Let op: Heul Veul tekst, geen NA, dus klik gewoon weg als je hier geen zin in hebt.
Zoals voor velen hier op HF geldt ook voor mij dat het gewoon leuk is om meer, zeg maar alles, te willen weten over de historie, specifieke techniek en wetenswaardigheden van een horloge dat je hebt of waar je naar op zoek bent.
Ik lees hier graag de NAs waarin de nieuwe eigenaar de moeite heeft genomen om niet alleen al die informatie te verzamelen maar ook deze kennis naast het enthousiasme te delen. Niet iedereen neemt de moeite al die tekst door te ploegen (prima), maar ik zie toch ook dat ik zeker niet de enige ben die graag al die informatie tot zich neemt.
Deze NAs van mijn kant vallen denk ik ook in die categorie:
Cal135, Defy 3634, Zoemende Zenith, P3632 en A273.
Dit is echter geen NA, in dit geval wil ik iets posten over een Zenith die ik (nog) niet heb gekocht, de Zenith S.58
Gewoon omdat ik al een tijdje op zoek ben naar dit model en me dus aan het inlezen ben, maar het gaat nog wel even duren voordat ik deze heb (de aanschaf van de Cal135 heeft het budget weggevaagd).
De El Primero is het bekendste uurwerk van Zenith en is natuurlijk een fantastisch horloge met een mooie historie.
Maar m.b.t. Zenith is er nog Zo. Veel. Meer.
Bovengenoemde NAs maken dat al duidelijk en de S.58 mag in dat rijtje eigenlijk niet ontbreken. De S.58 is net als de Cal135 een verzamelaarsobject, maar in tegenstelling tot de Cal135 valt het niet mee om een S.58 in acceptabele toestand te vinden.
Dat komt omdat de Cal135 toen al gezien werd als een luxe horloge waar waarschijnlijk wat zuiniger mee om is gegaan. De S.58 was goedkoper en werd als tool/duik horloge op de markt gezet. Maar net als de Cal135 gaat het hier om een ogenschijnlijk simpele stalen 3-wijzer horloge die voor duizenden Euro’s worden aangeboden.
De vergelijking met de Cal135 houdt hier op. Waar de Cal135 prijzenkast en chronometer-historie kan verklaren waarom deze modellen zo veel kosten, de prijzen van de S.58 kan ik echt niet uitleggen.
Er hangt gewoon een soort cult-achtig imago rondom dit model.
De S.58 kent een aantal mythes. Zelfs Rössler, schrijver van de Zenith bijbel doet hieraan mee. Hij schrijft dat de eerste serie (Mark I) in zijn geheel door het Italiaanse leger werd aangeschaft (mythe).
"Production counted 2,500 pieces. Cairelli, in Rome, bought the whole production without further ado for the Italian navy. 2 years later an automatic model followed.”
Er is echter niets wat hierop wijst. Helemaal niets.
Dan hebben we de naam. Waarom heet dat ding zo? Er wordt verwezen naar de Sikorski S-58 helicopter (mythe):

Waarom een horloge naar een helicopter vernoemen?
Andere verklaringen komen van verschillende bronnen en claimen één en ander te hebben nagevraagd bij Zenith, maar komen dan wel met verschillende verklaringen. De 58 is duidelijk: Het introductiejaar 1958, hoewel er ook berichten zijn dat het een verwijzing is naar het “International Geographic Year”. Dan de “S”…
Sommigen tonen een bericht van Zenith die aangeeft dat de “S” staat voor “Super water-resistant” (The Mysterious Zenith S.58 | Omega Watch Forums), anderen vertellen uit welingelichte Zenith bronnen te hebben vernomen dat de “S” verwijst naar “Scaphandre”, wat een duikerpak is als deze:

Hoe dan ook, deze twee verklaringen bevestigen in ieder geval dat het hier gaat om een duikhorloge. De eerste tijd, zoals we zullen zien, nog zonder draaibare bezel maar met een waterdichtheid tot 150m (afhankelijk vd bron).
De S.58 is na de introductie in 1958 tot 1968 op de markt gebracht waarna eerst de A36xx (Sub Sea Diver) en daarna de Defy de rol van duikhorloge overnam.
Er zijn 4 verschillende modellen uitgebracht. Allemaal eenvoudig te herkennen aan de “S.58” met de mooie Script “S” op de plaat. Ook de caseback is voor al deze modellen gelijk:
Overigens kunnen de hieronder aangegeven uurwerken per versie (Mark I - IV) soms afwijken. Zenith wisselde wel eens van uurwerk iets eerder of later dan bij de introductie van een nieuw model.
