik ziekig was, en ik het bed niet goed uit kon, lag ik maar doelloos naar horloges te loeren, u kent dat wel. Op dat moment was ik heel erg bezig met Franse horlogemerken, en ik heb ook al een ander topic gemaakt over een chronograaf die ik toen gekocht heb. Dit topic gaat niet over die chronograaf, maar over het tweede gevolg van m’n overactieve bestelvinger.
Even een muziekje voor de sfeer. Ze komen tenslotte uit Parijs, deze keer.
Serica is een merk wat hier al wel een klein beetje op de radar terecht kwam omdat ze met hun field-watch, de 4512, al hoge ogen hadden gegooid. De tweede generatie daarvan adresseerde wat punten die gebruikers hadden genoemd, en de bonklip band was natuurlijk een supervondst.
Er zwierven er hier op het forum een paar rond, en ik vond ze leuk. Maar toen ik zag dat Serica bezig was met een zwarte en witte duiker in dezelfde stijl, maar dan drie stappen omhoog qua ambitie-niveau, moest ik toehappen. Ik surfte er lustig op los, drukte op bestellen en het wachten begon.
Nu zou dit topic eigenlijk in Augustus al geschreven zijn, ware het niet dat er vertraging ontstond. Grote vertraging. Ome Jerome had namelijk z’n oog op de bezeltjes laten vallen die binnen kwamen, en het was hem niet naar de zin. Dus stuurde hij ze terug en begon het feest opnieuw. Uiteindelijk heeft dit nog twee en een halve maand gekost, maar vandaag plofte er iets op de mat.
Het begint al goed met de vintage vibes. Het (faux) lederen etuitje is een heerlijk jaren 60 horlogedoosje zeg maar. Klein, plat, met discreet merkje er bij, en als je 'm open klapt een simpele presentatie van het horloge an sich:
Ik speel vals, want ik had 'm er al uit gehad, maar de achterkant van de band zit keurig in de stof gestopt, de voorkant zit met een elastiekje vast, en er zat natuurlijk een sticker op de caseback, zodat alles mooi krasvrij naar me toe kwam. Het wax-seal dingetje aan het koordje vond ik ook wel weer chic ogen.
So far, so good.
Als je het horloge dan uit de doos trekt, zijn er twee dingen die opvallen. Het eerste, voor mij dan, was de band. Die is vrij uniek. Ze hebben een volledig articulerende end link gemaakt die echt volledig aansluit op de daadwerkelijke lengte van het horloge. Hij ziet er stoer uit, maar je merkt er om de pols niets van.
De band, die zet je vast door het lange einde door de sluiting heen te piemelen om 'm vervolgens vast te drukken aan de sluiting. Het voelt bijna net zo retro als die bonklip op de 4512. De bracelet is dus bijna traploos instelbaar, erg soepel en dun bovendien.
Ik moet nog wel even wennen aan deze manier van staal dragen, want hoe strak stel ik 'm nou in als ik m’n pols neer leg? Maar het materiaal voelt soepel aan en trekt geen haren uit de pols. Bovendien zit er een lichte tapering in en volgt hij de contouren van de pols goed.
Dat leidt ons naar de kast zelf. Die is prachtig van proporties. De maten zijn 39x12,2x46,5mm. Het horloge is dus klein, plat en niet te lang, wat er voor zorgt dat hij heerlijk draagt. Maar wacht, Mike, er is meer. Deze horloge kookt, bakt en braadt zonder vet of wate… eh, pardon. Nee. Maar er is wel meer.
De kast is gebrushed met grote geslepen facetten die vanuit de midcase naar de top van de lug vloeien. Omdat dit allemaal rond en vloeiend loopt is dit horloge ergens ook sierlijk en vriendelijk ogend. De kroon is lekker oversized, en jullie hebben wellicht al opgemerkt dat er nergens grote logo’s te bekennen zijn. Dat vind ik ook fijn.
Excuses voor de vingertjes, ik was 'm enthousiast aan het bepotelen. De oplettende burger zal zien dat de coin edge bezelrand naar binnen wijkt aan de bovenkant. Daar loopt hij over in de inlay, die uit een glanzend keramisch en een geborsteld metalen deel bestaat, wat vervolgens weer over loopt in het glas. Dat bolle saffier is niet alleen mooi gepolijst maar ook van AR coating voorzien.
De wijzerplaat is ook weer een feestje. De wijzerplaat is namelijk het tweede ding wat ik echt in het oog springend vond aan dit horloge. Of liever, de combo plaat en bezel.
De plaat is bijna zilverachtig wit, met een klein textuurtje. Voor je daar echter aan komt moet je eerst langs een gitzwarte rehaut met minuten-hashes die 'm doorklieven, om vervolgens op de plaat bollen op stelten te zien, en een slappe cock’n’balls op 12. De wijzers zijn glanzend zwart met goeie lume.
Kijk 'm gaan dan, met die vette glanzende broad arrow en die vierkante, overtuigende lume plots. Ik vind het schitterend, zeker ook met het rooie detail op de plaat. De S617 slaat op Le Téméraire, een Franse nucleaire onderzeeër die in 1998 te water gelaten werd. Waarom? Joost mag het weten.
Da’s een mooi bruggetje naar de achterkant. Daar treffen wij geen bullshit aan. Niks geen gravures, wapens, kijkvensters of andere narigheid, gewoon, zoals dat hoort op een toolwatch die naar een onderzeeër verwijst: Een stalen bodem. Paf. Model schroef. Niet lullen, gewoon doorrrrrr… Oh. 300m WR is lekker.
Dan zijn Zoals jullie wellicht kunnen begrijpen ben ik bijzonder in m’n nopjes met dit horloge. Hij is nipt dunner dan m’n Seiko Alpinist, maar heeft verder vrijwel dezelfde maten, wat 'm eminent draagbaar maakt.
Door de combi van bezel, rehaut en wijzerplaat oogt hij echter veel kleiner dan de Alpinist, en ziet het er bijna rank en elegant uit, wat niet slecht is voor een duiker. Al met al vind ik dat ze bij Serica na drie jaar lang nadenken en bijschaven een supercool horloge af hebben geleverd.
En dan heb ik het nog niet eens over de super coole brillenkoker die ze er bij hadden gedaan als cadeautje voor het geduld. En de leuke bijgesloten brief.
Ik wens mij heel veel plezier met dit horloge. Sterker nog, dit is zo’n unieke verschijning in de kist, ik durf voorzichtig te roepen dat dit een blijvertje is.