S.58 Mark I (1958 - 1960)
De eerste 2 modellen (Mark I en Mark II) zijn qua uiterlijk vrijwel gelijk en wijken weinig af van andere horloges uit die tijd. De duidelijk zichtbare, luminated wijzers en 12, 3, 6, 9 indices leverden samen met de 150m waterdichtheid de duikhorloge eigenschappen. De brede bezel rond de wijzerplaat en de stevige wijzers karakteriseren dit horloge echt als een “toolwatch”. Diameter is 36mm.
De Mark I loopt op het Cal 120 uurwerk die al sinds 1953 werd geleverd. Een uitstekend uurwerk, nauwkeurig, betrouwbaar en het eerste van Zenith met hacking, voor die tijd nog redelijk uitzonderlijk.*)
Veel Mark I horloges die aangeboden worden hebben ofwel een wijzerplaat die is aangetast door de radium, danwel een opgemaakte wijzerplaat die veel te clean is.
De Mark I is de versie waar de Zenith verzamelaars het meest in geĂŻnteresseerd zijn, sowieso zeldzaam vanwege de korte productietijd (minder dan 2 jaar, slechts 2500 stuks), daarnaast zijn esthetisch acceptabele exemplaren heel moeilijk te vinden. Vanwege de hoge waarde zijn er naast de redials en overgepolijste horloges dan ook voorbeelden van fakes of frankenwatches.
S.58 Mark II (1960 - 1962)
Vrijwel geen verschil te zien met de Mark I, behalve dan de “Automatic” aanduiding op de plaat, resultaat van het gebruik van het nieuwe Cal 133.8 uurwerk, een bumper automaat. Hierdoor is de Mark II ook wat dikker dan de Mark I.
S.58 Mark III (1962 - 1964)
Kijk naar die prachtige, slanke, bakelieten bezel en die roomwitte plaat… Wat een schitterend horloge! Deze heeft een datum, gevolg van het gebruik van weer een nieuw uurwerk, de Cal 71. Ook een bumper.
De “Automatic” aanduiding heeft nu rechte kapitalen, alleen de “S” heeft het mooie script lettertype behouden.
De bezel heeft de diameter vergoot van 36 naar 38mm.
Overigens zijn er ook modellen met deze bezel maar zonder datum met het oudere Cal 133.8 of Cal 120 uurwerk (in dat laatste geval dus handwinders, zonder “Automatic” aanduiding op de plaat). Ik vermoed dat bij de introductie van de Mark III er nog een voorraad oudere calibers is opgebruikt.
Mark III zonder datum, Automatic (Script lettertype) dus met Cal 133.8. Zou ook aangeduid kunnen worden als een Mark II met draaibare bezel.
S.58 Mark IV (1964 - 1968)
Vrijwel gelijk aan de Mark III, maar nu met het Cal 2532PC (Mark IVa) en vanaf 1965 het 2542PC (Mark IVb) uurwerk. Ook aan de buitenkant zijn de IVa en IVb van elkaar te onderscheiden. De IVa (hierboven afgebeeld) heeft de “Automatic” aanduiding in rechte blokletters, de IVb gaat weer terug naar het script lettertype.
De 25x2 uurwerk familie is het gevolg van de overname van Martel een aantal jaar eerder. Geen bumper meer, maar de modernere rotor automaten. De Mark IV was de meest succesvolle S.58 en was ook de laatste, in 1968 werd de laatste S.58 geproduceerd.
Ik vind de Mark III en IV modellen met de slanke bakelieten bezel het mooist en moet zeggen dat ik in het begin de heisa rondom de oudere S.58 modellen niet goed begreep. Ik vond ze niet bijzonder eerlijk gezegd. Maar hoe meer ik er naar kijk, hoe meer ik gecharmeerd raak van de combinatie van stoere bezel en wijzers gecontrasteerd door de sierlijke script tekst op de wijzerplaat en de secondewijzer met de “druppel” (als iemand weet hoe je die moet noemen, ik hoor het graag).
Maar ik vind de Mark III en IV dus het mooist met die slanke bakelieten draaibare bezel en ik zou er graag eentje in mijn Zenith verzameling willen hebben.
Mee eens? Of vind je ze alle 4 eigenlijk niks? Ben wel benieuwd eigenlijk.
*) Nog iets over dat hacking mechanisme, Zenith vond dit blijkbaar niet zo belangrijk. Zoals aangegeven was de Cal 120 in 1953 het eerste Zenith uurwerk met hacking, ze waren er dus vroeg bij. Daar het een redelijk simpele toevoeging aan een uurwerk is zou je verwachten dat vanaf dit moment elk uurwerk hiermee uitgerust zou worden. Het tegendeel is waar. Na de Cal 120 is er tot begin 2000 geen enkel Zenith uurwerk meer voorzien van hacking. Dit geldt ook voor de El Primero, die pas ergens rond 2000 eindelijk werd uitgebreid met deze mogelijkheid.














